De 100-jarige Gerrit Hoogerheide kreeg woensdagochtend bezoek van burgemeester Michiel Uitdehaag.
De 100-jarige Gerrit Hoogerheide kreeg woensdagochtend bezoek van burgemeester Michiel Uitdehaag. Foto: Jeroen van Hattum

"Niet roken en met enige regelmaat vis eten"

Helder, kwiek en goedgemutst. Een paar eigenschappen van Gerrit Hoogerheide uit Den Burg die gisteren in verzorgingshuis de Gollards zijn honderdste verjaardag vierde. Hij mag zich daarmee sinds kort ook de oudste Texelaar noemen.

De heer Hoogerheide werd vrijdag 12 september 1919 geboren als zoon van Jacob Hoogerheide en Kaatje Backer in Oudeschild. Zijn vader was afkomstig van het Zeeuwse Tholen en voor werk naar Texel verhuisd. Zijn moeder was een echte Texelse. Hij groeide op aan de De Ruyterstraat in de buurt van de rooms-katholieke kerk. "Er was een visrokerij bij ons in de buurt, een werkplaats en Souwtje de Wijn woonde naast ons." Zijn bijnaam in het dorp was 'Gerrit van Kaatje'. "Mensen vroegen soms naar Gerrit Hoogerheide, maar die kenden ze niet in Oudeschild. Ze kenden wel Gerrit van Kaatje."

De heer Hoogerheide kreeg woensdagochtend bezoek van burgemeester Michiel Uitdehaag die hem namens de gemeente in de Gollards een bos bloemen bracht. Tijdens de koffie kwam onder meer aan de orde dat de heer Hoogerheide in de jaren dertig al op 13-jarige leeftijd begon te werken als schilder. Na de oorlog kwam hij in dienst bij de gemeente waar hij tot zijn pensionering 32 jaar lang schilder was en zich met andere vormen van onderhoud bezighield. Hij begon onder burgemeester De Koning die van 1950 tot 1967 burgemeester van Texel was.

Van januari 1943 tot januari 1953 was hij - net als zijn vader en later ook zijn zoon - redder bij de Koninklijke Noord- en Zuid-Hollandsche Redding-Maatschappij (nu de KNRM) in De Koog. Als gevolg daarvan zat hij in 1944 maar tien dagen in Assen, nadat vrijwel de gehele mannelijke bevolking van Texel daar te werk was gesteld. "De Duitsers die hier toen zaten, waren bang voor het water, dus ze wilden de mensen van de reddingboot in de buurt hebben. Een deel van die mensen kwam uit Oostenrijk en die waren helemaal niet vertrouwd met water." Zelf groeide hij in Oudeschild op met water. "We gingen vroeger met de roeiboot over de Skilsloot en toen kon je helemaal doorvaren tot aan de haven. Later met de werkverschaffing kwamen daar de werkzaamheden. Dat was allemaal nog met de kruiwagen."

Van zijn tijd bij de KNRM kan hij zich nog de redding herinneren van een trawler (de Bruinvisch) die op 29 januari 1946 voor de kust was vastgelopen. "Met het wippertoestel hebben we de bemanning van boord gehaald." Er werden toen elf mensen gered. Verder was het vooral veel oefenen met de roeireddingboot die er toen nog was. Volgens de KNRM is de heer Hoogerheide één van de oudste nog levende oud-redders van de reddingmaatschappij in Nederland.

De heer Hoogerheide trouwde na de oorlog met Jacoba Eelman. Zij bleven eerst acht jaar in Oudeschild wonen ("er was woningnood") en verhuisden daarna naar de Ada van Hollandstraat in Den Burg. De heer Hoogerheide woonde daar liefst 56 jaar, voordat hij naar de Gollards ging. Hij kreeg één zoon die inmiddels is overleden, heeft een kleinzoon aan de overkant en aangetrouwde familie op het eiland, nadat hij als weduwnaar was hertrouwd. Zijn schoondochter Harmien Hoogerheide zorgt de laatste jaren veel voor hem.

Volgens haar wordt hij vanwege zijn leeftijd vaak door anderen benaderd met vragen over vroeger en om uitleg bij oude foto's van het eiland te geven. Uiteraard kwam woensdag ook de vraag aan de orde welk 'geheim' er achter de hoge leeftijd zit. Het antwoord was een al vaker gehoord antwoord bij honderdjarigen: niet roken en regelmatig vis eten. De heer Hoogerheide gaf aan met tevredenheid terug te kijken op de afgelopen honderd jaar. "Ik heb een mooi leven gehad."