Het treintje van De Krim buitendijks op de 'Vlieland-boulevard' bij De Cocksdorp.
Het treintje van De Krim buitendijks op de 'Vlieland-boulevard' bij De Cocksdorp. Foto: Jeroen van Hattum

Treintje geeft beeld van noorden

"Tot hier zou bij vloed het water komen als er geen dijken zouden zijn", vertelt André van der Vliet, terwijl hij bij de Waddenkerk in De Cocksdorp op kniehoogte een spijker in de muur aanwijst.

Het is één van de vele wetenswaardigheden die aan de orde komen tijdens de rondrit met de groenwitte elektrisch trein van De Krim die sinds twee maanden dagelijks een rondje over de noordkop van het eiland maakt en ook dagelijks door De Cocksdorp rijdt. Bestuurd door afwisselend André van der Vliet of Jitze Beintema die beiden de afgelopen tientallen jaren de ontwikkelingen van De Krim en omgeving meemaakten. Doel van de rondrit is volgens André gasten een beeld te geven van de omgeving waar ze vertoeven. Daar is geen woord teveel mee gezegd. Het ontstaan van de golfbaan, het ontstaan van het park, het ontstaan van De Cocksdorp en Eierland, de landbouw, veeteelt en de natuur in het noorden; het komt allemaal voorbij tijdens de rondrit van twee uur.

De tocht leidt onder meer langs het waterbassin van De Krim waaruit de golfbanen worden gesproeid en waar 2360 zonnepanelen op het water drijven. Een plek waar je niet zomaar komt, maar als toerist wel. Het water in het vier meter diepe bassin is regenwater dat van het terrein van bungalowpark afkomstig is, de zonnepanelen zijn goed voor de helft van de elektriciteit op het vakantiepark.

Bij Labora vertelt André tijdens een tussenstop op de boerderij over de loopstal, de voederrobot en de melkrobots voor de koeien. Rijdend langs de Hollandseweg vertelt hij over de natuurontwikkeling bij Dorpzicht, het nieuwe natuurgebied dat daar ontstaan is en dat de weidevogel er een kans krijgt om de broeden.

De toerist wordt niet lastig gevallen met alle diepgaande discussies die rond dergelijke zaken op Texel kunnen spelen; die wordt kort bijgepraat over wat hij of zij allemaal ziet tijdens de rit. De interesses van de bezoekers in het treintje blijken ook vooral bij de algemene wetenswaardigheden over het eiland te liggen. De eerste vraag bij één van de tussenstops is dan ook meteen 'hoeveel mensen er eigenlijk op Texel wonen'.

Door de enthousiaste en concrete manier van vertellen van André en Jitze blijft er een hoop hangen en dat is wel een van de pluspunten van het treintje. Van lieverlee ontstaat het beeld dat de noordkop een rijk en gevarieerd gebied is. Rijdend door de Kikkertstraat komt het verhaal over notaris Kikkert en het ontstaan van de vuurtoren voorbij en Nicolaas de Cock wordt daar benoemd als de man die samen met 1500 arbeiders naar Texel kwam om het noorden in te polderen. Is het ook meteen weer duidelijk waarom de Kikkertstraat de Kikkertstraat heet en hoe De Cocksdorp aan zijn naam is gekomen.

Het 'haventje van Sil' wordt bekeken, wijlen Sil en Maarten Boon worden beschreven als echte strandjutters en André wijst erop dat er in het verlengde van de Kikkertstraat een grote trap tegen de dijk gaat komen. Nabij camping De Robbenjager wordt het allereerste Eierlandsche Huis benoemd. Het is niet bekend waar het precies heeft gestaan, maar het moet daar ergens in de duinen zijn geweest. De kastelein zorgde in ieder geval voor de schipbreukelingen en de meeuweneieren werden in de achttiende eeuw geraapt voor de rijkelui in Amsterdam. "Ze zullen het lekker hebben gevonden in die tijd."

Mooie afsluiting is een bezoek aan boerderij Axel waar het Texels rundvlees in een notendop wordt behandeld. De runderen worden geboren bij Werner Dros op Harkebuurt, waarna de stieren bij Axel op stal gaan. De slacht gebeurt in Oudeschild en de verkoop van het vlees is eveneens op Texel. De bezoekers in het treintje vinden het allemaal interessant om te horen.

En zo komt na twee uur De Krim weer in beeld. Onderweg heeft een aantal mensen vrolijk gezwaaid, maar er wordt ook meermalen wat meewarig naar het treintje gekeken. Verkeerde inschatting: het is een leuke manier om als toerist praktisch kennis te maken met de omgeving. André: "Dat hebben een hoop gasten gelukkig gedaan. Ook vaste gasten die al jaren op het park zitten, zijn mee geweest."