De sloop van de Beatrixzaal is inmiddels zo goed als voltooid.
De sloop van de Beatrixzaal is inmiddels zo goed als voltooid. Foto: Jeroen van Hattum

"Overal in dit gebouw witte handafdrukken"

Slopers maakten afgelopen week een einde aan de Beatrixzaal die in 1969 werd opgeleverd. Oud-Texelaar en (oud) GVT'er Jaap Duin schreef in aanloop naar de sloop een prachtig verhaal over zijn herinneringen aan de zaal. Een bloemlezing.

"Vandaag is het vrijdag en help ik mijn vader met het leegmaken van de zaal. Hij was vroeger verdienstelijk turner. Kon reuzendraaien aan de rekstok en in de ringen. Daarna was hij jarenlang voorzitter van de gymvereniging die deze zaal gebruikte, Gym Vereniging Texel. Steevast afgekort tot GVT. Hij zat in wedstrijdjury's, hij speelde Sinterklaas, hij bakte oliebollen op oudjaarsdag. Deze vereniging zit in zijn bloed, zijn leden. De elektriciteit is al afgesloten, het is donker binnen, weinig ramen in deze zaal. Af en toe een strook fel herfstlicht, de zon krijgt maar weinig kans tussen de harde regenbuien door. Overal in dit gebouw witte handafdrukken van magnesium op de bakstenen muren, alsof je een prehistorische grot binnenloopt.

"We zullen wat kratten bier hebben weggedronken in deze kelder", zegt m'n vader als we de kelder onder de kleedkamers in gaan. Ik zie dat zo voor me. Verenigingsmensen, mannen en vrouwen, flessen wijn en kratjes bier na afloop van wedstrijden. Zo'n dag vol salto's (gehoekt, gestrekt, met halve en hele draai), barani's, scharen op het paard, reuzendraaien aan de rek, spagaat op de balk, gezonde lijven, lol, teleurstelling. Jonge talenten, senioren, meisjes en vrouwen, jongens en mannen. Daarna gezellig nazitten. Na zo'n dag kan ik me voorstellen hoe fijn het is als organiserend team om dan even samen te komen en na te praten met een biertje.

Boven de trap van die kelder hangt een prijzenkast. De bedoeling is dat die straks in de gloednieuwe sporthal, een kilometer verderop hangt. De vergaderingen daarover zijn nog niet afgerond, maar over twee dagen wordt de hal afgebroken, dus voor die tijd moet alles van waarde uit deze hal drukt mijn vader me op het hart.

In die grote prijzenkast hangt een prachtig vaandel van zo'n 1,5 meter hoog, en 80 centimeter breed. Zwart fluweel, in het midden een turner in witte broek in handstand op de brug, met zo'n prachtige holling in de rug. Gouden letters eromheen, GVT opgericht 2 maart 1923. Als de zaal het lichaam van de vereniging was, mijn vader en al die andere vrijwilligers haar handen, dan was dit vaandel toch wel de ziel. Op het hoogtepunt 800 leden, en nu nog zo'n 150 en strijdend tegen haar ondergang.

Ik loop daarna een beetje verdwaasd door die zaal, mijn tranen vloeien niet, ik voel ze wel achter mijn ogen. Ik weet niet wat me zo raakt. Ik woon al jaren niet meer op Texel, en aan deze zaal denk ik nog maar zelden. Maar ik heb geloof ik iets met verlaten sportlocaties. Zo'n zeldzaam zachte sfeer. Een sportschool met langzaam wiegende bokzakken. Een voetbalveld in de zomerstop. Dat soort dingen.

Drie keer per week trainde ik. Maandag en woensdag was er training voor een groepje dat wedstrijden aan de overkant deed. Soms de blaren op mijn handen van de rekstok, ondanks de leertjes die de handen beschermden. We ruimen de laatste dingen op, ik zet de deur terug die ik eruit gehaald heb, het is klaar. Als hij de sleutel in de buitendeur omdraait, en voor de laatste keer de zaal afsluit weet ik niet wat er in hem omgaat. Al die jaren, al die liefde die hij in dit gebouw heeft gestoken. Dat moet toch een boel voor hem betekenen.

Het hele verhaal is te lezen op de website van de Texelse Courant.