Marktperikelen
De wintermarkt in Den Burg is, met zo'n twintig kramen ongeveer de helft van de zomermarkt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze minder ruimte inneemt. Waar het in de zomer erg lastig is om vanuit Het Polderhuis richting de Groeneplaats te komen door het groot aantal kramen, was het nu maandag helemaal leeg. Ik liep een rondje en zag maar een paar kraampjes op de Parkstraat. Het onderwerp kwam ter sprake tijdens de koffie. "Zet die kramen dan hiervoor neer, het zijn er maar een paar. Bijkomend voordeel is dat de Parkstraat gewoon toegankelijk blijft voor auto's."
Ik vond het een prima idee, ook uit eigenbelang, en mailde de voorlichting. Het antwoord was dat er niet genoeg ruimte was in de autovrije zone om de kraampjes van de Parkstraat te kunnen plaatsen. Gezien het aantal kraampjes dat ik op de Parkstraat zag staan en de vrije ruimte voor Het Polderhuis leek me dit sterk en na doorvragen kreeg ik het telefoonnummer van een ambtenaar die het goed kon uitleggen.
"De marktindeling is ook een democratisch proces met de marktkooplui. Er wordt maandelijks overlegd over de indeling. Zij staan liever in de Parkstraat dan op de Vismarkt, omdat ze daar meer in de luwte staan. Bovendien past het aantal kramen dat in de Parkstraat staat niet op de ruimte van de Vismarkt. Jij telt het aantal marktkooplui, ik het aantal kramen. Dat zijn er zeven. Dat past door de bouwwerkzaamheden en de bijkomende schuttingen niet daar."
Zelf kwam ik tot een ander oordeel, maar ik moet hierbij toegeven dat ik hierbij enkel af ga op afgelopen maandag. Het was enorm snertweer en misschien zijn er met mooi weer meer marktlui. We gaan het de komende periode maar eens monitoren. Ergens bekruipt mij het gevoel dat een paar marktlui nu bepalen dat de Parkstraat - onnodig - autovrij wordt gehouden, terwijl ondernemers, personeel en bewoners in het centrum, het hele jaar wel rekening houden met de markt. Zullen we het democratisch proces anders ook even doortrekken naar die mensen?
Job Schepers