Afbeelding
Foto:

De kant langs

Meerslag

Ik woon in een bloeiende gemeenschap. Zeker rond deze tijd. In menig venserbank staan amaryllissen te bloeien. Ik heb ze zelf ook. Van die lange stelen met bovenaan drie of vier van die kleurige kelken. Het lijkt wel afgesproken werk.

Het is ook geen toeval. Van het najaar stond Piet Bakelaar aan de voordeur met de vraag of we amaryllisbollen wilden kopen. Een jaarlijks terugkerend ritueel, je kunt er bijna de klok op gelijk zetten. Piet is hartstochtelijk dammer, ooit speelde hij twaalf uur achter elkaar tegen Harm Wierma - en gaat met de bollen de deur langs om de kas van Damclub Oosterend te spekken.

Een traditie die een lange historie kent, wel een jaar of veertig. De dam- en schaakclub (toen nog), onder het bezielende voorzitterschap van Jacob Visman, haalde elk jaar een regionale topper naar Texel voor een damsimultaan. Maar Visman wilde wel eens een echte crack naar het eiland halen, een wereldkampioen.

Dammers van dat kaliber komen niet voor een habbekrats, die vragen een flinke grijpstuiver. Het was bollenteler Jan Trap die op het idee kwam om huis-aan-huis in het dorp amaryllissen te gaan verkopen. Zo nam handelaar Kees Koorn in ruil voor een bos paling van Visman op zijn wekelijkse trips naar de bollenstreek kratten vol mee naar Texel, die door leden van de damclub werden uitgevent.

Zo kwam het dat wereldkampioen Harm Wiersma het in januari 1979 gelijktijdig opnam tegen 52 tegenstanders. De grootmeester won 48 partijen, de vier andere eindigden in remise. In januari 1981 speelde Ton Sijbrands simultaan tegen 53 Texelse dammers. Hij maakte korte metten met al zijn tegenstanders, al deed hij daar bij de één wat langer over dan bij de ander. Eén jochie zat om kwart voor tien 's avonds nog aan het bord. Pesterig zei die tegen zijn vader. "Jij had om half negen al verloren, hé pap." Na afloop overhandigde Visman, vermaard om zijn paling, Sijbrands een envelop met inhoud. De grootmeester ging ook met een bos paling naar huis.

Een traditie die zich menigmaal zou herhalen, zo kwamen ook het fenomeen Jannes van der Wal en de naar Amerika geëmigreerde Iser Koeperman. De dammers hadden naar verluidt ook hun zinnen gezet op een andere Rus, maar volgens zeggen gooide de staatsveiligheid roet in het eten.

De tijd dat wereldkampioenen naar Texel kwamen ligt al een tijd achter ons, maar Piet komt nog steeds met amaryllissen langs de deur. Als "laatste der Mohicanen", andere dammers zijn één voor één afgehaakt. Piet maakt zich er niet met een Jantje van Leiden vanaf. Zelfs drie bollen had hij dit keer in de aanbieding, een met rode, eentje met witte en een roze bloemen. Met een handleiding erbij, hoe je ze moet opkweken.

Het afbroeien van zo'n bol is niet als een potje sneldammen, maar vergt geduld. Na het planten duurt het lang voor er ook maar iets gebeurt. Toen ik de moed bijna had opgegeven, kroop tergend langzaam een groen puntje uit de bol omhoog. Inmiddels ben ik de koning te rijk met één steel met vier grote rode bloemen en de roze staat ook mooi te bloeien. De witte belofte is onderweg. Ook elders in het dorp zie ik kleurige vensterbanken.

De bollen van Piet geven kleur aan de gure winterdagen en de kas van de club is weer gespekt. In damjargon: een meerslag.

Gerard@texelsecourant.nl