Een parasiet van de soort Nerocila orbignyi op de anaalvin van een diklipharder.
Een parasiet van de soort Nerocila orbignyi op de anaalvin van een diklipharder. Foto: Dennis Mosk

Diklipharder met parasiet in fuik van NIOZ

Nadat de TX36 enkele weken geleden een mul ving met een parasitaire pissebed op het lichaam, duiken nu soortgelijke verschijnselen op.


Vrijdag werd uit de NIOZ-fuik een zogeheten diklipharder gevist. In de anaalvin van de vis bleek zich een grote parasiet te hebben vastgebeten. Het NIOZ ziet wel vaker parasieten voorbijkomen op de gevangen vissen. “Maar dit type parasiet treffen we niet zo vaak aan.”


Het betreft een parasitaire isopode, een vrouwtje van liefst 25 mm lang. Hoogstwaarschijnlijk is dit de soort Nerocila orbignyi, maar de Nerocila soorten lijken erg veel op elkaar en zijn daardoor bijzonder lastig te identificeren. De parasiet is bewaard voor verdere analyse.

Nerocila orbignyi is een parasiet die op meerdere vissoorten is aangetroffen.


Enkele weken geleden werd op een sprot uit de NIOZ-fuik een andere bijzondere parasiet aangetroffen. Hier ging het om een parasitaire copepode van de soort Lernaeenicus sprattae.


Deze parasieten worden vaak gevonden op de ogen van sprot, maar ditmaal zat de parasiet ingegraven in de rug. Lernaeenicus sprattae is een parasiet die alleen op sprot voorkomt.