Afbeelding
Foto:

De kant langs

Per Otium

Groen-Zwart, Texels in het hart. De spreuk staat sinds mensenheugenis boven deze krant en dat is niet voor niets: de kleuren zijn waar we voor staan, we voelen ons ermee verbonden. En we dragen het uit. Hier en in den vreemde. Zo kon het gebeuren dat we op camping Padjelanta, in het Drentse Vledder, tijdens een avondwandeling op de poort naar een standplaats een groen-zwart bordje zagen.

Toen ik wat verder keek zag ik een bus staan: Polybouw Keijser stond er op. Het zal toch niet? Ja hoor, Texelaars kom je overal tegen. Achter de poort steeg een krassend geluid op. Alsof iemand met een mes over stenen schraapte. Ik gaf een brul. "Texelaars zeker?" De poort ging open en daar stond Annie Keijser van de Spinbaan. Het krassen kwam van het mesje waarmee ze het onkruid tussen de stenen weg schraapte. Op sien Tessels was ze aan het "stréétje pluze". Ik dacht nog: Dat mens heb ok gien rust in d'r kont, zelfs op fekòònsie nag drok in de weer.

Gelukkig had ze wel tied voor een praatje. En dat duurde even. Want Texelaars onder elkaar hebben nu eenmaal veel te bepraten, of dat nou op Sompop is, in Vledder of waar dan ook. We kletsen wat af. Annie moest ook even d'r hart luchten. Want echtgenoot Martin, die al een decennia of vijf onvermoeibaar met polyester in de weer is en - als een ware "polyester-professor" - daarvan de meest bijzondere dingen weet te fabriceren, lag in het ziekenhuis.

Niet voor een wissewasje, nee, hij had het aan zijn rikketik en moest op stel en sprong worden geopereerd. Een heel verhaal over verdwenen aders en nieuwe aders die de bloedsomloop hadden overgenomen. Ik kan het zo niet navertellen, maar Martin bleek een soort medisch wonder. "Dat u nog leeft!", had de zuster geroepen. Afijn, Martin ging onder het mes en Annie, en wij dus ook, hoopten er maar het beste van. Annie zelf was trouwens ook wat krakkemikkig, ze had het in d'r rug.

Zo keuvelden we verder, ook over dat prachtige stekje dat ze daar hebben op die Drentse camping, volgens mij een plekje om lekker bij te tanken na al die drukke beslommeringen in hun bedrijf. Mijn oog viel weer op het groen-zwarte bordje op de poort. Nu zag ik het pas: "Per Otium" stond er op. Wat betekent dat nou weer? "Het is latijn voor "Op sien gemak", zei Annie. Ze had er al best veel vragen over gehad. Die lui uit Drenthe snapten er natuurlijk ook geen biet van. We namen afscheid en toen we verder liepen, hoorde ik aan het gekras dat ze weer verder ging stréétje pluze. Want, zere rug of niet, de boel moest wel gnap.

Het is alweer een week of wat geleden. Toen ik laatst over de Spinbaan fietste dacht ik: Toch maar eens effe kieke hoe het met Martin gaat. Nou, de chirurg had zijn werk blijkbaar goed gedaan, Martin zat aan de koffietafel in zijn werkkloffie en had praatjes voor tien. Zelfs alweer voorzichtig aan het werk en de baal shag lag op tafel. Dat kon hij niet laten, bovendien: met zijn kwaal had het toch niks te maken. Trouwens, aan dat polyester waarmee hij werkt, zit ook best een luchtje. "Ach", placht mijn moeder te zeggen, "of je nu door de kat of door de hond wordt gebeten, het komt op hetzelfde neer."

Nou ben ik alweer onderaan de pagina beland. Aangezien dit stukje een heel andere kant uit gaat dan ik vooraf dacht, is er geen ruimte meer over om mijn punt over groen-zwart te maken. Volgende week maar weer verder dan.

Gerard@texelsecourant.nl