André Keesom bij zijn verzameling oude bandrecorders, radio's, tv's, singels en andere relikwieën uit de geschiedenis van de popmuziek.
André Keesom bij zijn verzameling oude bandrecorders, radio's, tv's, singels en andere relikwieën uit de geschiedenis van de popmuziek. Foto: Gerard Timmerman

Zolderkamer André museum popmuziek

De liefde voor muziek zat er bij André Keesom al vroeg in. "Mijn moeder zei: 'Als de radio aangaat, stond je te huppen in de box.' Als klein jochie zat ik altijd voor de radio. Radio Luxemburg had op zaterdag tussen twaalf en één uur de Top 10. Daar luisterde ik altijd naar. We woonden aan de Molenstraat en hadden zo'n grote radio met een glasplaat met zo'n wijzertje er achter, om de zenders te zoeken. Als je die aanzette moesten eerst de lampen opwarmen. Na een minuut of vijf kwam er pas muziek uit. We hadden een houtkachel, met van die blokken hout ernaast. Ik was een jaar of zes, zeven. Mijn grote broers, twaalf, dertien á veertien jaar, begonnen in een balorige bui eens met messen naar die houtblokken te gooien. Eén zo'n mes vloog de verkeerde kant uit, dwars door de glasplaat van de radio. Ik was razend." De radio werd niet meer de oude, maar met wat vindingrijkheid kwam er toch nog geluid uit.

Top 40

Het weerhield André er niet van uren en uren voor de radio door te brengen. "Later kreeg je de Top 40 en aan het eind van het jaar de Top 100. Dan zat ik van 's morgens negen tot 's avonds zes uur voor de radio. Met mijn bandrecorder nam ik alles op (foto onder, in de tuin). Ik wilde niets missen. Als ik eens Den Burg in moest, dan kruiste ik de nummers aan op mijn lijstje en gaf dat aan mijn moeder. Zat zij met de koptelefoon voor de radio de knoppen in te drukken. Later had ik een Persil transistorradio, bij elkaar gespaard met punten van het wasmiddel. Die nam ik overal mee naartoe."

Op een oude foto zit de jonge André met broer Jan en Johan van Heerwaarden in de garage bij een bandrecorder. "'s Zomers werd het huis verhuurd aan toeristen en woonden wij in de garage. 's Winters stond die leeg en bouwden wij die om tot studio." André nam niet lukraak maar wat op. "Ik noteerde alles." De lijsten heeft hij bewaard. Boeken vol, alles keurig genummerd. En bewaard. De banden en de boeken. Op de zolderkamer, zijn 'man cave' die hij heeft ingericht als een soort muziekmuseum. Volgestouwd met transistorradio's, bandrecorders. Platenspelers, cassettedecks en allerlei andere apparatuur uit een grijs verleden. Hij drukt op een knop en het Smurfenlied schalt door de kamer. "Deze bandrecorder is van 1952, een jaar ouder dan ik ben." Het nummer dat even later uit een apparaat komt, herkennen we niet. Het boek komt er bij, de vinger glijdt langs de lijst van geluidsband 13 en stopt bij "Gotta pull myself together" van The Nolans uit 1980. "Oh ja." De boekhouding klopt precies.

Muziek aan boord

"Op mijn zeventiende ging ik varen. De muziek moest mee op zee. Van mijn eerste loon heb ik voor 150 gulden een bandrecorder gekocht. Als ik vertrok stond ik met mijn plunjebaal en bandrecorder op het station. Zo nam ik de muziek die ik thuis had opgenomen mee aan boord. Op de kustvaarder hadden we 110 Volt, dus ik werkte met een omvormer. Dat kastje werd gloeiend heet."

Niet alleen muziek voor aan boord, bezoekers van de Raadskelder (het restaurant onder het voormalige raadhuis aan de Groeneplaats) hebben tientallen jaren muziek gehoord die André had opgenomen. "Mijn broer Harry heeft die zaak jarenlang gehad. Hij wilde een knap stukkie muziek en heeft toen een bandrecorder gekocht. Met autoreverse, zodat hij automatisch terugspoelde. Ik heb vijftien banden voor hem opgenomen." Broer Jan maakte voor Radio Texel jarenlang het programma "Rond de boerderij". "Ik verzorgde de muziek."

"Ik ben altijd gek van muziek geweest. Niet om zelf te spelen, maar om naar te luisteren. Dat zit gewoon in me." De zolderkamer getuigt van die passie. Stapels muziekbanden, apparatuur, speakers, lp's en het plafond volgeplakt met singeltjes. Van Demis Roussos tot Fleetwood Mac. "Oh Well", de eerste Alarmschijf ooit." André kent zijn klassiekers.

Als klein jochie zat ik altijd voor de radio

Alles tot in de puntjes gedocumenteerd. Daarbij werd niet op een uurtje meer of minder gekeken. "In die boeken ging verschrikkelijk veel tijd zitten. Een band van anderhalf uur opnemen duurde twee tot drie uur. En het veranderde. Halverwege de jaren zeventig kreeg je voor video Betamax en een jaar later VHS. Zo had je steeds wat anders. Nu ben ik al die banden aan het overzetten op mijn computer." Zo kwam hij opnamen tegen van zijn huwelijksplechtigheid in de raadszaal met Hennie. Daarop komt trouwambtenaar Wout Stam nog voorbij.

"Mijn kinderen zeggen wel eens: 'Wat heb jij in je leven veel technische ontwikkelingen meegemaakt.' Ze hebben gelijk. Nu heb je alles op je mobiele telefoon. Onvoorstelbaar wat je daarmee kunt. Horen ze een nummer op de radio dat ze niet herkennen, houden ze de telefoon bij de speaker en zegt het appje direct wat het is. De mogelijkheden zijn onbeperkt. Ik denk bij mezelf: dat moet ik allemaal niet meer willen."

Maar zijn muziekliefde leeft nog volop, wellicht als nooit tevoren. "Het eerste wat ik doe als ik 's morgens beneden kom is de radio aanzetten."

Gerard Timmerman

Afbeelding