Solveig Rip:
Solveig Rip: "Ik houd van lezen en wandelen, ik dans en volg een cursus kunstgeschiedenis aan de Vrije Academie." Foto: Jeroen van Hattum

Belangrijk dat mensen zich gehoord voelden

Tot vorig jaar was ze aan de overkant actief als kantonrechter. De toga hangt inmiddels aan de wilgen, maar daar zijn een hoop andere activiteiten op en buiten het eiland voor teruggekomen. Solveig Rip uit De Cocksdorp is deze week te gast in 'Eiland Van…'

Ze kreeg ooit van haar collegae in de rechtspraak te horen dat ze een 'intuïtief rechtsgevoel' heeft. Oftewel; ze voelde op een gegeven moment bij een rechtszaak haarfijn aan wie er gelijk dan wel ongelijk had. Dat weerhield haar niet van het vormen van een oordeel op basis van feiten en toetsing aan het recht, maar ze kon vertrouwen op haar eigen rechtsgevoel. "Uitspraken formuleerde ik, voordat ik ze deed, altijd eerst vantevoren op papier. Dan merkte ik meteen of ik in de juiste richting zat. Als het formuleren soepel verliep, zat ik in de juiste richting, als het moeizaam ging was het een ander verhaal."

Wat voor werk deed u als kantonrechter?

Veel zaken op het gebied van voornamelijk wonen en werken. Als kantonrechter doe je uitspraken in arbeidszaken, civiel recht, bewindvoering, onder curatele stellen, mentorschappen en financiële kwesties. Je doet ook uitspraken bij lichte strafzaken of bij mensen die wegens verkeersovertredingen moeten voorkomen.

Ik heb, na mijn studie in Groningen, eerst acht jaar in de advocatuur gezeten. Daar ontstond de interesse om rechter te worden. Als advocaat verdedigde ik vaak het standpunt van één partij en moest ik mezelf veel laten zien op bijeenkomsten om mezelf als advocaat onder de aandacht te brengen. Daar was ik minder sterk in. Het zijn van rechter had veel meer mijn interesse en dat ben ik ook geworden nadat ik me ervoor had aangemeld en er een extra opleiding voor had gevolgd.

Vroeger heb ik als kind leren zwemmen in een oude waterpoel van De Sluftervallei

Ik heb als kantonrechter gewerkt in Alkmaar, Utrecht, Amsterdam en Den Helder. Daar was ik de laatste kantonrechter totdat het kantongerecht een aantal jaar geleden moest sluiten. Dat was jammer, omdat mensen van Texel nu langer moeten reizen voor rechtspraak. Bij het kantongerecht kon je ook snel uitspraak doen in zaken. De rechtbank in Noord-Holland is na het sluiten van de nevenvestigingen in Den Helder en Hoorn een grotere organisatie geworden en dan gaan de dingen meestal wat logger en langzamer. Ik beschouw het verdwijnen van het kantongerecht als een verlies voor Texel. Er werd destijds bij de sluiting helaas weinig aandacht aan besteed door de politiek.

Hoe bent u ooit op Texel terecht gekomen?

Ik kwam in 1957, toen ik 4 jaar oud was, al voor de eerste keer op Texel. Ik kom uit een groot gezin in Soest en wij waren gewend ieder jaar minstens één keer naar Texel op vakantie te gaan. Dan bivakkeerden wij op de Sluftervallei, waar toen nog alleen de witte huisjes met rieten daken stonden. Het vertier werd destijds in de vorm van zaklopen en oud-Hollandse spelletjes verzorgd door de gasten zelf. Ik heb er zwemmen geleerd in een oude waterpoel. Ik voel nog mijn voeten in de bodem van de klei en de modderachtige substantie. Zowel mijn familie als ik waren uiteindelijk niet meer van het eiland weg te slaan. In mijn studententijd heb ik zelfs meegedaan aan de badmeesterij bij gebrek aan (destijds) voldoende mannelijke badmeesters. 's Zomers heb ik vaak bij paviljoen paal 17 gewerkt toen dat nog van Jaap en Connie Eelman was.

Ik had altijd graag op Texel willen wonen, maar mede door mijn werk kwam het daar niet van. In 2004, toen ik minder hard gingen werken, heb ik een zomerwoning gekocht op De Krim. Toen ik de mogelijkheid kreeg om in Den Helder te gaan werken, kon ik mijn wens om permanent op Texel te gaan wonen realiseren. Daarvoor woonde ik ongeveer 30 jaar in de Jordaan in Amsterdam. Een hele overgang dus, waar ik geen moment spijt van heb gehad. Het was een nieuwe fase in mijn leven.

Nog even terug naar de rechtspraak. Was het een mooi vak?

Ik vond het een prachtige verworvenheid om te mogen doen. Als je mij vorig jaar bij mijn afscheid had gevraagd wat ik het liefst zou zijn geworden, dan zou ik hebben gezegd: rechter. Ik probeerde altijd pragmatisch en oplossingsgericht te zijn en duidelijk in mijn taalgebruik naar anderen. Ik vond het ook belangrijk om zaken goed voor te bereiden, zodat mensen zich in een kwestie gehoord en gezien voelden. Als ik bij bijvoorbeeld echtscheidingszaken zag dat er net een kind jarig was geweest, dan maakte ik daar tijdens een zitting een opmerking over. Dat zag je mensen soms opgelucht kijken, omdat ze dan wisten dat je je goed had voorbereid, maar ook persoonlijk aandacht voor ze had. Een mooie herinnering is dat ik ooit een aantal mensen moest toespreken. Een vrouw in dat gezelschap kwam later op me af en vroeg of ik misschien een keer bij haar thuis haar opgroeiende kinderen op dezelfde manier zou willen toespreken…

En toen kwam het pensioen?

Daar heb ik bewust naar toegewerkt. De laatste keer om 7.00 uur met de boot naar de overkant, het laatste kort geding en de laatste keer na het werk in het donker thuiskomen. Ik was bang voor het 'zwarte gat', maar dat heeft zich niet voorgedaan. Ik geniet van het feit dat ik geen verplichtingen meer heb. Mijn tijd besteed ik nu aan golfen, ik zit in het bestuur van de Texelse golfclub, speel competitie, ben vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen en integriteit bij De Krim en heb op Texel een aantal bestuursfuncties gehad. Ik houd van lezen en wandelen en ik dans op de dinsdagochtend bij Ericka Voortman. Tenslotte is Menno Siebenga sinds kort mijn personal trainer en ik volg sinds enige tijd een cursus kunstgeschiedenis aan de Vrije Academie in Alkmaar. Iets waar ik tijdens mijn werk niet aan toekwam, maar wat ik graag wilde doen. Ook heb ik veel familie en vrienden die graag naar het eiland komen. Kortom, een druk bestaan.

Hoe ervaart u de mensen op Texel?

Texelaars zou ik beschrijven als no-nonsens mensen. Verder kun je in geval van nood altijd een beroep doen op de Texelaar en op de buren bijvoorbeeld. In mijn geval Erwin van der Linde en familie.

Wat moet er op vooral blijven zoals het is?

Texel moet blijven zoals het nu is. De verstening is wat mij betreft voldoende voortgeschreden. Ook de schapenboeten zijn mij dierbaar en zeer bepalend voor het Texelse landschap. Deze moeten zoveel mogelijk behouden blijven. In de krant van 11 februari stond dat er twee door de storm zijn beschadigd, waarvan één al in slechte staat verkeerde. Het zou mooi zijn als ze gerestaureerd zouden worden. Op Texel geniet ik enorm van de rust en de ruimte en het kleinsteedse. Als je wilt kun je nog steeds wandelen, bijna zonder iemand tegen te komen. Ik kom graag bij paal 33. De zee, de lucht en het licht zijn iedere dag weer anders. En wat van mij ook zeker mag blijven, zijn de Konikpaarden.

Wat zou er op Texel anders mogen?

Soms begrijp ik het beleid van de gemeente niet. Als leek heb ik het gevoel dat het "beddenbeleid" onvoldoende inzichtelijk is. Steeds weer komen er recreatiebungalows bij door wat mij betreft ondoorzichtig of onwenselijk geschuif met bedden. Ook noem ik als voorbeeld het bericht over de TESO-haven. Volgens berichtgeving in deze krant komt er een verdieping op een bestaande gebouw. Weliswaar in strijd met de geldende hoogterichtlijnen, maar niettemin toegestaan omdat er al andere gebouwen in de omgeving staan die ook hoger zijn uitgevallen dan de norm. Onbegrijpelijke redenering. Ook de grote schuur die recentelijk is verschenen bij de rotonde Nieuwlanderweg/Ruigendijk vind ik een voorbeeld van hoe het niet moet. Komende vanuit De Cocksdorp onttrekt deze schuur natuur aan het uitzicht. Had dat nou niet anders gekund? Maar ja, de beste stuurlui staan aan wal.

Wat verdient meer aandacht op Texel?

Dat er een hoop klusbedrijven zijn die beloven dat ze bij je langs komen, maar vervolgens zie je ze niet meer omdat ze het allemaal te druk hebben. Dat is iets wat ik vaak om me heen hoor.

Wie verdient een grote pluim op Texel?

Wat mij betreft verdient het Maartenhuis een pluim; een instelling voor mensen met een beperking op antroposofische grondslag. Ik zat daar acht jaar in de Raad van Toezicht. Ik heb bewondering voor de medewerkers die ondanks de ingrijpende wijzigingen in de gezondheidszorg er voor zorgen dat een grote groep mensen met een beperking op een prachtige locatie kunnen wonen en werken.

Hoe kijkt u tegen het toerisme aan?

Het toerisme is een onvermijdelijk iets. Het eiland leeft ervan. Hopelijk blijft er in de toekomst ook voldoende ruimte over voor de kampeerder.

Wat doet u over vijf jaar?

Over vijf jaar hoop ik in goede gezondheid het leven te leiden dat ik nu leid.

Volgende 'Eiland Van...'?

Mijn volgende gast zou zijn: Herbert de Geer. Ik ken hem van de golfclub. Een enthousiaste man die volgens mij heel wat te vertellen heeft en er een eigen mening op na houdt.