Gré Dros, dagelijkse zorg voor de vogels in de tuin.
Gré Dros, dagelijkse zorg voor de vogels in de tuin. Foto: Jeroen van Hattum

Ik had het fijnste werk van de wereld

Geboren en getogen op Texel?

Ik ben in 1929 geboren in Den Hoorn waar mijn vader Co Dros twee jaar eerder met een bakkerij was begonnen. Ik was destijds de allereerste van een nieuwe generatie Drossen. Kort na mij werden mijn zussen Bep en Fien geboren, toen tien jaar niets en daarna nog mijn broers Jan en Bob. Het was een fijne en veilige jeugd. 's Avonds speelden we met kinderen uit het dorp buiten, we zaten op school op de plek waar nu het dorpshuis is. Een schoolplein hadden we niet, we speelden gewoon op straat. Auto's waren er bijna niet en soms kwam er een paard en wagen voorbij. Alleen Slegh had toen een auto en mijn vader kocht op een gegeven moment een bestelwagentje, zodat hij kon bezorgen.

En daarna?

Ben ik in 1942 op mijn dertiende naar de Ulo gegaan. Daarna volgde in 1946 de kweekschool in Haarlem waar ik in contact kwam met literatuur en cultuur. Ik vond het prachtig, daar bloeide ik helemaal op. Het was een christelijke kweekschool, dat wilden mijn ouders graag, en het bleek een zeer vooruitstrevende school te zijn. Nog voordat ik klaar was, kreeg ik al een brief van meester Bakker van de school in Oudeschild of ik daar wilde komen werken. Ik had geld gekregen uit het Keesomfonds om te studeren, maar daar stond wel tegenover dat je minstens twee jaar je krachten aan Texel moest besteden.

Kinderen Oudeschild hadden grote mond maar gouden harten

Hoe was Oudeschild?

Ik heb er negen jaar voor de klas gestaan en dat was een leuke tijd. De kinderen hadden er grote monden en waren recht voor hun raap, maar ze hadden gouden harten. Ik heb diverse kinderen van onder andere de families Maas en Boom in de klas gehad. Ze waren soms nadrukkelijk aanwezig, maar je kon zien dat ze goed opgevoed waren. Nu kom ik in Oudeschild opa's met baarden tegen die nog juf tegen me zeggen.

Na negen jaar wilde ik wat anders en zo ben ik in Vlaardingen terecht gekomen waar ik 27 jaar heb gewoond en gewerkt. Ik heb daar les gegeven op een basisschool, een lomschool en een jenaplanschool. Bij de laatste werd veel samengewerkt tussen de kinderen en die vorm van onderwijs had ik achteraf bekeken graag eerder ontdekt. In 1985 kwam er een nieuwe onderwijswet waarbij kleuterscholen bij het basisonderwijs werden ingelijfd, een ingrijpende verandering. We vergaderden ons suf. Tegelijkertijd kwam er een regeling waarbij oudere leerkrachten vervroegd de vut in konden ten behoeve van de stroom jongeren die toen van de Pabo kwam en werkeloos dreigde te worden. Ik besloot van deze regeling gebruik te maken. Op mijn 59ste had ik nog genoeg vut om wat nieuws te beginnen, al had ik het fijnste werk van de wereld.

Vervolgens terug naar Texel?

Ja, ik ben met een tentje bij Pranger gaan staan, ik ben aan het zoeken geslagen en heb vervolgens in 1986 mijn huis aan het Schilderend gekocht. Ik kreeg in die tijd vaak de vraag 'wat ga je nu doen?' en dan zei ik altijd maar 'truien breien en taarten bakken', dan was ik daar meteen vanaf. Een tijdje later kwam ik in contact met de Historische Vereniging en daar heb ik jarenlang samen met onder andere Cor Reij de redactie van het blad van de vereniging gedaan. Daar heb ik ook 22 jaar lang vier keer per jaar een column over Tessels dialect geschreven. 'Tessels Praate' heette die. Toen ik tachtig werd, heeft Theo Timmer daar het boekje 'Ruumte Skaadt niet' van gemaakt met tekeningen van Monica Maas. Daarna ben ik helemaal gestopt met de Historische Vereniging. Ik kan dingen niet half doen; of ik doe het helemaal of ik doe het niet.

Welke betekenis heeft de kerk?

Ik ben vrijwel altijd actief geweest in de kerk, de laatste jaren in de Doopsgezinde Gemeente. Er is binnen de kerk zorg en aandacht voor elkaar en het is een vrolijk en ernstig christendom. Dat kan goed samen. We hebben binnen de kerk diverse kringen waar we thema's of boeken met elkaar bespreken. Dat is waardevol en gezellig om met elkaar te doen. Ik vind het ook heerlijk om te lezen, ik heb nog een stapel boeken liggen om te lezen.

Hoe ervaart u de mensen op Texel?

Als gemoedelijk en soms ook als gemakkelijk. Dat viel me het meest op toen ik uit Vlaardingen terugkeerde naar Texel. Daar was iedereen veel zakelijker. Hier is het eerder van 'ò, dot ken morge ok nag wel'.

Wat moet er vooral blijven zoals het is?

Het landschap en de rust. Ik maak me wel eens zorgen over de drukte, vooral als je ziet dat de meeste mensen voor het strand komen en niet voor de natuur. Natuurliefhebbers zie je dan meer in het voor- en naseizoen, omdat het dan rustiger is. Wat ik ook heel belangrijk vind, is dat vogels die op trektocht zijn zich hier kunnen opvetten. Texel is voor veel trekvogels een belangrijke plek om even tot rust te komen en krachten op te doen.

Wat zou er op Texel anders mogen?

Het onderhoud aan fietspaden, dat kan beter. Fietsen lukt me tegenwoordig helaas niet meer, maar eerder maakte ik met vriendinnen graag lange fietstochten op het eiland. Dat deden we vaak op vrijdag, omdat het dan wisseldag was en dan had je minder toeristen op de fietspaden.

Iets geheel anders dat wel anders mag; ik vind het jammer dat er in de huidige snelle maatschappij soms geen ruimte meer lijkt te zijn voor zelfreflectie. Gewoon even de tijd voor jezelf nemen, afvragen wat je doet, wie je bent en waar je eigenlijk staat. Dat zijn voor een mens belangrijke dingen om zo nu en dan eens bij stil te staan.

Wie verdient een grote pluim op Texel?

De mensen van de Gollards, het verpleeghuis en de thuiszorg verdienen een hele dikke pluim. In mei had ik mijn pols gebroken en dan kun je opeens geen veters meer strikken of zelf douchen. Ik heb toen hulp gehad van de thuiszorg en de een was nog liever en behulpzamer dan de ander. Het heeft me ook het gevoel gegeven dat ik hier niet in een 'eenzaamheidsgat' zal vallen als ik in de verzorging zou komen. Ik heb gelukkig een warme familie en veel aadige mensen om me heen. Natuurlijk vallen er, als je oud bent, mensen weg en moet je het steeds meer doen met herinneringen, dus tel je zegeningen.

Wie zou u in een volgende 'Eiland Van...' willen zien?

Ik ben benieuwd hoe jongeren tegen deze vragen aankijken, dus Hester Marseille lijkt me een goede kandidaat.