Bas van Spréw, interim-directeur van Stichting Texels Museum.
Bas van Spréw, interim-directeur van Stichting Texels Museum. "Een hele leuke opgave." Foto: Gerard Timmerman

"Identiteit van musea STM versterken, de eenheid beter benutten"

"De bezoekersaantallen zijn goed, de begroting is op orde en de medewerkers doen hun werk goed en steken er hun hele ziel en zaligheid in. Dat ik zo'n organisatie mag helpen een professionele stap te maken is een hele leuke opgave."

Een kolfje naar de hand van Bas van Spréw (44), die onlangs aan de slag is gegaan als interim-directeur van de Stichting Texels Museum (STM). Hij studeerde landschapskunde en kwam al snel tot de conclusie dat zijn grootste kracht niet in het onderzoek ligt, maar meer op het organisatorische vlak. Hij was directievoerder, strategisch adviseur van het college van Amsterdam, directielid Kunst en Cultuur en stadsdeel directeur en deed ervaring op in andere functies, onder meer op gebied van erfgoed en ruimtelijke ontwikkeling. Maar was nu toe aan iets anders. "Ik had net tegen mijn vrouw gezegd: Ik wil weg uit de stad, het land in, toen ik werd gebeld voor deze functie."

Een dag of twee a drie in de week is hij op Texel, in principe voor een half jaar. Zijn taak ligt niet op het inhoudelijke vlak, maar vooral organisatorisch. "De vuurtoren, de Oudheidkamer, Kaap Skil en Ecomare hebben stuk voor stuk een verschillende signatuur, maar zitten in dezelfde organisatie. Doen al veel samen: facilitair, de bedrijfsvoering, administratief, financieel en organisatorisch. Hoe kun je, met respect voor en versterken van die identiteiten, de eenheid beter benutten? Ik denk daar de kracht in zit. De musea zijn uniek, hebben goede verhalen, van de geologie, via water en scheepswrakken tot en met de vuurtoren. De verbinding zit in het eiland, de geschiedenis en de omliggende zee." Eén van zijn taken is bijdragen aan een profielschets voor de nieuwe directeur. "Het is belangrijk met elkaar te kijken niet alleen wat we in 2020 doen, maar ook drie, vier jaar verder te kijken. Wat zijn dan de ambities? Het Palmhoutwrak is een ambitieus programma dat goed bij Texel past. Zo'n ambitie zegt veel over de instelling binnen de organisatie. Dat we mooie dingen willen laten zien en mooie verhalen vertellen. Maar ook kijken hoe en of datgene wat we ontwikkelen past bij onze doelgroep."

Met jaarlijks 450.000 bezoekers staan we qua bezoekersaantal landelijk op de twaalfde plek. Daar mag je best trots op zijn. Het biedt ook perspectief, bijvoorbeeld voor structurele bijdragen van het Rijk. Maar ook voor samenwerking. Landelijk, met andere musea, maar ook met Texelse musea en andere organisaties. In faciliterende zin of op een ander niveau. Zelf heb ik een groot netwerk in de archeologische wereld. Dat biedt ook kansen."