Wat ik zeggen wou

Archeologie

Bij twee berichten in de krant van vrijdag de dertiende, zou ik graag een archeologische kanttekening willen plaatsen. Deze betreft enerzijds de informatie betreffende de opgravingen in de Skilsloot, (pagina 1 en 9). En anderzijds het bericht betreffende de werkzaamheden in Waalenburg, ten behoeve van De Marel, (pagina 3).

Wat mij als archeoloog nu zo treft, bij het beoordelen van de inhoud van de berichtgeving is de discrepantie in het toekennen van archeologisch belang aan objecten uit ons dagelijks leven.

Voor wat betreft de Skilsloot kunnen we kort zijn. Die sloot werd, zoals kan worden verwacht, gebruikt als stortplaats, en levert niet veel meer op dan een ouwe schoen, de drinkschuit van een kokosnoot, en een schrille kreet bij de tekening van een doodshoofd op een beeldje. Daaraan kan nog een stootkussen vervaardigd van touw (en niet uit nylon! ) uit de industrie voor de scheepvaart worden gevoegd. Al met al een schamele opbrengst, waarvan de historische waarde in schril contrast kan worden gezet tot de vernietiging van een archeologische vindplaats waarvan de muren, de daken en de plattegronden tot voor kort nog te bezichtigen waren.

Ik doel op de dubbele, rietgedekte stolpboerderij genaamd De Voorzorg gelegen in de luwte van een groot aantal machtige oude bomen, tot voor kort, in het verre veld langs de Nieuwlanderweg, herkenbaar als de monumentale Twin Peaks van Texel.

De Voorzorg, een groots monument voor de toekomstige geschiedenis van het boerenbedrijf is helaas ten offer gevallen aan de hedendaagse wil, tot grootscheepse afbraak en vernieuwing, een pijnlijk verlies. Indien De Voorzorg behouden zou zijn gebleven, dan zou dat van grote betekenis zijn geweest voor de instandhouding van het architectonische verleden, en bovendien van waardig respect hebben getuigd, voor het boerenverleden, en -heden. Vanuit archeologisch perspectief kan daar nog aan worden toegevoegd, dat het verlies van het bodemarchief definitief is, gezien de intensieve graafwerkzaamheden op het bijgevoegde plaatje.

Helaas een gemiste kans voor de archeologie, en de levende herinnering van de boeren, want het moderne natuurcentrum De Marel, zal een verse trekpleister vormen voor de toename van natuurtourisme op Texel. Een trend waar noch de natuur, noch de liefhebber van natuur is gediend.

Froukje van Rossem-Klomp, Den Hoorn.