René Hoep, tweede van links in 'Herbie the Dirt Bug'.
René Hoep, tweede van links in 'Herbie the Dirt Bug'. Foto: Eigen foto

Drievoudig kampioen moet wennen op NK

Na drie Aconzeges in de Keverklasse op rij besloot René Hoep het eind 2017 hogerop te zoeken. Hij maakte de stap naar het Nederlands Kampioenschap. Maar daarna hoorden we weinig meer. Hoe hangt de vlag erbij?

"Het is schakelen. Ik gebruik dit jaar vooral als leerjaar. De mannen waar ik hier tegen rijd, zijn van een ander niveau. Als je bent gestart, is het soms één en al stof. Ze tellen de seconden tot de bocht en sturen naar links. Zonder zicht. Dan is het alles of niets. Als je even je voet van het gas haalt, ben je weg. Bij de Acon had ik de spullen zo goed voor elkaar dat ik ruimte had om de kat uit de boom te kijken. Ieder rondje één of twee inhalen en dan bij de finish op het podium. Dat kan ik hier wel vergeten."

2018 had eigenlijk het 'wenjaar' van René moeten worden, maar door een roerige privésituatie kwam het racen even op een lager pitje te staan. Inmiddels is de rust weer terug in het leven van de Koger en afgelopen winter werd er flink gesleuteld om alles weer voor elkaar te krijgen. "Er zijn strenge eisen zoals maximaal een 1600 cc motor en één carburateur van maximaal 40 millimeter. De absolute top haalt een Ford-motorblok uit Engeland. Dat materiaal kan ik simpelweg niet betalen. Wij hebben op basis van een Honda-motor een eigen blok gebouwd. Maar je moet uiteindelijk elders je winst halen. Je gaat dan kijken hoe de auto lichter kan. Ieder schroefje dat uitsteekt werd afgeslepen en op een gegeven moment stond ik zelfs gaatjes te boren in de onderdelen van de auto waar dat kon. Met een keukenweegschaal ernaast. Ik kwam er snel achter dat dat ongeveer een gram winst per gaatje opleverde, dat ging mij zelfs te ver. Maar al met al hebben we de auto toch bijna vijftig kilo lichter gekregen."

'Herbie the Dirt Bug' weegt nu nog zo'n zeshonderd kilogram. Ondanks dat het uiterste er uit is gehaald, kan hij met zijn kever nog niet opboksen tegen de 'grote jongens'. Mijn motor heeft bijna 210 pk, die van de top vijf zo'n dertig pk meer. Maar dat is niet het enige hoor. Ik moet ook qua rijden veel beter worden. Ik merk dat ik lui was geworden in het Acon-kampioenschap. Soms kwam de auto pas één dag voor de race weer uit de bus. Even proefritje en weer gaan. Het kwam altijd wel goed. Ik merk wel dat het steeds wat beter gaat nu. Volgend jaar wil ik top 10 rijden. Eigenlijk top 5, maar ik weet niet of dat een reële doelstelling is. Het winnen mis ik wel een beetje, maar ik had deze uitdaging nodig."

Tot nu toe is een twaalfde plek in zijn eerste wedstrijd zijn beste prestatie. Eén keer werd hij zeventiende en in een andere wedstrijd ging zijn versnellingsbak stuk. "Maar komend weekend rijd ik in Gendringen en gaan we er weer vol voor. Soms mis ik ook een wedstrijd. Vroeger ging je op één dag heen en weer. Met het NK is het direct een heel weekend. Dat is voor de mannen die me helpen sleutelen ook lastiger met werk en familie. Als ik alles alleen moet doen als de mannen niet kunnen, is dat geen doen. Maar ze kunnen moeilijk iedere keer vrij gaan nemen voor mijn hobby", lacht hij.

De komende periode rijdt René naast Gendringen ook NK-wedstrijden in Lochem en Albergen en nog een losse wedstrijd in België op een 1000 meter lange leembaan. "Schitterend om te doen! Verder gaan we het wel zien. Een paar goede sponsors er bij zou mooi zijn, want het is een stuk duurder dan de vorige klasse."