Wat ik zeggen wou - Protest

We mogen blij zijn dat we in een democratie leven. Dat houdt o.m. in dat de meerderheid van de gekozen vertegenwoordigers beslissingen neemt, rekening houdend met de minderheid. Dat geeft ons rechten èn verplichtingen. Zo mogen alle mensen verschillend zijn, voor de wet is iedereen gelijkwaardig. Daarnaast hebben we respect voor andermans meningen en goederen. En de vrijheid die we hebben en gebruiken, mag anderen niet in hún vrijheid beperken. En zijn we niet tevreden of het oneens met de gang van zaken, voelen wij ons benadeeld of beknot in ónze vrijheid, wordt jouw beroepsgroep onrecht aangedaan, dan heb je het recht je daarover te uiten, je ongenoegen te ventileren; kortom, we hebben recht op demonstreren. Van dat recht hebben veel boeren gebruik gemaakt. En of je het daarmee eens of oneens bent maakt niet uit. Mits je je aan de wetten, afspraken en (fatsoens)regels houdt. Maar tot mijn spijt en ontsteltenis is dat in veel gevallen niet gebeurd. Een politicus werd op brute wijze de microfoon en het woord ontnomen, omdat hij een andere mening had. Twee politici werden d.m.v. een doodskist en een kinderlijk rijmpje met de dood bedreigd, andere politici, ondeskundig op agrarisch gebied, werden kritiekloos toegejuicht na hun opportunistisch geblaat. Hekken, een deur en het Malieveld werden vernield, onze democratie te grabbel gegooid met militante uitspraken, de afspraak om slechts de rechter rijbaan van de snelwegen te benutten werd aan ieders laars gelapt en politiebeambten geïntimideerd en bespot. Wie de grootste mond/trekker had, leek gelijk te hebben!

Wat alle perken te buiten ging, was de dreigende taal naar minister Schouten. Seksueel getinte verwensingen die zij naar haar hoofd geslingerd kreeg waren onbehoorlijk en grof. Je kind of vader zal zoiets geroepen of geschreven hebben! Als dat soort taal gebezigd wordt in de richting van jouw vrouw, vriendin, moeder, dochter of zus... En welke flinkerd zou die verwensingen ten uitvoer willen brengen?

Na afloop meende een aantal woordvoerders zich te moeten verschuilen achter "incidentjes", "boerenhumor", "opgekropte woede", "groepsdruk", "een enkeling", "uitlokking". Deze vertegenwoordigers en organisatoren namen hun verantwoording niet! Het zou de Texelse boerinnen en boeren of hun vertegenwoordigers sieren, als zij zich wél openlijk zouden distantiëren van genoemde misstanden! In mijn achting zouden de boeren weer stijgen!

Johan Bokma (schoonzoon van een boer, die zich in zijn graf zou omdraaien als hij e.e.a. had meegekregen), Den Burg