Regisseur, schrijver, artistiek leider en producent Koos Terpstra op het kerkhof waar hij als kind speelde. In
Regisseur, schrijver, artistiek leider en producent Koos Terpstra op het kerkhof waar hij als kind speelde. In "Het Eiland" gaat hij terug naar zijn jeugd. Foto: Gerard Timmerman

Wat is er waar van mijn jeugd?

Oud-Texelaar Koos Terpstra had geen gelukkige jeugd. "Ik was blijkbaar een rotjochie. Met terugwerkende kracht kan ik me het wel voorstellen." Het inspireerde tot de roman “Het Eiland”. Daarin verzint hij zijn eigen jeugd tot het een jeugd is die hem bevalt.

Hij schrijft over zijn moeder, die als puber vijf donkere oorlogsjaren inging en daarna vijf jaar verloofd was met een man op wie ze niet verliefd was. “En zo ging haar leven voorbij. Nooit hoorde ze erbij. En dan had ze ook nog een kind zoals ik.” Een jongen die het gevoel had dat hij nergens voor deugde. Hij hield er een sluimerende woede aan over, een onrustige aard en een overdaad aan energie. “Er moet de hele tijd van alles uit. Als ik niets doe, dan word ik naar. Het is heel goed dat ik in de kunst terecht ben gekomen, dat is mijn redding. Daardoor ben ik behoorlijk onschuldig.”

Van dat laatste was overigens niet iedereen overtuigd is. Zoals beschreven in de ingezonden brief “Straatschenderij” die in 1973 in deze krant verscheen, ondertekend door “een bejaarde”. Die voelde zich bedreigd door “een horde jongens die schreeuwend de Kantoorstraat in mijn richting kwam. Plotseling sloeg één ervan mijn hoed van het hoofd”. Terpstra hoorde bij dat groepje, knipte het stukje uit, bewaarde het al die jaren en vertelt in het boek nu zijn kant van het verhaal. “Op het graf van alles wat me lief is zweer ik dat wij geen enkele behoefte hadden die man ook maar met een vinger aan te raken.”

Maar hij zegt ook: “Wat zijn herinneringen waard? Wat is waar en wat is niet waar? In het boek verzint hij zijn eigen jeugd tot het een jeugd is die hem bevalt. Zo ontstaat een verzonnen familiegeschiedenis op een eiland waar alles mogelijk is. Door herinneringen op te halen aan zijn jeugd op Texel neemt Terpstra het leven onder de loep. Wat hoopt hij daarmee te bereiken? “Dat lezers over hun eigen leven gaan nadenken. Hoe zitten mijn herinneringen in elkaar. Wat is er waar van mijn jeugd?”

Een roman waarin feiten en fictie, waarheid en verzinsels, door elkaar lopen. Geen doorlopend verhaal, maar in stukken geknipt, verhalen op zichzelf. Geen schrijver die het zichzelf makkelijk maakt. “Ik wilde dat elke alinea goed zou zijn.” Schrijven doet hij al zijn hele leven, momenteel werkt hij bijvoorbeeld aan een toneelstuk. “Na veertig toneelstukken denk je dat het wel makkelijker zal gaan. Niet dus. Alles wat ik schrijf doet zóveel pijn. Zoals bij dit toneelstuk. Weken ben ik er misselijk van. Ik heb geen idee hoe ik er uit moet komen. Zo ging het ook met mijn boek "Het Eiland". Zoals bij dat stuk over de reünie.”

Hij doelt op het weerzien met oud-klasgenoten van de HBS. “Met dat stukje ben ik negen weken bezig geweest. Ik heb er tachtig versies van geschreven en kreeg het maar niet op volgorde. Ik ga door tot het gaatje, nu ben ik wel tevreden. Met dit toneelstuk weet ik ook: Nu heb ik drie weken buikpijn, maar als ik het dan goed heb, dan denk ik: fuck, dat doet niemand me na. Om vervolgens door te gaan met de volgende scène. Dan begint alles weer van voor af aan.”

Hij mag dan vol twijfels zitten, als schrijver, toneelbewerker, regisseur, producent en wat al niet meer heeft hij een indrukwekkende staat van dienst. Regisseur bij verschillende gezelschappen. Met Vijand van het volk en Troje Trilogie werd hij geselecteerd voor Het Theaterfestival. Genomineerd voor de Gouden Gids Publieksprijs met het stuk Elektra. In 1994 won hij de Perspectiefprijs, en in 1995 de Prijs van de Kritiek en de CJP Podiumprijs.

Een boek had ik nog nooit geschreven

Als schrijver van De Troje Trilogie ontving hij de Taalunie Toneelschrijfprijs. Artistiek leider van meerdere toneel- en theatergezelschappen, zoals het Noord Nederlands Toneel. En hij begeleidt cabaretiers. Zoals Lebbis en Jansen. Ook tv-maker. Zo is hij eindverantwoordelijk voor “Dit was het nieuws.”

Op zijn 65ste is het vuur nog niet gedoofd. Nu is hij betrokken bij allerlei projecten, zoals het Leids Cabaretfestival, Festival Oerol, etc. Uitdagingen gaat hij niet uit de weg. “Een boek had ik nog nooit geschreven.”

Het was zijn leraar Nederlands Hennephof op de HBS die het literaire vuur in hem deed ontbranden. “Hij was één van die mensen die mij een duwtje gaven. Die me aankeek, zo van: jij bent zo beroerd nog niet. Hij heeft me gewonnen voor de literatuur. Dat kwam als een mokerslag bij me binnen."

Boekpresentatie

Hennephof is van de partij als “Mijn Eiland" zaterdag 29 februari van 14:00 tot 17:00 uur wordt gepresenteerd bij Nauta Boek. Met wethouder Jaap Vlaming en achter de toonbank cabaretiers Peter Heerschop, Erik van Muiswinkel, Nhung Dam en Eric van Sauers. Belangstellenden zijn welkom.

Gerard Timmerman