Texel vanuit de lucht.
Texel vanuit de lucht. Foto: Job Schepers

WAT IK ZEGGEN WOU

Bodemschatten

Moeder aarde verschaft ons niet alleen voedsel, maar herbergt ook grote voorraden aan waardevolle grondstoffen en mineralen. Denk daarbij aan metalen zoals ijzer en aluminium; fossiele schatten als olie en gas en nog kostbaardere zaken als zilver, goud en edelstenen.


Bezit van deze rijkdommen heeft ons mensen in het verleden en heden verleid en aangezet tot grootse daden. Ontdekkingsreizen, handel met en kolonisatie van vreemde oorden waren het vervolg. Ook was gewin vaak de aanzet voor al of niet gedwongen volksverhuizing, knechting en zelfs uitroeiing.
Dit zijn echter geen feiten louter uit het verleden; ze vinden ook vandaag nog steeds plaats. We kunnen natuurlijk, gemakshalve, genoeg voorbeelden hiervan buiten onze Europese beschaving vinden, maar deze feiten vonden en vinden ook hier en nu plaats.


Ik denk daarbij aan de grootste en rijkste Nederlandse bodemvondst ooit; de gasbel onder Slochteren. Zo omvangrijk, zo veel. Miljarden kubieke meters voor heel Nederland en ver daarbuiten!
Het begint nu op te raken; is niet langer klimaat- en bodem neutraal, cq “moreel“ verantwoord. Het gevolg is dat alle eerder zo gretige handen, in het bijzonder die van de overheid, er zich van ontdoen en de achterblijvers, de bewoners, laten zitten met de gevolgen: armoede; grote frustratie en scheuring in de samenleving en hun gebouwen.


De fatale fout die de lagere, de hogere en de allerhoogste overheden toen hebben gemaakt, is dat die overheid vanaf de eerste geslagen put, de eigen inwoners, zij die er letterlijk bovenop zitten, de echte bezitters, niet voor minstens 50% hebben laten meedelen in de opbrengst. Zodat zij, als de voorraden zijn uitgeput en de schatgravers en -rovers zijn vertrokken, een appeltje voor de dorst zouden hebben om alle sociale en materiele schade en achterstanden te repareren. Alle essentiële zaken als welzijn, veiligheid, zorg, onderwijs, cultuur en gemeenschap, die in de hectiek van de gaswinning zijn verwaarloosd.


Onze Texelse “bodemschatten” RUST, RUIMTE en STILTE in de natuur, op het strand, op de wegen en in de dorpen, lijken nog steeds onuitputtelijk, maar hoe veel is daar in werkelijkheid van over?
Hoe dat ooit was en voelde, konden we weer eventjes ervaren, toen ook hier, kortgeleden, onverwacht en onverzettelijk, die schatten weer even zichtbaar en voelbaar waren teruggekeerd.


Dat was genieten.


Rien Mast,

Den Burg