In 2017 protesteerden liefhebbers van Ceres bij het gemeentehuis.
In 2017 protesteerden liefhebbers van Ceres bij het gemeentehuis. Foto: Jeroen van Hattum

"Afsluiten Ceres kwam pas later"

Onder de titel: 'Ceres: hoe de PH-zanddijk een prestigeproject werd met veel verliezers' stuurden Bart Goemans uit Den Hoorn en Jaques Dijt uit Den Burg de volgende uitgebreide uiteenzetting over de geëscaleerde situatie bij Ceres.

In het artikel bij “De slag om Ceres bereikt hoogtepunt” (kop Texelse Courant 17 juli 2020) laat de burgemeester optekenen dat: “…Het afgesloten natuurgebied is steeds onderdeel geweest van dit plan. Respecteer dit besluit en koester wat we wel hebben. Zoals het deel van het gebied wat wel toegankelijk is”. Tevens wordt gezegd dat de buitendijkse oplossing “een uitdrukkelijke wens van de Texelaars” was.

In dit stuk zullen de schrijvers proberen de keuze voor de zanddijk feitelijk te reconstrueren aan de hand van documenten, notulen en ambtelijke correspondentie. Daarbij zal naar voren komen dat de afsluiting pas later op tafel kwam en geen onderdeel was van het oorspronkelijke plan, de zanddijk een experiment was, dat de betrokken projectpartijen bezorgd waren over imagoschade als de dijk er niet zou komen en dat die buitendijkse variant er hoe dan ook moest komen, zelfs met afsluiting van het gebied. Het stuk wordt afgesloten met een aantal voorstellen.        

Afsluiting maakte uitdrukkelijk geen onderdeel uit van de oorspronkelijke idee achter de zanddijk. “De Prins Hendrikzanddijk is een innovatieve dijkversterking waarbinnen hoogwaterveiligheid, versterking van natuurwaarden en zeer extensieve recreatie hand in hand gaan” (Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier / HHNK 9 maart 2016). Ook de besluiten van de gemeenteraad in 2011 en 2012 over de dijkverzwaringen van de Waddenzeedijk voorzagen niet in afsluiting. Gelet op “De belangen die gediend zijn bij een buitendijkse, zandige versterking van de Prins Hendrikdijk voor bewoners, bedrijven, landbouwsector, toerisme, recreatie, landschap en natuur” werd door de raad geld vrijgemaakt voor de dijk.

De afsluiting als “verstoringsgevoelig natuurgebied” kwam pas later toen er geld van het Waddenfonds bijkwam en ''oude' en 'nieuwe' natuurwaarden een rol gingen spelen bij de definitieve vergunningaanvragen voor de aanleg eind 2016.

Het HHNK is verantwoordelijk voor de dijken. Het HHNK-beleid daarbij is sober en doelmatig. Het HHNK was geen voorstander van de zanddijk. Deze was significant duurder dan een traditionele binnenwaartse versterking (raming zanddijk 2016: € 52,4 miljoen) en bovendien experimenteel. De zanddijk paste niet binnen het budget van het HHNK. Er moesten co-financiers bij. In 2012 traden de gemeente Texel en de Provincie Noord-Holland toe als financiers, maar daarmee was de financiering nog niet rond. Pas toen in 2013 het Waddenfonds aan boord kwam met € 12.2 miljoen konden de plannen verder worden uitgewerkt. Het Waddenfonds heeft als eis gesteld dat het project moest voldoen aan hun doelstellingen: “Wij investeren in initiatieven en projecten die de ecologie en duurzame economische ontwikkeling van het Waddengebied versterken”. Ceres was al Waddengebied. Pas nadat de projectpartners zich realiseerden dat je bij zo’n zanddijk moet compenseren voor verloren gegane Waddenzee en dat daarvoor natuur in de plaats moest komen met hogere natuurwaarden, is de gedachte ontstaan om recreatie uit het gebied te weren. Die recreatie stond namelijk die nieuwe natuurwaarden in de weg. De projectpartners onderkenden bij de verdere uitwerking van de plannen het juridische risico, dat de Raad van State het project zou afschieten in verband met die natuurwaarden (brief HHNK maart 2016).

Ervan uitgaande dat de gemeenteraad de Texelse bevolking vertegenwoordigt en dus formeel de wens van de Texelaars zou moeten verwoorden, is de besluitvorming van de raad van belang. Op 13 april 2011 besluit de raad over een financiële bijdrage van maximaal €10.000,- aan een onderzoek naar de PH-dijk (totale kosten onderzoek € 100.000,-). Dit rapport zou toezien op de analyse van de mogelijkheid van een zanddijk: niets stond nog vast.

Het rapport uit 2011 blijkt echter niet bij de gemeenteraad te zijn ingebracht

Op 9 november 2011 neemt de raad vervolgens een motie aan, waarin wordt gesteld dat de zeewaartse versterking verre de voorkeur geniet.

Op 18 juli 2012 besluit de raad dan om €375.000,- toe te zeggen voor de zanddijk. De raad overweegt daarbij onder andere: “De belangen die gediend zijn bij een buitendijkse, zandige versterking van de Prins Hendrikdijk voor bewoners, bedrijven, landbouwsector, toerisme, recreatie, landschap en natuur”. Mogelijke afsluiting is dan überhaupt niet aan de orde.

Het rapport -waartoe in 2011 opdracht is gegeven- blijkt echter niet bij de raad te zijn ingebracht.

Het zit niet bij de raadsstukken uit november 2011 en juli 2012. Het roept de vraag op hoe de raad dan tot de besluiten over voorkeur voor de zanddijk en de financiering daarvan is gekomen. In 2017 schrijft de ambtelijke organisatie van Texel hierover: “De gemeenteraad heeft het betreffende rapport vermoedelijk ook niet gekregen en daar al helemaal niet over besloten: daar gaat de raad van Texel immers niet over”. Dat roept vragen op. Het HHNK gaat over de dijken. Het HHNK wilde de buitendijkse variant eerst niet. De zanddijk komt er toch. De raad wordt gevraagd hiervoor gemeenschapsgeld vrij te maken en de gemeentelijke ambtelijke organisatie zegt dat de raad verder geen rol speelt.

De ambtelijke organisatie schrijft in 2017 verder: “Met dat onderzoek werd voor het eerst duidelijk dat je misschien toch in Natura2000-gebied Waddenzee de dijk zou mogen versterken, op voorwaarde dat er waardevollere natuur zou ontstaan dan dat er nu op die plaats is”. Dat rapport met die informatie is dus naar alle waarschijnlijkheid niet met de raad gedeeld. Uit dat bericht uit 2017 komt wel duidelijk naar voren dat mogelijke afsluiting inderdaad pas veel later in beeld kwam. De ambtelijke organisatie schrijft in 2017 voorts: “Vanwege forse en langdurige lobby vanuit Texel, is het ook de voorkeursvariant van het HHNK geworden”. Vraag is wie nu exact in die Texelse lobby zat. Wie hadden nu allemaal dat rapport uit 2011, het rapport dat de raad niet heeft gekregen en waarvan de ambtenaren zeggen dat het de raad ook niet aanging? Is het wel juist om te stellen dat de zanddijk – met die afsluiting- de uitdrukkelijke wens van een meerderheid van de Texelaars is geweest? Of was het de wens van een groep bestuurders, lobbyisten en ambtenaren die de zanddijk inmiddels als een prestigeproject waren gaan zien en die de afsluiting voor lief namen?

Over de wens van de Texelaars laat de burgemeester in mei 2017 optekenen “..maar dat het echt even niet anders kan dan dat het gebied afgesloten zal worden…Ik denk dat een deel van Texel dat jammer vindt, maar ik vind dat hetzelfde Texel recht heeft op een heel veilig Texel en ik denk dat een grote meerderheid op het eiland vooral heel blij is dat die veiligheid straks op een goede manier is gegarandeerd”. Hier wordt een beeld geschetst alsof tegenstanders van de zanddijk geen veiligheid willen en dat voor de veiligheid toegang moest worden opgeofferd. De keuze tussen de binnendijkse- of buitendijkse variant was niet ingegeven door veiligheid, maar door landbouwareaal dat eventueel verloren zou gaan bij een binnendijkse variant.        

De zanddijk is experimenteel en zou moeten dienen als voorbeeld voor andere projecten in Nederland. In maart 2016 schrijf het HHNK dat als het project niet doorgaat, dat dan alle partners (Ministerie, gemeente Texel, HHNK, Provincie NH) waarschijnlijk imagoschade zouden lijden. Imagoschade. De zanddijk was een prestigeproject geworden voor de betrokken partijen. De zanddijk moest er komen, ook al wisten bepaalde partijen en lobbyisten eerder en heel goed dat afsluiting nodig was voor realisatie van het project. Alleen zo konden de benodigde hogere natuurwaarden worden bereikt. Over de afsluiting is in de commissievergadering van de gemeenteraad Texel van 2 november 2016 gesproken. De raad had grote moeite met de voorgenomen afsluiting, die toen pas duidelijk naar voren was gekomen bij de definitieve plannen. De burgemeester gaf aan dat de raad had moeten weten dat het Waddenfonds uiteraard eisen had gesteld aan hun bijdrage: dat voor wat, hoort wat. Om te komen tot hogere natuurwaarden moest er een natuurgebied komen, dat niet mocht worden verstoord. Ergo: exit de mens. De oorspronkelijk bedoelde “zeer extensieve recreatie” moest wijken. De raad is toen ook wat bang gemaakt voor juridische en financiële consequenties vanwege het feit dat er al contracten waren getekend voor de aanleg. Er zou geen weg meer terug zijn. Dat was enigszins bestuurlijk powerplay. Het definitieve plan (met vergunningsaanvragen) zou namelijk pas later in december 2016 ter inzage liggen met dan nog bezwaartermijnen etc.. Geen doorgang laten vinden was geen optie voor de projectpartners, want dat zou leiden tot imagoschade.

Dat prestige is ook zichtbaar in “De slag om Ceres bereikt hoogtepunt” (Texelse Courant 17 juli 2020). Daarbij wil het bestuur een beeld schetsen dat men conform plan handelt en bovendien in lijn met de wens van de meerderheid van de Texelaars. Gelijktijdig wordt een beeld geschetst dat de tegenstanders bestaat uit een (kleine) groep vandalen. Dat vandalisme is betreurenswaardig, maar de verontwaardiging daarover is ook een effectieve methode om de aandacht af te leiden van de kritiek op de eigen bestuurlijke rol bij de totstandkoming van de zanddijk en de afsluiting.

Hoe nu verder?

Texel heeft een experimentele en dure Waddendijk. De ecologische en financiële gevolgen voor de lange termijn zijn onduidelijk. De afsluiting van Ceres is een doorn in het oog van veel Texelaars en gasten. Die afsluiting was geen onderdeel van de oorspronkelijke gedachte bij de zanddijk. Prestige en imago’s zijn leidend geworden. Het project levert grote spanningen op in de Texelse samenleving.


Dit zouden concrete stappen kunnen zijn:

Erken dat afsluiting geen deel uitmaakte van de oorspronkelijke gedachte bij de zanddijk.

De gedeeltelijke toegang wordt nu gedoogd. Formaliseer die toegang. Breid het toegankelijke gebied uit. Trek het fietspad door langs de dijk zoals het altijd is geweest.

Weersta de druk van het Waddenfonds om eventueel geld terug te vorderen bij openstelling.

Onderzoek alsnog de natuurwaarden, ook bij meer openstelling. Werk zo nodig met afsluiting van kleine gedeelten tijdens het broedseizoen.

Dijkbouw is geen taak van de gemeente en toch is er vanuit de algemene middelen van de gemeente in ieder geval €1,38 miljoen bijgedragen aan de Waddendijken. Rapporteer alsnog hoeveel exact door de gemeente tot nu toe is bijgedragen en breng alsnog de toekomstige financiële risico’s goed in beeld.

Publiceer alsnog het rapport uit 2011 en geef aan wie dat rapport wel heeft ontvangen en wanneer.

Geef exact aan wie in de Texelse lobby zat voor de buitendijkse variant en geef aan of daar dijkexperts bij zaten.

Breng in kaart of landbouwareaal nu wel langdurig behouden is door de buitendijkse variant.

Leg op de Redoute veilige oversteekplaatsen aan met zebrapaden bij de dijkopgangen.

Leg een parkeerplaats aan in de hoek Redoute/ Schansweg.

Overleg de specificatie van die € 25.000,- aan vernielingen.

Wees als gemeente heel terughoudend met prestigeprojecten en zeker als deze niet tot de gemeentelijke kerntaken behoren en kijk kritisch naar eisen van co-financiers.

Wijzig de naam Prins Hendrikdijk officieel in Ceres.


J.S. Dijt en P.B. Goemans