Gijs Verschoor zorgt elke week dat de kranten worden opgehaald bij de drukkerij en verspreid over het eiland.
Gijs Verschoor zorgt elke week dat de kranten worden opgehaald bij de drukkerij en verspreid over het eiland. Foto: Gerard Timmerman

Prinses Stefanie en Harry Hartog

Hij sloopte panden, werkte bij de media, voetbalde in het artiestenelftal, ging op stap met prinses Stefanie van Monaco en stond ook achter de bar in De Bolder koffie in te schenken voor Harry Hartog. Veelzijdiger dan het leven van Gijs Verschoor bestaat bijna niet.

Gijs Verschoor (77) is bijna niet te stoppen. Elke dinsdag en vrijdag haalt hij de Texelse Courant op bij de drukkerij in Diemen en brengt de pakketten met kranten over het eiland, evenals de Vakantiekant. Tot 1 september, dan is het mooi geweest.

Handel

Een Texelaar met een bijzondere levensloop. Geboren en getogen in het Zuid-Hollandse Hendrik-Ido-Ambacht. “Het ligt aan de rivier De Noord, waar ik als kind zag hoe daar grote schepen werden gesloopt. Mijn vader kocht een stuk van een boerderij en begon een sloopbedrijf. Het slopen was handwerk. Van de nok tot de fundering. We sloopten allerlei panden, groot en klein, hoog en laag. Zwaar werk, eerst met de voorhamer en later met de kraan. Weer of geen weer. Dakpannen gingen via de pannenschuif van boven naar beneden in een kruiwagen met zand. Ze moesten heel blijven, want dakpannen, hout en andere materialen die we overhielden werden verhandeld.”

Niks mis mee

Dat zit er nog steeds in. “Bij de verbouwing van dit huis aan de Wagemakerstraat hebben we in eigen beheer een verdieping op de bungalow gezet. De zolderbalken zijn van het oude Sint Jan, de spanten en andere bouwmaterialen komen ook uit slooppanden. Niks mis mee.

Mijn vader is in ’76 overleden en ik zette het bedrijf voort. Begin jaren tachtig sloeg de crisis toe. Een paar grote klanten waarvan we veel geld tegoed waren, betaalden niet. Dat was het eind van ons bedrijf. Dat deed best pijn, want het was het bedrijf dat mijn vader was begonnen. Ik kreeg geen uitkering en ik zocht werk. Een vriend van mij werkte bij het blad Weekend en zei: “Ik kan je wel gebruiken. Ik werd koerier en reed tekst heen en weer tussen de redactie in Naarden en de drukkerij in Gilze Rijen. Ik vond het nakijken van de teksten leuk. Dan pakte ik het Groene Boekje er bij en corrigeerde de teksten.

Platenmaatschappij

Op een gegeven wilde mijn vriend, die chef-redacteur was, voor zichzelf beginnen. “Wil je mee?” Dat deed ik. We hielden kantoor in een pand aan het Melkpad in Hilversum. Het was de woning boven platenmaatschappij Telstar en werkten daar eerst met een paar freelancers. We maakten stukjes voor bladen als Panorama, Story, Flair, het Veronicablad, VNU Haarlem, gesponsorde magazines en anderen. Ik regelde de boel en ging ook zelf stukjes schrijven. Ik kreeg veel contacten.

We deden ook de redactie voor Tineke en het blad van Avro’s Toppop. Daarvoor waren we bij de uitzendingen en spraken de artiesten, zodat we er weer over konden schrijven. We gingen overal naar toe. Ook naar de opnamen van muziekprogramma’s als “Op Volle Toeren” en “Wedden Dat” met Jos Brink in de Studio in Aalsmeer. Erg leuk en heel gezellig. Het waren roerige, mooie tijden. De lijntjes met de artiesten waren kort, de kopij die we er aan overhielden, verkochten we aan de Panorama, Story en andere bladen.

Ik mocht BN'ers bellen als ik iets wilde weten. Want zij wisten: Gijs rotzooit niet.

Artiestenwereldje

Het was halverwege de jaren zeventig. Ik zong ook. In de studio in Wisseloord bij platenopnamen deed ik background. Dan zong ik in achtergrondkoortjes van artiesten. Dat bracht nog leuk wat geld op en ik hield er goede contacten aan over. Dat artiestenwereldje, ik hield er wel van. Ik had een boek, dat noemden mijn collega’s “Het Boek van Gijs”. Daarin stonden alle namen en nummers van de artiesten. Ik mocht BN’ers bellen als ik iets over hen wilde weten. Want zij wisten: Gijs rotzooit niet. En dat deed ik ook niet. Geen leugens of van “men fluistert” of “men zegt” en dat soort dingen.

Annie Schilder

Ik had een keer Annie Schilder van BZN aan de telefoon. Over de vorige foto van haar in de Story was ze niet zo te spreken. “Volgende keer wel een mooiere.” Ik vroeg haar of ze ook nieuws had. “Ja, een vergunning voor een nieuw schuurtje.” Schreef ik daar maar wat over. Ik voetbalde ook in het Artiestenelftal. Ben Cramer deed ook een keer mee. Hij kende me niet. “Wie ben jij?”, vroeg ie. De volgende keer, nadat ik wat over hem had geschreven, voetbalde ik weer met hem. “Ken je me nu?” Dat deed hij. Artiesten zijn doorgaans toch wel op publiciteit gesteld.

Geld verdienen

Fotografen, freelancers, ik regelde alles bij ons persbureau. Eens per jaar hadden we een sollicitatieronde. Jongens en meiden van de School van Journalistiek, soms wel een stuk of twaalf, dertien. Ze wilden allemaal voor een kwaliteitskrant werken, maar die had voor al die afgestudeerden niet genoeg plek. Op ons keken ze wat neer. “Bij ons kun je geld verdienen”, zeiden we dan. Deden ze het toch maar.

Met bladen als TDK Tape Club Magazine probeerden we ook jongeren aan ons te binden. Met interviews met Léonie Sazias en Bas Westerweel van Toppop. Zij presenteerden, wij maakten de reportages en verzorgden de kleding, het logo en dat soort zaken.

Ruim vijf jaar heb ik dat persbureau, Gideon Productions, gedaan. Op een gegeven moment zei die maat van mij: “Gijs, ik wil je boek!” Maar dat was van mij, de inhoud wilde ik met niemand delen. Ik wilde het vertrouwen van de BN’rs niet beschamen. Dat zinde hem niet en de stemming verslechterde. Op een gegeven moment was ik het zó zat, toen ben ik ermee gestopt. Dat was voor mij het einde van het persbureau.”

Texvis

Zat ik weer zonder werk. Ik woonde toen al op Texel. Ik zou aan het werk bij Texvis in Oudeschild, in de viskwekerij. Maar dat is nooit van de grond gekomen. Ik solliciteerde ook in de aannemerij, maar dat werd ook niets.

Ik heb altijd gezongen en werd lid van “Geen C te hoog”. Ze waren bezig met de musical Anatevka, ik kon gelijk meezingen. In de pauze liet ik vallen dat ik werk zocht. Zo hoorde ik van De Bolder. Jaap Kiewiet, nu net met pensioen, was hoofd werkleider en woonde naast onze dochter Janka op Oost. Zo kon ik op basis van een halve baan aan de slag als kantinebeheerder.

Prinses Stefanie

Op dat moment dacht ik even terug aan mijn vorige werk bij het persbureau, aan die keer dat prinses Stefanie van Monaco op bezoek kwam. In mijn hoedanigheid als intermediair voor onder meer Avro’s Toppop haalde ik haar van het vliegveld, zoals ik dat wel vaker deed bij artiesten of andere bekende personen. Ze had een relatie met acteur Rob Lowe. Die was chagrijnig en vertrok meteen. Ik ben toen drie dagen met Stefanie opgetrokken om haar bezienswaardigheden te laten zien. En nu sta ik koffie in te schenken voor Harry Hartog. Zo kan het gaan in het leven.

Maar ik had het bij De Bolder geweldig naar mijn zin en kreeg al snel een hele baan. Met de ploeg marktkramen opzetten. Fantastisch werk. Maandag vroeg er uit voor de markt in Den Burg en in het seizoen in alle dorpen.

Op een gegeven moment kon De Bolder de wasserij overnemen. Ik heb daar drie dagen meegelopen en dat ging goed. Directeur Leen Noordzij ging over tot aankoop. Het stelde nog niet veel voor. Een wasmachinetje voor twaalf kilo en een chemische reiniger. Maar het is enorm gegroeid, op een gegeven moment deden we zestien ton per week. Uiteindelijk belandde ik bij de Algemene Dienst en gaf leiding aan mensen die werkervaring moesten doen en arbeidstherapie voor de Wet Inschakeling Werkzoekenden. Was vouwen, servicepakketten maken, tentharingen en noem maar op. Als er even niets was, dan ging ik naar kantoor om het te halen. Vonden ze eerst niet leuk, maar ik kreeg het wel. Als de boel wat inkakte, dan begon ik te zingen of te declameren. Collega’s zeiden dan: “Daar heb je Verschoor weer met zijn kippenhok.”

Faalangst

Er kwam een keer een vrouw, waarover ze zeiden: “Die krijg je nooit aan het werk.” Ze kwam en zei: “Ik wil niks, doe niks en durft niet.” Ze bleek faalangst te hebben. Ik zeg tegen haar: “Laten we eerst maar eens kijken wat er is te doen.” Het pakte goed uit. Ze overwon haar angst en eindigde bij ons zelfs achter de balie. Ik heb een goeie tijd gehad bij De Bolder, echt een fantastisch bedrijf.”

Zingen

Als zanger is hij befaamd om zijn diepe bas. “Bij ons thuis werd veel gezongen. Mijn vader was tenor en zat in een mannenkoor. In de kerk zaten we met het hele gezin op een bank achterin. Mijn vader betaalde daarvoor. Hij zong hard. Dus ik dacht: als je zingt, moet je hard zingen. Maar wel mooi. Aan het eind zongen we wel “Ere zij God.” Mijn vader zong hard, ik ook. De dokter die een eindje voor ons zat, keek dan om en knikte dan goedkeurend.”

Als kind zong ik thuis tussen de schuifdeuren en op school mocht ik voor de klas zingen. Op mijn vijftiende voor het eerst voor publiek, een vriendje speelde gitaar. Later heb ik in verschillende bandjes gezongen, zelfs semi professioneel. We speelden veel Amerikaanse muziek, die ik hoorde op Radio Luxemburg. Van Buddy Holly, Richie Valens, Mario Lanza, Jim Reeves en anderen.

Dory

Bij “Geen C te Hoog” leerde ik Dory (zijn echtgenote) kennen. Relaties tussen leden mocht officieel niet, maar ze accepteerden het toch maar. We zongen vaak samen. Op kerstavonden, met KTF, op scholen, bij de ouderenbond, etc. Ook op trouwerijen. Avé Maria en Panis Angelicus (César Franck). Dat wilde men altijd horen. Meerstemming, fantastisch mooi. Dyo Wassink begeleidde ons vaak. Ook met Dodenherdenking. Van origine was ik popzanger, dat klassieke genre is weer heel anders, maar ook erg mooi. Ik heb daarover bij de musicalvereniging wel eens een dispuut gehad met de muzikaal leider. Bij een nummer van Guys and Dolls, zong ik met een traan in mijn stem. Dat wilde hij niet, omdat het niet hoorde. Maar het lied leende zich er voor, ik deed het toch.”

Gijs is geen stilzitter en zit graag langs de weg. “Ed Witte van Langeveld & de Rooy belde me een keer. Hij was op zoek naar een chauffeur om de Vakantiekrant rond te brengen en kwam via mijn schoonzoon Martin Huizinga bij mij terecht. Dat ging aan. Na een paar weken vroeg hij of ik ook de Texelse Courant bij de drukkerij wilde ophalen, toen nog in Alkmaar.

Krant ophalen

Sindsdien rij ik elke dinsdag en vrijdag heen en weer, nu inmiddels naar de drukkerij in Diemen. Haal de kranten op, tel de pakketten af voor de bezorgers en breng ze rond. Ook de Vakantiekrant breng ik rond over het eiland. Hartstikke leuk werk en interessant ook. Ook weer een beetje in mijn oude vak, bij de media. En ik lees graag de krant. Dat voelt wel goed.

Maar nu is voor mij toch de tijd gekomen om het wat rustiger aan te gaan doen. Tot 1 september en dat stop ik. Die ritjes over het eiland, langs de strandslagen en al die dorpen. Ik weet nu al dat ik het zal missen.”

Aan afleiding geen gebrek. Gijs en Dory hebben samen vijf kinderen, elf kleinkinderen en vier achterkleinkinderen. "En straks hebben we ook tijd om wat langer weg te gaan met de caravan."


Gerard Timmerman