Anders bekeken...

Kloven


“Buurvrouw u bent toch niet ziek?” Ik ben met handschoenen in gevecht met grote takken bramen. Mijn handen zijn aan gort door al het wassen, kloven dwingen me tot het dragen van grote roze handschoenen ergens opgediept uit de erfenis van Oma Lena. “Nee skat, ik mankeer, op wat schrammen na over mijn armen, niks, hoezo?”


“Ik ben maandag jarig”, zegt hij een beetje sip en kijkt naar beneden. “Ja dat weet ik jongen, en manlief en onze oudste ook zondag.” Hij kijkt hoopvol omhoog . “Heeft u iets voor hen gekocht?” Ik knik en tracht wat op de kruiwagen te werken.

“Ja , natuurlijk ………en voor jou ook!”, zeg ik en geef hem een aai over zijn bol. Hij veert op en springt al bijna uit de startblokken om weer weg te rennen. “Als ik niet mag komen, slinger ik het toch over de schutting!”, roep ik hem na. Regelmatig hipt er een lief wit konijn, belanden er ballen en aanverwante artikelen in de tuin, dus laat ik het dan ook maar een andersom doen. Een heerlijk levendig gezin met speelse kinderen.


Dan komt de buurvrouw binnenrennen, met de dochter, in paniek: "Heeft u Mathijs gezien?” De jongste telg heeft de benenwagen genomen. Ik ren met hen mee naar buiten, het Koppesbossie in. Daar willen de jongens graag crossen, maar er is ook een vieze prutsloot. Ik hou niet van de combi prutsloten en kleine stappers. Maar daar aangekomen gelukkig geen Mathijs.


De zoektocht gaat door, het manneke wordt gevonden in een verlaten tuin, op een bankje heerlijk in de zon. Hij geniet en kijkt om zich heen, geen idee van wat er zich allemaal afspeelt in de wereld. Even ontsnappen aan al de drukte, de geluiden en gewoon genieten van de tuun van een aar.

Ja, dat wil ik ook wel. Even alle knoppen uit met alle akelige tv-berichten, even niet vernemen hoeveel doden elk uur, hoeveel zieken erbij op de care, even geen strijd om mondkapjes. Even niet weten dat er een mooie knappe leuke jongen is verongelukt op die verduvelde Laagwaalderweg. Even geen verdriet.


Even niets horen over prijzen die in elkaar zakken, vangst die tegenvalt. Even geen economische malaise die al staat te trappelen voordat we de deur hebben opengedaan. Even gewoon in de natuur zitten en vergeten, even het niet weten. Even niet denken aan de gaten die zijn geslagen, de kloven in het hart, die bijna niet te genezen zijn. Een narcis op een grafsteen. De natuur als een pleister op de wonde….


Jozien