Arie van der Vis, voor de houthandel. De foto is genomen in 1972. Rechtsonder de onderscheiding van de brandweer die hij op zijn ziekbed ontving.
Arie van der Vis, voor de houthandel. De foto is genomen in 1972. Rechtsonder de onderscheiding van de brandweer die hij op zijn ziekbed ontving. Foto: Familie Van der Vis

Leven Arie van der Vis in teken van bedrijf

Een pionier, die op een ooit afgelegen terrein aan de Maricoweg vanaf de grond een bloeiend familiebedrijf opbouwde.

In 1966 was Arie van der Vis één van de eerste ondernemers die zich op het gloednieuwe bedrijventerrein vestigde. Een gewaagde onderneming, aan de buitenkant van Den Burg, dat toen zo ongeveer ophield bij de Wilhelminalaan.

Arie had in zijn jeugd een opleiding tot machinebankwerker en automonteur gevolgd en werkte deels bij Dros Autocentrale en deels bij zijn vader Arie, die handelde in alles waar hij geld in zag. Later kwam Arie bij bouwbedrijf Drijver terecht. Maar het ondernemersbloed kriebelde en hij begon voor zichzelf. Zijn vader had aan de Wilhelminalaan kippenhokken, maar toen het voer meer kostte dan de kippen opbrachten, kwamen de hokken leeg. Arie gebruikte de ruimte voor opslag van hout, hard- en zachtboard, dat hij aan de overkant inkocht. Met de slogan "Het oord voor hout en board, nooit van Van der Vis gehoord", timmerde hij aan de weg.

Na een grondruil belandden ze aan de Maricoweg, waar in 1966 op 2400 vierkante meter Houthandel Van der Vis en Zoon werd geopend, later uitgebreid tot 6300 m2. De ruime loods bood plaats voor houtopslag, een keukenshowroom en een woonhuis voor het net getrouwde stel Arie en Ria van der Vis. Een jaar later verrees de woning bij het bedrijf.

Van der Vis leerde het vak in de praktijk. "Klanten vertelden me dingen en ik heb goed rondgekeken en geluisterd." Hij moest zich de kennis over diverse houtsoorten eigen maken en er moesten machines komen. Het afstellen van een bandzaag had veel voeten in de aarde. Avonden was hij in de weer om het goed te krijgen, want overdag was er geen tijd.

Dankzij inventiviteit en doorzettingsvermogen kwam overal een oplossing voor. "Kan niet ligt op het kerkhof en wil niet ligt er naast", was zijn motto. Als iemand hem zei dat iets niet zou kunnen, motiveerde hem dat het tegendeel aan te tonen.

De bouwsector floreerde in de jaren zestig en zeventig en de houthandel profiteerde. Steeds meer doe-het-zelvers en bouwbedrijven wisten de weg naar de Maricoweg te vinden. Tachtig procent van zijn klanten was particulier.

Eind jaren zeventig werd het bedrijf uitgebreid met een hobbycentrum, waar men terecht kon voor schroeven, spijkers en andere spullen. Klantgerichtheid stond hoog in het vaandel. Begin jaren zeventig werd de keukenshowroom uitgebreid met een nieuwe aanbouw en een gevarieerde opstelling, vanaf begin jaren negentig onder leiding van dochter Marjet.

In 1991 stapte Van der Vis in de oliehandel, om het monopoly van RAB te doorbreken. Met een opgeknapte tankauto ging hij het eiland over. Toen hij zijn verantwoordelijkheden aan zijn kinderen had overgedragen en met pensioen ging, was dat wennen. "Ons leven stond altijd in het teken van dit bedrijf. We hebben nooit een ander leven gehad."

Werkweken van honderd uur waren geen uitzondering. Wel maakte hij tijd vrij voor de brandweer, waarvoor hij 25 jaar enthousiast vrijwilliger was, en bemande hij de "rampenwagen". Als hulpverlener assisteerde hij bij zware, ook dodelijke ongevallen. Hij zette zich met hart en ziel in, als de nood daar om vroeg, liet hij zich niet door regels beperken. Het werd hem niet door iedereen in dank afgenomen, zijn vertrek bij het korps verliep niet geruisloos. Maar de officiële erkenning en waardering voor zijn inzet die hij vele jaren later op zijn ziekbed ontving, deed hem veel goed.

Arie van der Vis overleed zaterdag 6 juli en werd 80 jaar.

Afbeelding