Afbeelding
Foto:

De kant langs

Morosoof


Wat een toestand vorige week. Mijn stukje voor deze plek nergens te bekennen, gekaapt door zo’n onderkruipsel dat zich “luis in de pels” noemt. Met plaatsvervangende schaamte heb ik het gelezen. Dagenlang had ik er een vieze nasmaak van in mijn mond en ik hoop niet dat het uw week verpest heeft.


Gisteren heeft hij het weer geprobeerd. Een gewaarschuwd mens telt voor twee, dit keer was ik er net op tijd bij. Ik kon die rat nog net in zijn pels grijpen toen hij probeerde in te breken. We hebben hem bij kop en kont gegrepen, opgesloten in de bankkluis in het Polderhuis en hem daar een tijdje laten zweten.


Man, wat ging dat mormel daar tekeer. Niets deugde er. Mijn stukkies vond ie geleuter, de krant een aanfluiting, de gemeente deugt nergens voor, net als TESO, De Krim en noem maar op. Eigenlijk was er zo ongeveer niets dat er deugde, behalve hijzelf natuurlijk.


Toen hij na een paar uurtjes wat was gekalmeerd, vroeg ik: Als je het dan toch allemaal zo goed weet, waarom stuur je dan geen ingezonden brief? “Zinloos, die plaatsen jullie immers toch niet.” O ja, had ie het dan wel eens geprobeerd? Dat niet. Maar als reaguurder had ie op Facebook z’n zegje meerdere malen gedaan. Oh, wat was ie daar heerlijke tekeer gegaan. Dat voelde goed. Tot ze hem hadden geblokt. “Ze hebben me gewoon het zwijgen opgelegd.”


En dan de gemeente. Dus ik zeg: Als jij het dan zó goed weet hoe het daar moet, ga dan in de politiek. “Je denkt toch niet dat ik met dat stelletje …” Over zijn kritiek op TESO: Ga naar de aandeelhoudersvergadering en doe daar je zegje. Misschien maken ze je zelfs wel commissaris. “Jij denkt zeker dat ik zo’n duur aandeel kan betalen. En al zou ik dat kunnen, ze luisteren toch niet.” En De Krim? “Al zou ik willen, zo’n aandeel, is niet aan te komen.”


Zo kwamen we niet verder. Toen ie nog wat langer in die kluis had gezeten, begon hij te jammeren en te klagen. Dat ie het zo niet bedoeld had en dat ie het nooit meer zou doen. Met die belofte en de boodschap dat ik hem zou weten te vinden, heb ik hem maar laten gaan.


Ach, als het op bijzondere types aankomt, zijn we wel wat gewend bij de krant. We hebben er in de loop der jaren al heel wat voorbij zien komen. Zoals mensen die er een andere werkelijkheid op na houden. Zoals Berend Willem Hietbrink (foto). In januari 2007 stapte hij ineens de redactie binnen. “Texel, gefeliciteerd met je 4200-jarig bestaan”, riep de man die zichzelf als morosoof introduceerde. Navraag leerde dat dit een moeilijk woord voor waanwetenschapper is. Iemand die een theorie aanhangt die door meerdere onderzoekers onderuit is gehaald, maar die hij vol verve blijft verdedigen.


Hij beweerde dat Nederlands de oertaal is waaruit alle andere talen zijn voortgekomen. En Texel, volgens hem een overblijfsel van Atlantis, speelde daarbij een belangrijke rol. Nou heb ik Piet “De Woeste” Witte op zijn rondreizen wel eens horen zeggen dat als je plat Tessel praat, dat ze je overal verstaan, maar dit ging wel wat verder. Zijn theorie kwam er op neer dat op 21 juni 2007, als de zonnewende was voltooid, Texel het 4200-bestaan zou kunnen vieren. “Een mijlpaal en dat moet worden gevierd. Op míjn kosten.”


Hietbrink wilde Texel voor zijn standpunt winnen en kondigde een half jaar later voor de langste dag een nieuwjaarsreceptie aan in Het Vooronder. Tot een groots eilandfeest kwam het niet, kennelijk was Texel nog niet rijp voor zijn inzichten. In 2015 vierde Texel wel 600 jaar stadsrechten en vorig jaar in kleine kring dat Texel 850 jaar een eiland is.


Gerard