Anders bekeken

Onnoemelijk veel…


Vorige week woensdag stond er een handgeschreven rouwbericht in deze krant. Ik vond het mooi, gewoon en toch bijzonder. Onze handen, wat heeft de persoon er allemaal meegedaan; hard gewerkt, zijn handen flink uit de mouwen gestoken, vuil gemaakt, eelt gekregen, voor vrouw en kinderen, het land bewerken, de koeien melken.

Een soort laatste eer om dan met de hand dat ook kenbaar te maken naar de buitenwereld. Want wat heeft zij niet met die handen gedaan? Eten voor hem gekookt, de kinderen grootgebracht, hem verzorgd, gekoesterd? Wat doen we allemaal met onze handen?

Handen maken een hart van liefde, handen geven het gebaar van een liefdeskus. Nu we onze handen niet mogen schudden en afstand moeten houden, heb je pas in de gaten dat je ontelbaar veel je handen gebruikt. Onnoemelijk veel. Afgelopen week liep de gebarentolk Irma Sluis weg uit het beeld van de persconferentie.

Weet u dat ik het jammer vond? Ik kijk liever naar haar dan naar de mannen met de monotone boodschappen. Het is ook vernuftig hoe de gebaren al de regeltjes uitbeelden. En ik stond daarin niet alleen, er waren diverse reacties in de media. Ons handschrift zegt veel, onze gebaren zeggen veel. Onnoemelijk veel…

Ik had voor het eerst dit voorjaar een 'aangepaste' bruiloft in het gemeentehuis. Alles goed doorgesproken, verliep het in goede banen, gelukkig. Het echtpaar had reeds twee kinderen en het oudste jongetje wou ook graag tekenen. Natuurlijk mocht dat, niet op de officiële papieren, maar wel in het boekje. Hij deed het keurig. Ik gaf hem een compliment en hij maakte, klein als hij was, het gebaar 'high five'.

En ik maakte impulsief het gebaar terug, hij lachte, ik moest ook lachen. Het zijn de waardevolle momenten in het leven. De ouders hadden allemaal een stok gemaakt met een hand eraan en een handschoen. Ja. inventief zijn we wel, gelukkig.

Trouwen en rouwen, elkaar voor altijd de rechterhand geven, of je dierbare uit handen geven. Twee uitersten, maar toch zo dicht in liefde bij elkaar verbonden.

Ik ben de polder en de tuun ingegaan voor een bloemstuk als laatste groet. Margrieten en zuring, onnoemelijk veel. Ze staan mooi bij rododendron en de vroege lavendel, de allium en hedera. Ooit zei de liefhebbende vrouw tegen mij bij een open tuinendag: ”He Jozien, schoffel jij? Dat moet je niet doen, je moet het vol laten groeien, dan hoef je alleen maar met de hand te plukken.”

Ik moest er aan denken, het zijn oude wijsheden, en die zijn er gelukkig nog, onnoemelijk veel…..


Jozien