De broers en zussen. Staand: Wim, Ruud, Piet, Kees, Theo, Martien, Sjef, Hans en Alphons. Zittend: Margreet, Ria en Annelies. Foto midden: trouwfoto van Jan en Naantje. Rechts: Piet, Wim, Hans en Kees.
De broers en zussen. Staand: Wim, Ruud, Piet, Kees, Theo, Martien, Sjef, Hans en Alphons. Zittend: Margreet, Ria en Annelies. Foto midden: trouwfoto van Jan en Naantje. Rechts: Piet, Wim, Hans en Kees. Foto: Familie Boom

De kinderen van Jan en Naantje

Hoe is het op te groeien in een groot katholiek vissersgezin in een overwegend "rood dorp" als Oudeschild en wat voor invloed heeft dat op je ontwikkeling? In "De kinderen van Jan en Naantje" door Margreet Berndsen vertellen twaalf "Boomen" hun verhaal.

"Mijn ouders hebben het goed gedaan met de kinderen. Ze hebben ruzies altijd weten te voorkomen, de eenheid weten te bewaren", vertelt Piet Boom. Als oudste van de twaalf kinderen kreeg hij de volle klap van de katholieke moraal. "Thuis draaide de helft van de tijd alles om de kerk. Zondags was er om 07:00 uur stille mis, om 10:00 uur hoogmis en 's avonds om 19:00 uur het lof. Je moest naar de mis én naar het lof. Daarnaast werd je als kind op het koor gestouwd of werd je misdienaar."

Toch wil Piet wel voorop stellen dat hij een leuke jeugd heeft gehad. "Ik was altijd met vrienden buiten." Ook zag hij hoe het gezin bleef groeien. "Om de anderhalf jaar kwam er een broertje of zusje bij. Toen ik een jaar of negentien was, stond Ruud, de jongste van ons, in de box. Nou wil ik niemand van m'n broers en zussen missen, maar ik dacht op het laatst, oh nee… Toch niet wéér eentje erbij?"

Passages uit één van de twaalf interviews in het boek, alle broers en zussen komen uitgebreid aan het woord. Ook de aangetrouwden. Zoals Cobi Boom-Gorter, met wie Piet trouwde. Ze was niet katholiek. Jan Boom was erg op haar gesteld en ook Naantje mocht haar graag. Toch stond moeder Boom te huilen in de keuken. Piet: "Ze was niet katholiek en dat kon gewoon niet. Op dat punt was m'n moeder nog strenger dan m'n vader." Cobi besloot katholiek te worden, probleem opgelost.

De kerk prominent aanwezig in het gezin, maar ook het water en de visserij als rode draad door het leven van de familie Boom. De visserij ging van generatie op generatie, Wim Boom, het tweede kind, ging al op zijn dertiende aan boord van de kotter. Dat was de TX88, die zijn vader "De Zes Gebroeders" had genoemd, naar zijn eerste zes zonen. "Ik heb er nooit spijt van gehad, ik had het ontzettend naar mijn zin. Lichamelijk was het zwaar. Wat tegenwoordig aan boord allemaal automatisch gaat, werd toen nog handmatig gedaan." In de zomer voeren ze toeristen, de rest van het jaar visten ze op garnalen. "Aanvankelijk vond ik het varen met toeristen best aardig, er zaten leuke meisjes bij, maar later kreeg ik er een hekel aan. Mijn vader daarentegen vond het prachtig. Hij kreeg altijd sigaren van de passagiers."

Toen ook andere broers groter werden en op zee de gelederen kwamen versterken, stichtten vader Boom, Wim, Hans (de derde broer) en Kees (de vierde) een firma. Die liet in 1960 een nieuwe kotter bouwen: De TX'88 "Anna Maria", vernoemd naar moeder Naantje en de drie inmiddels geboren dochters Annelies, Margreet en Ria.

In 1963 liet de firma nóg een kotter bijbouwen: de TX'66 "Petrus Maria", vernoemd naar opa Boom. De visserij kende in die jaren een explosieve groei en de familie wilde verder. De UK 222 werd aangekocht en omgenummerd tot de TX'77 "Johannes Maria". De kotter was 23 meter lang en had een motor van 300 pk. In 1970 werd met de aankoop van de TX'99 Johannes Maria", 36 meter lang en een motor van 600 pk, een nog grotere sprong gemaakt.

Boom sr. gaf het vertrouwen. Als je diploma's had, gaf hij zo een kotter aan je mee.

Met meerdere kotters en een scheepsdok groeide de firma Boom uit tot een indrukwekkend imperium. Een sterk familiebedrijf, maar ook met onderlinge verschillen. Wim: "Mijn vader en Kees vonden het prima zoals het was, maar de vloot groeide zo enorm, dat ik nog groter wilde. Ik heb altijd met de top meegewild." De tweede zoon stapte uit de firma en ging voor zichzelf. De ambitie van Wim, getrouwd met Annegriet, ging zó ver, dat hij in 1984 de TX'66 "Anna Margaretha" liet bouwen, op dat moment de grootste kotter van Nederland.

Het ondernemerschap kregen de Boomen met de paplepel ingegoten. Hans, de derde broer die niets voor de visserij voelde, kreeg vader Boom zover dat de familie de smederij van Jaap Kiljan overnam. Zonder dok werden schepen drooggezet in de Mokbaai. "We zetten het schip met hoog tij neer, groeven er dan als de sodemieter een gat achter, waarna we de schroefas verwisselden." In 1980 beschikten de Boomen over een eigen dok in Oudeschild, waarin 125 schepen werden "weggezet". Tien jaar later kochten Hans en echtgenote Kitty een groter dok.

De wederhelften vormen een stevige pijler onder de familie Boom. Hans: "Kitty is altijd m'n linkerhand geweest. Op en top een zakenvrouw." Vanaf dag één werkte ze volop mee in het bedrijf. "We deden eigenlijk alles zelf, tot aan de btw aan toe", vertelt ze. Broer Martien Boom heeft zo'n 44 jaar in de smederij gewerkt. Hij luisterde goed naar zijn broers in de visserij. Hun praktijkervaringen nam hij mee naar de werkplaats.

Moeder Naantje had het druk met zo'n groot gezin. Alleen al om het grut in de kleren te houden. Ze was goed met de naald en draad. Dat had ook een nadeel: de kinderen liepen altijd in verstelde kleren rond. Kees, de vierde: "M'n moeder zette overal knielappen en kontstukken op. Daar had ik een hekel aan, want daar kreeg je op school af en toe commentaar op."

Kees trouwde met Annie Bekker. Voor het huwelijk waren ze één keertje naar Valkenburg geweest. "We hebben keurig twee kamers geboekt en durfden 's nachts niet naar elkaar toe te gaan. In onze kringen mocht je pas het bed delen als je getrouwd was." Vader en moeder hielden bij met wie de kinderen omgingen. Toen Martien eens iets had met een meisje uit Nederhorst, belde opa daar op een dag aan om te kijken uit wat voor gezin ze kwam.

De meeste Boomen woonden vlakbij het ouderlijk huis aan de De Ruyterstraat. Vader Boom had de gewoonte daar oude pandjes te kopen en die, met hulp van opa en de kinderen, zelf op te knappen. Na hun trouwen namen de kinderen daar dan hun intrek. En wonen er nog steeds.

Boom sr. had groot vertrouwen in zijn kinderen. Alphons, de zesde: "Hij liet ons vroeg zelfstandig worden. Je moest alleen wel je diploma's halen. Als je die had, gaf hij zo een kotter aan je mee."

Muziek was een deel van de opvoeding. Alphons: "Ik weet nog dat mijn moeder het altijd prachtig vond als we achter het traporgeltje zaten. Al zat je nog zo vals te spelen, het viel haar niet op. 'God kind', verzuchtte ze dan, 'wat speul je toch mooi."

Jan Boom was dirigent van het kerkkoor, waarin ook menig zoon en dochter zong. Margreet, de zevende: "Ik weet nog dat we tijdens het afwassen met z'n allen meerstemmig zongen. Dat vond ik heerlijk." Alle kinderen hielpen mee in het huishouden, ook Ria, de achtste: "Het voelde niet als een verplichting, maar het was wel iets wat van je werd verwacht."

Sjef, de negende, herinnert zich een prachtige jeugd. "Er waren grenzen, maar we mochten toch veel. M'n ouders waren streng maar rechtvaardig." Annelies, de tiende, groeide op in de zestiger jaren: "M'n broer Sjef ving veel voor me op. Hij ging de strijd aan met m'n ouders om veranderingen erdoor te krijgen, hij ging niets uit de weg." Maar sommige zaken waren heilig: "We moesten naar de kerk en het koor."

Zo gelovig als hij was, begon Jan Boom in de loop van z'n leven toch te twijfelen aan de katholieke kerk. Hij liet zich een keer ontvallen dat hij zich door de kerk belazerd voelde. Piet: "M'n vader heeft tijdens zijn leven essentiële veranderingen meegemaakt, waar hij het echt moeilijk mee heeft gehad. Neem alleen al de geboorteregelingen, destijds een heet hangijzer. Heb je twaalf kinderen gekregen…"

De kinderen voedden elkaar op. Theo, de elfde: "M'n broers en zusters waren mijn controleurs. Als ik iets deed wat niet naar hun zin was, kreeg ik dat te horen."

Ruud, de jongste: "Ik heb van mijn jeugd het nodige opgestoken. Het bedrijf dat ik heb opgebouwd, Texel Catering en Banket Service, is waarschijnlijk deels te danken aan m'n vader en m'n broers, die de 'drive' hadden om zelfstandig te worden. Dat heeft zeker een stimulerende werking gehad."

Margreet Berndsen schetst in "De kinderen van Jan en Naantje" een treffend beeld van een groot, bijzonder en ondernemend gezin in een veranderende tijd. Het boek wordt zaterdag 2 november in familiekring gepresenteerd. Het boek van 112 pagina's is te reserveren bij Nauta Boek, Het Open Boek of bij de schrijfster tberndsen@hetnet.nl €25,- excl evt. verzendkosten.

De familie Boom met Cobi (van Piet) met het eerste kleinkind van Jan en Naantje: Jan-Peter.
EPSON MFP image
EPSON MFP image