Anders bekeken...

Opscheppen…


Af en toe krijg ik een foto van een gerecht over de app, zoonlief heeft dan gekookt en laat trots het resultaat zien. “Smaakt het lekker?“, vraag ik dan. Of: "Ik wil dat recept ook wel eens van je Hendrik.”

Ik had het eigenlijk niet gedacht. Traditioneel als ik was in de opvoeding - moeder kookt, wast en doet naast haar werk ook de taak van het huishouden - maakte ik op een gegeven moment toch een ommezwaai.


Henk ging studeren in Groningen en het was de bedoeling dat hij zelf zou gaan koken. Nou was een gebakken ei in vele varianten met spek, ui en kaas of een tomaten-omelet met prei voor hem een piece of cake, maar groenten en vlees, laat staan aardappels of pasta, zaten nog niet in zijn systeem.

Ik maakte een schrift en elke keer schreef ik er wat in op, u kent het wel. Niet te moeilijk, maar wel goed gecombineerd. Bloemkool met saucijzen. Bietjes met een speklap. Boerenkool met worst. Sperziebonen met een gehaktbal, etc.


Hij zei dat het heel goed ging en daar twijfelde ik niet aan, het postuur zag er goed uit. Nu is hij vader en zet ook regelmatig een lekkere pan eten op tafel als vrouwlief moet sporten of een uitje heeft.

De interesse voor iets lekkers maken is er ook. “Goh dit is lekker”, roept hij als hij mee-eet, “Hoe heet dit ma? Heerlijk zeg!” ”Dat is een Yuka, er zit verse dun gesneden spitskool in, zo uit de groentetuin.” Ze scheppen nog een pannenkoek op het bord en met de buiken rond gaan ze weer op pad.


Wij noemen planten of recepten vaak naar de bron van herkomst. Yuka is de vrouw van Tommie, en woont hier op het dorp. Op een rommelmarkt of met Strenderpop staat ze steevast in een kraam de heerlijke pannenkoeken met spitskool te maken. Ik heb goed gekeken, want ze zijn echt om je vingers bij op te eten.


“Ma, hoe schrijf je Yuka? Ik google die pannenkoeken die we laatst bij jou aten maar ik schrijf het vast verkeerd, het recept komt niet naar boven.” Ik moet lachen en zie hem in gedachten al zoeken. “Ik zal je het recept wel mailen Henk.” “Ja, maar ik wil nu zo eten, ik heb erover opgeschept dat het zo lekker is en nu weet ik niet zo goed hoe jij het doet!”

Ik leg het hem uit en even later krijg ik een foto met blije borden en blije gezichten.


Opscheppen maar…


Jozien