Kamp Moria. Op één van de kleine foto's bovenin geeft Kim yogales aan bewoners van het kamp.
Kamp Moria. Op één van de kleine foto's bovenin geeft Kim yogales aan bewoners van het kamp. Foto: Kim van Rossum

Bewoners Moria kregen een gezicht

"Iedereen die ik tegenkom vraagt hoe het was. En dat is een vraag die onmogelijk kort te beantwoorden is. Ik heb heel mooie en heel nare ervaringen gehad. Het is ook heel dubbel. Ik voelde me goed en slecht tegelijkertijd. Goed omdat het werk daar echt nuttig was, maar ook slecht: ik wist dat ik na twee weken weer naar huis, naar mijn normale leventje zou gaan. Die luxe hebben zij niet. De omstandigheden, verschrikkelijk. Je maakt je van tevoren een voorstelling hoe het is, maar als je de eerste keer door het kamp loopt, dat overtreft alle verwachtingen. Hele gezinnen die in één tentje slapen, tentjes die niet vast staan omdat ze op grind staan. Als het regent, stroomt het water zo de tenten in. En nu was het nog relatief warm. Maar in februari dit jaar lag er gewoon sneeuw hé! Dat kan ook dit jaar nog komen. Ik had me goed voorbereid, maar had niet verwacht dat er zo enorm veel kinderen zaten. Kinderen die als vluchteling zijn gekomen, maar ook die in het kamp zijn geboren. Ze zijn er terecht gekomen door de keuze van hun ouders om te vluchten. Een keuze die de ouders weer maakten om te kunnen overleven."

Kim vertelt open over haar ervaringen. "Ik weet niet of ik weer voor twee weken heen zou gaan. Het is eigenlijk te kort. Aan de andere kant heb ik wel veel kunnen helpen. Ik zou iedereen willen aanbevelen om te gaan, maar men moet niet gaan om 'aapjes te kijken'. Je moet er heen gaan met een duidelijk doel. Ik heb daar dagen gemaakt van veertien uur per dag en geholpen bij alles waar vraag naar was. We maakten wel duizend tot tweeduizend maaltijden per dag. Deze werden verdeeld onder vooral zieke mensen, zwangere vrouwen en kinderen in de groei."

Dit was niet het enige waar Kim zich mee bezighield. Kim verbleef bij een Grieks stel, Nikos en Katerina, die een restaurant runnen in een naburig dorp. Ze bieden vluchtelingen aan gratis bij hen te komen eten en doen in de loop van tijd steeds meer voor de vluchtelingen. Inmiddels hebben ze enkele huizen ingericht met goede voorzieningen waar ze ook activiteiten organiseren zoals kookworkshops, zwemmen of gewoon even relaxen en gebruik maken van internet. Elke dag halen ze tientallen vluchtelingen op uit het kamp, en brengen ze later weer terug. Bijvoorbeeld tieners die naast het eten ook nog een beetje Engels konden leren. In de praktijk werd het echt een wisselwerking: zij leerden mij Fârsi en daar staken zij weer Engels van op. Zo ging dat een beetje spelenderwijs."

Het kamp is over- en overvol en dat zorgt voor spanningen

Voordat ze in september die kant op ging, gaf ze aan dat ze yogales wilde geven aan de mensen in Moria. Is daar nog wat van terecht gekomen? "Jazeker. En dat vonden ze ook leuk om te doen. Het is ook confronterend: als je ze begeleidt bij oefeningen en ze aanraakt, voel je dat al hun kleren nat zijn, hun sokken, hun broek, alles was doorweekt. Zeker als de regen aanhoudt, zijn er geen droge kleren meer. Geen wonder dat er zoveel mensen ziek worden."

In de twee weken in het kamp voelde ze zich meestal veilig. Hoewel ze niet wil dat de nadruk op een incident komt te liggen, kan men natuurlijk niet om de rellen en de brand heen. "Ja, dat was heftig. De brand brak uit en er ontstond paniek. Mensen vochten voor hun leven en daaruit ontstonden rellen. Het was de druppel die de emmer deed overlopen voor een groep die al heel lang onder erbarmelijke omstandigheden in een kamp woont en vecht voor hun rechten, voor hun bestaan. Het kamp is over- en overvol en dat zorgt voor spanningen. Ik denk dat wij ook zouden doordraaien als we er langere tijd zouden wonen. Ik noemde ze zelf altijd vluchtelingen, maar spreek nu liever over mensen op de vlucht. Ze hebben een gezicht gekregen, ik ken nu de verhalen die ze forceerden weg te gaan uit hun moederland."

Behalve dat ene - heftige moment - voelde de inwoonster van Den Burg zich gek genoeg welkom. "Ik heb zelf een Aziatisch uiterlijk en in Moria zitten veel Afghanen, afstammend van de Mongolen. Ik werd vaak gezien als één van hen. Dat maakte benadering een stuk makkelijker. In het kamp liep je bovendien nooit alleen, dat was de regel. En als je 's avonds kwam om eten te brengen, ging je je busje alleen uit om het eten te overhandigen aan de politie. Er waren hele duidelijke veiligheidsprotocollen."

Nu ze een aantal weken terug is in Nederland beraadt ze zich op de toekomst. "Mijn hart zegt dat ik terug wil, maar ik moet kijken wat beter is voor de mensen op de vlucht in kamp Moria. Als blijkt dat ik vanuit hier meer kan doen, door bijvoorbeeld inzamelingsacties voor hulpgoederen te ondersteunen, doe ik dat. En een andere schaduwafweging kan ook zijn: houd je Moria niet in stand door er als vrijwilliger actief te blijven? Ik heb nu echt nog geen antwoord op die vraag. Feit is dat ik iedere dag wel zo'n 250 mensen zag vertrekken, maar ook weer vierhonderd nieuwe vluchtelingen zag binnenkomen, in boten en busjes. Wat is het juiste om te doen? Dat is een zeer lastige kwestie."

Ze leerde voor zichzelf in ieder geval dat ze niet te snel moet oordelen over andere mensen. "Op Texel hebben we ook een aantal nieuwe Nederlandse gezinnen. Er wordt dan al snel geroepen dat deze groep zich aan moet passen aan ons cultuur. Fietsen, stamppot, dat soort dingen. Dat gaat niet zomaar. Een groot deel van deze mensen komt hier getraumatiseerd aan. Probeer die mensen te helpen, tast af of ze niet eerst behoefte hebben aan rust. En als er behoefte aan is, help ze dan. Niet omdat het moet, maar omdat je het wil. Wees oprecht."

Hoewel ze 'maar' twee weken in Moria was, heeft het veel duidelijk gemaakt. "Het maakt lastige dingen in mijn leven niet onbelangrijk, maar het relativeert wel. Na mijn vrijwilligerswerk ben ik nog een week op Lesbos gebleven. In de laatste anderhalve week was mijn man er ook. Hij was na de brand in Moria direct naar Griekenland gekomen. Hij is mee geweest naar Moria en snapt nu wat ik daar gedaan heb. Dat is heel prettig. Dat praat makkelijker. Ik ben na het vrijwilligerswerk nog een week op Lesbos gebleven om tot rust te komen van alle ervaringen. Ik heb daar veel met locals gepraat. Door de vluchtelingencrisis, waar zij ook niet om hebben gevraagd, blijven de toeristen weg. Dat wordt deels gecompenseerd door vrijwilligers die naar restaurants en hotels gaan.

Stel je voor dat in plaats van Lesbos deze vluchtelingenstroom op Texel zou zijn? Hoe zouden wij daar mee omgaan?"

Job Schepers