Leden van de familie Charbon, nazaten van de rederij van de Pieter Antony, hier bekend als het Schervenwrak, met leden van Duikclub Texel.
Leden van de familie Charbon, nazaten van de rederij van de Pieter Antony, hier bekend als het Schervenwrak, met leden van Duikclub Texel. Foto: Gerard Timmerman

Nazaten maken verhaal Schervenwrak rond

"Het is uniek om de nazaten van de reder van het Schervenwrak (de "Pieter Antony") hier bij de expositie in Kaap Skil te hebben." Blijdschap bij Carl van Dijk, "Diving Dentist" en schrijver van het boek "Schatten van het Schervenwrak", over de komst van de familie Charbon, nazaten van de reder van het schip.

Het maakt het verhaal over het Schervenwrak rond. Dat begon in 2005 met de vangst van een oude kist vol messen bij De Bollen bij Oudeschild door de TX10. Duikers van Duikclub Texel gingen op zoek en vonden restanten van het schip en de lading. Eén van hen was Van Dijk uit Amersfoort, die wel een keer of zeventig op het wrak heeft gedoken. Er werden onder meer duizenden scherven van aardewerk, glas en porselein gevonden. Op één daarvan het jaartal 1822. Onderzoek leverde op dat het om de "Pieter Antony", een kleine driemaster met bestemming Rio Berbice in Suriname, die op 6 december 1822 was lekgeslagen en op de Zuidwal nabij 't Horntje gezet. Het schip was niet te redden, de lading werd zoveel mogelijk geborgen en verkocht. Van Dijk schreef een gedetailleerd boek, over de geschiedenis, de opgedoken spullen en andere wetenswaardigheden. Voorwerpen uit het wrak zijn te zien op de expositie in Kaap Skil die in juli is geopend.

Alles bij elkaar was er over de "Pieter Antony" dus al veel kennis boven water gehaald. De historie is nog completer dankzij spitwerk van Jaap Charbon, één van de nazaten van handelshuis "Charbon en Zoon", destijds rederij van onder meer de "Pieter Antony". Het fregatschip werd gebouwd in Zweden onder de naam "Urania" en was eigendom van Willem Braaksma. Op 10 juli 1817 werd het schip voor 15.000 gulden verkocht aan Charbon en Zoon. Er waren meerdere aandeelhouders, uiteindelijk zeven verschillende.

Charbon en Zoon bestond vanaf 1771 ongeveer een eeuw en handelde voornamelijk in koffie en suiker dat vanuit de voormalige kolonie Berbice (Guinee) Suriname naar Amsterdam werd vervoerd. De firma runde ten minste zes schepen, met namen als "De Hoop", "Pieter Eduard" en "Pieter Antony", vaak vernoemd naar nazaten van Jean Adam Charbon. Ook een brik onder de naam "Nickerie Packet", verwijzend naar Nickerie in Suriname.

Het runnen van een rederij ging niet altijd van een leien dakje en bracht grote risico's met zich mee. De stranding van de Pieter Antony is al genoemd. De Hoop kwam op 26 september 1818 na vertrek uit Berbice op de Atlantische Oceaan in een zware storm terecht. Masten gingen verloren, kanonnen sloegen overboord, het schip maakte veel water en lading moest overboord worden gezet. Met moeite wist men Bermuda te bereiken, maar uiteindelijk ging het schip en 350.000 pond koffie verloren.

De Nederlander, een ander schip van Charbon en Zoon, was in 1838 op een reis van Suriname naar Amsterdam lek geslagen en liep met grote schade Dover binnen. Behalve eigen schepen liet het handelshuis ook goederen vervoeren. Zoals met "de Vrouw Catharina", die in 1836 na terugkeer uit Suriname bij Texel in quarantaine moest wegens het gevaar van gele koorts.

Tot 1836 arriveerden er maandelijks schepen met lading voor Charbon en Zoon uit Berbice, daarna voornamelijk uit Suriname. De lading naar de koloniën bestond voornamelijk uit gebruiksvoorwerpen, stoffen en bakstenen. De retourlading uit cacao, koffie, suiker, rum, citroensap, hout en katoen. Na 1848 was koffie zo goed als uit de lading verdwenen. Uiteindelijk ging het handelshuis failliet.