Afbeelding
Foto: Job Marloes van der Vis

De kant langs

Op zwart zaad

Héhe, ik heb de boot gehaald. Op het nippertje, als ik oprij sluit de klep achter me. Ik haal diep adem en sluit mijn ogen. Het volgende moment zijn we afgemeerd op 't Horntje. Ik zou zweren dat de boot vol was, maar slechts met een paar auto's kachelen we het eiland op. Geen glimmende SUV's, maar roestige en rammelende middenklassers.

De Pontweg is niet meer wat het geweest is. Vol gaten en butsen. Ik herinner me de armoedige staat van Hoeve Katwijk, maar het was me niet opgevallen dat ook andere gebouwen er zieltogend bij staan. Het is idioot rustig langs de weg. Bij de VVV lees ik "Gesloten". Hè? Van een wandeling door het centrum van Den Burg word ik niet vrolijk. Geen kip te bekennen, panden staan leeg. Wat zou er toch aan de hand zijn? Eerst maar een om boodschappen. Krijg nou het, Albert Heijn is ook al dicht!

Op naar Oudeschild. Geen spoor van de gebruikelijke reuring op de haven. Geen mens te zien. Rondvaartboten liggen tegen de kade te verroesten. Terrassen, cafetaria's en restaurants zijn dicht. De Waddenhaven biedt een verlaten aanblik. Waar zijn toch al die toeristen gebleven?

In De Koog moet het wemelen van de badgasten. Onderweg bar weinig verkeer. Geen ZZP'rs, bellend in hun bestelbusjes, vrachtverkeer of traag rijdende toeristen die ineens boven op hun rem staan. Geen pruttelende solexen bestuurd door uitgelaten groepen, tuktuks en nergens grijze senioren op elektrische fietsen.

Ik heb de weg vrijwel voor me alleen, best weldadig die rust. Maar ook onwerkelijk. Even langs Ecomare. Ook dicht, de bassins leeg. In de Dorpsstraat kun je een kanon afschieten. Geen schreeuwerige borden, rekken met kleding en nergens geur van patat en zonnebrand. Het strand verlaten, strandtenten staan er haveloos bij.

Ook De Krim is uitgestorven, het zwembad is dicht en waarschuwingslinten voor de evenementenhal. In de Kikkertstraat geen toerist te bekennen. Een Durper op een bankje bekijkt me wantrouwend. "Wat is er op Texel toch aan de hand? Waar zijn al die toeristen?", vraag ik. "Weet je dan niet dat sinds de invoering van de CO2-wet toerisme verboden is. De atmosfeer kon de uitstoot door auto- en vliegverkeer niet meer aan. Mensen gaan virtueel op vakantie. Ze nemen thuis een vakantiepil en zetten hun digitale bril op: Hallucinay Holiday!"

"Maar ja, geen toeristen, geen inkomsten. De BV Texel is failliet. Hotels, parken, campings, B&B's zitten zonder klandizie, net als restaurants, winkels, supermarkten, etc. Want alles hangt aan elkaar. Van dat handjevol Texelaars kunnen ze niet bestaan. Net als garages, accountants, hoveniers en andere bedrijven. Zelfs de gemeente kwam op zwart zaad te zitten. Geen geld uit de toeristenbelasting en het parkeervignet. Een enorm begrotingstekort. Geen geld voor scholen, zwembad, bibliotheek, muziekschool, etc. Alles dicht. Scholieren moeten naar Den Helder. Die waren er amper meer, veel gezinnen zijn vertrokken om elders werk te vinden." Wat een drama!

"En voor de Texelaars welkom thuis…" De matroos van TESO tikt tegen mijn autoraam. "Wakker worden! We zijn op Texel." Ik start de auto, rij van de boot en voeg mij in een lange rij auto's. Grote 4-wheeldrives, glimmende sportwagens, busjes met ZZP'ers en anderen. Kruipend in de file over de Pontweg, tot de rotonde. Dan naar Den Burg, waar ik na lang zoeken een parkeerplekje vind. Ik wurm me in het centrum door de toeristenmassa. Drukte als vanouds op Texel. Maar het voelt ineens wel anders.

Gerard@texelsecourant.nl