Afbeelding
Foto: Gerard Timmerman

De kant langs

Kamperen


Eén met de natuur, eenvoud, avontuurlijk en gezellig. Het eerste dat me te binnen schiet als ik aan kamperen denk. Lekker buiten, de benen op het gras, slapen onder een tentzeil, koken op een gaspitje en ’s nachts de geluiden van de bosuil en andere nachtdieren.


Mooie herinneringen aan allerlei kampeervakanties. In Zuid-Frankrijk, de Dordogne, de Ardennen, Wales en in eigen land. Zelfs op Texel. Niks zo leuk als met je tent er op uit, een camping oprijden, een mooi plekkie uitzoeken en opzetten die hap.


Als zovelen begon dat kamperen lang geleden in zo’n trekkerstentje, bij een tante in de tuin en de hele dag met vrienden in de trein op tienertoer het land door. Slapen op een matje, zonder enige vorm van luxe. Dat hebben we een heel tijd volgehouden. De laatste keer moet tijdens een Wampex zijn geweest. Dan ben je uitgeput en slaap je overal.


We gingen mee in de vaart der volkeren. De tent werd groter, ruimer, met een luifel, de matrassen dikker en zachter, een koelbox en wat al niet meer. Leeftijd brengt nu eenmaal een grotere behoefte aan comfort en gemak met zich mee, zeker bij kamperen. Zo deed ook de vouwwagen, oftewel klapkar, bij ons zijn intrede.


Via-via kwamen we daarna in bezit van een caravan. Bescheiden van omvang, maar toch een trede hoger in onze kampeer-evolutie. Van aardig wat gemakken voorzien. Op heel wat campings waar we kwamen begonnen tenten steeds meer een uitzondering te vormen. Je zag ze nog wel, met bewondering keken we naar de kampeerders die op hun fietsen aankwamen en zich in hun minimale tentjes installeerden op idyllische plekjes.


Het aardige van kamperen is dat je snel contact maakt met andere kampeerders. Een praatje is zo gemaakt. Altijd de onvermijdelijke vraag: “Waar komen jullie vandaan? Van Texel? Wat doe je dan hier?” Om daarna de herinneringen aan te horen van de vakanties die zij hadden doorgebracht op ons eiland. Sommigen hadden hier zelfs familie zitten en laatst vertelde iemand trots op Texel de eerste vakantie met zijn vrouw te hebben doorgebracht.


Het hoort allemaal bij kamperen. Zoals ook de gang meerder keren per dag naar het sanitaire gebouw. Naar het toilet, de douche of om af te wassen. Ook op dat gebied is geen camping hetzelfde. Bij de één smetteloos en keurig afgescheiden afdelingen, voor mannen, vrouwen, douchen en de afwas.


Maar we kwamen het ook wel anders tegen. Alles een beetje door elkaar en met open verbindingen. Stond je aan de afwas en hoorde je aan de andere kant van de muur iemand zich inspannen om de grote boodschap er uit te persen, waarna de bijbehorende walm boven het aanrecht kwam opzetten.


Vorig jaar namen we een nieuwe stap in onze kampeerontwikkeling: we huurden een compleet ingerichte tent, voorzien van luxe douche en toilet. Wat kon ons nog gebeuren? Welnu, dit keer werden we ’s nachts niet gewekt door het geluid van de bosuil of rondscharrelende wilde zwijnen. Een of andere groep collega’s die op teambuilding was, zette het personeelsuitje ’s nachts voort met veel drank, rokend houtvuur en veel lawaai.


Kamperen komt er voor ons dit jaar niet van. Als onze vakantie is aangebroken, mogen de sanitair gebouwen nog niet open. We hebben nu een huisje gehuurd, in eigen land. Ben benieuwd hoe snel we heimwee krijgen naar de camping.


Gerard