Het kampioenselftal.
Het kampioenselftal. Foto:

Groen Zwarte Leeuwen kampioen

Onder de kop “Onze jongens lieten de (groen-zwarte) Leeuw niet in z’n hempie staan” doet de Texelse Courant van woensdag 16 mei 1951 uitgebreid verslag van het kampioenschap dat SV Texel op Tweede Pinksterdag van dat jaar behaalde.

Zij deden dit in de vierde klasse KNVB. De krant pakte flink uit, met naast het wedstrijdverslag op pagina 2 op de voorpagina een elftalfoto. Geen actuele van feestende spelers met bloemen, maar een al wat oudere. De beperkte technische mogelijkheden zullen daarbij ongetwijfeld een rol hebben gespeeld. Gevolg was wel dat Piet Stoepker op de foto staat, met in het bijschrift de aantekening dat in de kampioenswedstrijd tegen Koedijk niet híj maar Bob Bakker speelde.

De wedstrijd was de apotheose van een spannend seizoen. In de voorlaatste ronde had Texel moeizaam gewonnen van Koedijk, waardoor de ploeg na dertien overwinningen, zes gelijke spelen en twee nederlagen op tweeëndertig punten kwam. ZAP had één punt meer, maar was al uitgespeeld, zodat met een zege op Koedijk het kampioenschap een feit zou zijn. Bij een gelijkspel zou niet het doelsaldo de doorslag geven, maar moest een beslissingswedstrijd worden gespeeld.

In de kranten ervoor werd volop vooruitgeblikt. “Stellig, jaren achtereen eindigden we op de 2e plaats en ook bij aanvang van dit seizoen waren we lang niet gerust over de afloop, temeer daar het degradatiespook twee slachtoffers zou eisen. Het is anders gelopen, gelukkig, en het is daarom ook dat de vreugde van een kampioenschap door Texel 1 heel de vereniging en al de wedstrijdbezoekers bezielt. Texel 1, zet nu de kroon op uw werk en laat ons 2de Pinksterdag juichen!”

Met nadruk werd gewaarschuwd voor Koedijk, dat nog vocht tegen degradatie, maar in de weken ervoor goed op dreef was. Het strijdplan mocht duidelijk zijn: “Daarom Texel 1, niemand vrij laten, zeer snel en doortastend reageren, elke kans benutten. (…) Laat het voor Texel, maar ook heel bijzonder voor onze bruidegom Gerrit een feestdag worden. Velen zullen u vergezellen en hopen met u een onvergetelijk evenement in ons sportverenigingsleven mede te maken.” Met bruidegom Gerrit werd verdediger Gerrit Wilner bedoeld, die later die maand in het huwelijk trad met An Koorn.

Van geheimzinnigheid om de tegenstander te verrassen was geen sprake, want twee dagen voor de belangrijke wedstrijd stond de opstelling al in de Texelse Courant. In een apart stukje staat dat het helaas niet mogelijk is om een radioverslag te doen, maar dat de thuisblijvers “per bulletin” op het bureau van de krant in de Parkstraat op de hoogte zullen worden gebracht, met rond kwart over drie ’s middags de ruststand en rond vier uur de einduitslag en een kort verslag.

De lezers werden uitgedaagd de juiste uitslag te voorspellen. De winnaar kreeg een 18x24 centimeter grote foto van het kampioensteam. De tweede prijs was dezelfde foto, maar dan kleiner. De derde, vierde en vijfde prijs kregen ‘m op briefkaartformaat.

Texel 1, zet nu de kroon op uw werk en laat ons tweede Pinksterdag juichen!

Zoals gezegd, in de krant van woensdag 16 mei was er veel aandacht voor het kampioenschap. Op pagina twee staat een verslag in twee delen. Eén ervan is kennelijk van een clubcorrespondent . Hij noemt de spelers bij hun voornaam en meldt dat ze vergezeld werden door honderd supporters. Over het veld van de gastheren is de schrijver niet te spreken. Het was “zeer klein en verre van gelijk” en “bleek zelfs niet van een omheining te zijn voorzien”, “zodat de toeschouwers gemoedereerd op de uitlijnen stonden”.

Koedijk won de toss en was in de eerste helft “een goed half uur in de meerderheid”, maar “in het laatste kwartier begon Texel op te zetten”. Het eerste doelpunt viel vijftien minuten na rust “na een hevige doelworsteling, waaruit Harry de bal ten slotte het gewenste ‘duwtje’ gaf en Texel de leiding bezorgde”. “Zelden werd een doelpunt met zoveel vreugde begroet en Harry werd dan ook heftig aangeklampt.” ‘Harry’ moet blijkens de elftalfoto op de voorpagina Harry du Porto zijn.

Nadat ‘Bertus’ (keeper Heerschap) een voorzet van Koedijk “keurig had onderschept”, scoorde Harry opnieuw, ditmaal met een ‘punter’ waar de keeper overheen dook, zodat de bal in de benedenhoek ging. “Vlak voor het einde kopte Piet Eelman een voorzet van Stam netjes in: 0-3.”

Op dezelfde pagina prijkt een uitgebreider verhaal van de redactie, die niet bij de wedstrijd was, maar evengoed hartstochtelijk meeleefde. “Wij en velen met ons op Texel hadden nu en dan telefonisch contact opgenomen met Koedijk en telkens moest ons de teleurstellende mededeling worden gedaan, dat er nog steeds geen goaltje was gemaakt en… dat ons doel enkele malen aan groot gevaar was ontsnapt. Er waren meer corners op het Texel-doel dan op dat van de gastheren afgevuurd… Nee, erg prettig voelden wij ons niet. Als ze dan in ieder geval maar gelijk spelen, dan zou nog tegen ZAP moeten worden gevochten en hoe zou dat aflopen? Maar later klaarde de dreigende hemel helemaal op: 0-1, 0-2, 0-3. ’t Zat bar rustig!”

Het enthousiasme van de supporters “kende geen grenzen”. Ze stormden het veld op en namen aanvoerder Herman Neijens en “vele andere ‘Gladiatoren’ op de schouders”. De scheidsrechter feliciteerde de Texelaars namens de KNVB en felicitaties en bloemen waren er ook van Koedijk en afgevaardigden van concurrenten ZAP, Wieringerwaard en Bergen. “Het ligt voor de hand dat de kastelein van het nabijgelegen café veel (weer best) bier te tappen kreeg! De spelers werd een bloem in de revers gestoken en toen ging het luid zingend van ‘Hup, Texel, Hup, laat de (groen-zwarte) leeuw niet in z’n hempie staan!’ op weg naar het Gouden Boltje.”

Thuis wachtte de kampioenen een groots onthaal. “Toen de ‘Dokter Wagemaker’ een langgerekt ‘toe-oet’ liet horen, ten teken dat zij de haven van Oudeschild wilde binnenlopen, werd dat signaal beantwoord door een koor van claxons: de leden van Motorclub Texel hadden zich onder aanvoering van de heer C.P. Moojen op het haventerrein opgesteld: zij zouden de voetballers naar Den Burg begeleiden.”

Veel supporters hadden al schorre kelen en waren door “een feestmuts en een feestneus als clown vermomd”. Burgemeester De Koning drukte de aanvoerder en voorzitter D. Dapper de hand en sprak het elftal hartelijk toe. “Dit feest te mogen meemaken noemde burgemeester een van de grootste vreugden.” Hij gaf toe enkele malen te hebben gedacht “dat het mis zou gaan”. “Jullie trainden echter trouw en deden jullie uiterste best om kampioen te worden. Dat is gelukt en op zeer sportieve wijze. Daarmee kom je ook het verst en op die manier lever je je mooiste spel.”

Dapper dankte de burgemeester voor zijn mooie woorden en zei dat het hem veel genoegen deed “dat ons gemeentebestuur veel belangstelling voor de sport aan de dag legt”. Daarmee was de dag nog lang niet om. “De paarden voor de Jan Plezier stonden reeds te trappelen van verlangen om de spelers in een zegetocht naar Den Burg te brengen.” Onderweg werden ze “toegewuifd en toegejuicht”. “Aan het Schildereind stond Texels Fanfare gereed en onder blijde klanken ging het Den Burg door. Overal wapperde het rood, wit, blauw.”

Voor het clublokaal in Hotel De Graaf (nu de apotheek) verdrongen zich honderden mensen, maar eerst ging het nog verder door het dorp. Piet Dekker, kastelein van het Stoombootkoffiehuis in Oudeschild, reisde ook mee met de stoet. “Voor Hotel De Graaf liep hij druk zwaaiend met de Texelse vlag en zong het hoogste lied. Hij danste van vreugde.” Jb. Schrama, voorzitter van het fanfarekorps, gaf toe weinig verstand van voetballen te hebben, maar wel te weten dat het kampioenschap een belangrijke gebeurtenis was. “Aan de Overkant heeft de mening post gevat, dat wij hier (nog) in een rimboe leven, maar thans is weer duidelijk geworden dat de ‘Texelse Inboorlingen’ wel iets kunnen presteren.”

Na alle toespraken was er een diner, kwamen afgevaardigden van zusterverenigingen Texelse Boys en SVC feliciteren en werd de spelers een rondje aangeboden door nota bene de burgemeester van Koedijk.

Aan het slot van het stuk werd zowel vooruit- als teruggeblikt, want Texel 1 wachtte nog een beslissingswedstrijd tegen BKC om promotie naar de 3de klasse. Dat gebeurde al eerder, in 1937 (er staat 1927, maar dat is duidelijk een vergissing), na “een klinkende 4-0 overwinning” op Alkmaar, door doelpunten van onder anderen Piet Neijens en Herman Neijens. Saillant detail: beide broers speelden veertien jaar later nóg, Herman als aanvoerder van Texel, Piet als aanvoerder van rivaal ZAP. Ook in 1931 werd Texel kampioen, toen van de 1ste afdeling C van de Noordhollandse Voetbalbond.

Tot een nieuwe promotie kwam het niet. De eerste wedstrijd tegen BKC werd op de laatste zondag van mei in Anna Paulowna met 2-1 verloren. Texel had daarbij de handicap dat enkele spelers door hun eindexamen niet konden meespelen en de KNVB geen uitstel wilde verlenen. Om tenminste nog een beslissingswedstrijd af te dwingen moest een week later in Den Burg worden gewonnen. Dat lukte niet. Texel kwam door een doelpunt van Piet Stoepker weliswaar op voorsprong, halverwege de tweede helft kwam BKC op gelijke hoogte. De correspondent toonde zich niet eens zo heel erg teleurgesteld. “We weten dat alle spelers met de beste bedoelingen zijn aangetreden, ze hebben hun best gedaan, zonder echter tot hun beste vorm te komen. Toch hebben jullie een best seizoen achter de rug, met een afdelingskampioenschap tot besluit. We hopen een volgende competitie weer ’n belangrijke plaats te mogen veroveren. Dat kan als we naast onze conditie een goede balbehandeling, maar ook een betere speelwijze zullen hebben aangeleerd.”


Joop Rommets

Ook ondernemers zagen brood in het kampioenschap.