Anders bekeken...

Anti flu...


Ik zit achter de computer in het kantoor. Dorpelingen trekken de wandelschoenen aan en zwaaien. Kees Tinus komt voorbij op de fiets, hij gaat vast naar de moestuun. Kinderen spelen met een bal en de buurjongens hebben een nieuwe hobby. Ze hebben een brommer gehad en crossen om de beurt. Het liefst door het Koppesbossie. Dennis Witvliet is bij het kerkhof bezig, hij hoort het lawaai en komt poolshoogte nemen. Hij praat met de jongens, en het wordt stil.


Vreemd rustig, het lijkt op een vakantiedag, maar niets is minder waar. Ik heb net de telefoon neergelegd, drie huwelijken die op de rol stonden gaan niet door. De hotels sluiten, scholen werken digitaal, vakanties worden afgeblazen en ga zo maar door. Op ons eiland zijn de eerste mensen ziek geworden. In Italië staat de teller met slachtoffers op meer dan 3000. We hebben een vijand, onzichtbaar, maar we zijn in staat van oorlog. Een strijd die woedt, bij de een als een lichte aanslag, bij de ander als een strijd op leven en dood.


Verpleeghuizen sluiten de deuren, geen bezoek, geen besmettingsrisico voor de kwetsbare mens en Rutte maant ons tot afstand nemen. De anderhalve meter is beter. Er sluipt een soort angst in de mens, angst om tekort te hebben aan spullen, maf gedoe met wc-rollen. En angst om te verliezen wat je dierbaar is..


Gisteren had ik de oppas in Oldebroek en ging wandelen in de tuinen van Dr.Vogel. Narcissen en Forsythia in de bloei, maar geen kruiden van de dokter die opgewassen zijn tegen deze vijand. De andere wandelaars hield ik op afstand. Dat kleine meisje in de wagen moet nog groot worden en dat wil ik graag meemaken. Het medicijn moeten we zelf, in ons eigen lichaam creëren en dat kunnen we. Met behulp van de zorg, met iedereen die nog wel werken kan. Zeer zeker. Het vertrouwen en de hoop op een afloop waarbij de “schade” beperkt blijft moet de overhand houden.


Het buurmeisje komt met vriendinnetjes binnenvliegen in het kantoor. ”Heb u een snoepie buurvrouw?" en ze veegt haar snotneus aan haar mouw. Ik sta op en loop met ze naar de keuken, in de la ligt nog een zak, groene antiflu-tjes van de vakantie. “Natuurlijk”, zeg ik en deel uit. Ze is slim en leest op het groene zakje. Anti flu.


“Tegen de griep” zeg ik. Ze houdt haar hand op: "Voor mijn broertjes , dan worden ze niet ziek.” Met de zakken gevuld gaat het span weer naar buiten……"


Jozien