"De Indiërs denken dat het helpt om je neus en mond te bedekken, dus doe ik dat op straat." Foto: Mary Munnik

Texelse Mary door corona vast in India

Mary Munnik, werkzaam bij strandpaviljoen Paal 9, vertrok in december voor een rondreis van drie maanden naar India. De coronacrisis gaf een onprettige wending aan haar reis. In de stad Goa is een lockdown ingesteld. Het betekent dat Mary vastzit in een vreemd land.

"Mijn terugvlucht stond gepland op 26 maart, maar deze werd gecanceld. In het begin was in India nog nauwelijks sprake van corona en in Goa helemaal niet, dus ik dacht goed te zitten. Zondag 22 maart werd in Goa een dag curfew opgelegd. Voor die dag heb ik eten ingeslagen. Maar dit werd verlengd met drie dagen, iedereen was onvoorbereid en had te weinig eten in huis. Op 24 maart werd landelijk een lockdown van 21 dagen opgelegd. Op 25 maart werden alle binnenlandse vluchten gestopt en er was geen verkeer naar buiten Goa meer mogelijk."

En zodoende zit Mary Munnik vast in India, waar ze verblijft in een hotel. Daar heeft ze nog geluk mee, in andere oorden werden buitenlanders uit het hotel gezet. "Ik ken iemand hier die dat ook is overkomen. Mijn hotel werkte eerst ook niet mee. Indiërs denken dat wij het virus hebben. Ik moest ik er zelf op uit om eten te regelen, maar dat is nu veranderd. Ze vonden het toch beter dat ik er niet te vaak op uit ging in het hotel. Ze doen boodschappen voor me, we delen wat er te krijgen valt en ze koken 's avonds."

Chaos

Volgens Mary is het chaos in de stad. "Na de lockdown gingen winkels verplicht dicht. De Politie met bamboerietjes sloeg mensen die zich niet hielden aan het straatverbod. Vervolgens besloot de chief-minister van Goa dat winkels wel open mochten, maar dat durven ze niet, want ze zijn bang voor stampij." Inmiddels zijn er winkels open, maar rustig is het allerminst. "Nu zijn er lange rijen voor winkels, er is een beperkt aanbod, de prijzen stijgen. Vrachtwagens mochten niet leveren, waardoor er schaarste is ontstaan." Hoewel de situatie chaotisch is, blijft Mary rustig. "Ik heb acht jaar in Kabul, Afghanistan gezeten. Ik kan wel wat hebben. Vannacht gaan er enkele repatriëringsvluchten, maar ik heb daarover niets gehoord van de ambassade. Ik vind ook dat medische gevallen prioriteit hebben."

De inwoonster van Den Hoorn probeert ondertussen haar steentje bij te dragen: "De eerste paar dagen waren best zwaar, ik was even bang dat ze me er ook uit zouden zetten. Nu ben ik kalm, ik help andere mensen rustig te blijven. Veel ouderen hier draaien door. We proberen ze te helpen met repatriëring, sommige hebben medische ondersteuning nodig." Ze heeft een aantal nieuwe vrienden gemaakt. "Een vriend van mij uit Sri Lanka is ook hier vast komen te zitten. Hij zit in een ander hotel, maar we hebben dagelijks contact. Ik heb contact met veel mensen via sociale media, ook met veel Indiërs die ik tijdens deze reis heb leren kennen. Ik vind het geen hel, maar ik ben me bewust van de risico's. Namelijk, dat de Indiërs ons aanvallen, omdat we geld hebben en omdat ze denken dat wij het virus hebben. Ik hoop dat de epidemie hier niet echt uitbreekt, want dat is dus nog niet het geval." Als de redactie dinsdag met Mary spreekt, is het rustig op straat. "Het is nu zo stil, net alsof mensen van het ene op het andere moment alles uit hun handen hebben laten vallen om naar huis te gaan. De Apotheek is open. Op de foto sta ik in de rij. De Indiërs denken dat het helpt om je neus en mond te bedekken, dus doe ik dat op straat. Verder houd ik van schrijven, dus dat doe ik nu veel. Ik verveel me nog niet." Ze meldt woensdagochtend: "ik heb me geregistreerd bij de Nederlandse ambassade voor een repatrieringsvlucht (kosten €900,-) maar ik heb daar nog niets over gehoord. Vannacht is er een vlucht naar Finland vertrokken, en de komende dagen zijn er drie vluchten naar Duitsland." Mary en de redactie spreken af contact te houden.