Afbeelding
Foto:

De kant langs

Vreemde vogels

"Overigens blijf ik van mening, dat ik bij de Horsmeertjes ECHT een vos heb gezien." De opmerking stond aan het eind van een mailtje (over iets heel anders) dat ik pas geleden kreeg. Afkomstig van een vaste Texelgast die claimt de vos die in november 2009 op Texel zou zijn waargenomen, ook te hebben gezien. Het zit deze waarnemer tien jaar later nog steeds hoog. Er waren ook sporen aangetroffen, maar Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer verwezen de aanwezigheid van het roofdier op Texel naar het rijk der fabelen: "Onmogelijk."

Het tegendeel (b)leek in februari 2010, toen langs de Hoofdweg een dode vos werd gevonden. Maar onderzoek wees uit dat iemand een "grap" had uitgehaald. Het dier was doorzeefd met hagel en was vermoedelijk elders gevangen en doodgeschoten. De vos werd opgezet en kreeg een plaatsje in Ecomare. In 1993 werd langs de Haffelderweg een dode vos gevonden. "Misplaatste grap?", kopte deze krant. In 2018 werd ook een vosje gezien. Het levende woestijnvosje was ontsnapt uit Texel Zoo en werd snel weer gevangen.

Net als vossen, komen ook mollen hier niet voor. Totdat er in 2010 een foto in deze krant verscheen van het vliegveld, met daarop duidelijk zichtbaar allerlei molshopen. Mogelijk was er eentje "meegelift". Verdacht was wel dat dit bericht op 30 maart in de krant stond. Een dode mol die in 1998 in De Waal werd gevonden betrof eveneens een grap. Maar het artikel een week later over de mol die Simon Timmer van Rijkswaterstaat op het Buitenveldje in het NIOZ-poldertje had gevangen, berustte wel degelijk op waarheid. Vermoedelijke gekomen als verstekeling in een partij rijshout voor zinkstukken.

Zo dook er ook wel eens een muskusrat op, maar de praktijk is dat veel dieren die op het vasteland voorkomen, het Marsdiep niet overkomen. Niet zwemmend en niet met de boot. Misschien maar goed ook, vossen vreten veel nesten leeg, mollen graven gangen en muskusratten ondermijnen slootkanten.

Ik heb het nu over aardse verschijningen, maar ook over het buitenaardse krijgen we zo nu en dan bijzondere meldingen. Een Texelaar vertelde mij eens bloedserieus hoe hij een vliegende schotel in zijn achtertuin had zien landen. Maar hij had er geen foto van gemaakt, dus het heeft nooit de krant gehaald. Een andere eilandgenoot wist mij te vertellen dat rondvliegende ufo's in onze omgeving schering en inslag zijn. Ik begon het haast te geloven toen ik op een avond een melding kreeg over een vliegende schotel. "U zult mij wel niet geloven…" Inderdaad, ter hoogte van de Laagwaalderweg zag ik een mysterieus blauw schijnsel. Toen ik poolshoogte ging nemen, bleek dat een gast van camping De Vrije Vogel een verlichte vlieger had opgelaten.

Het gevoel niet serieus te worden genomen bekroop mij vorige week. Tijdens het kokkerellen zag ik tussen de piepers en de bloemkool door in onze achtertuin plotseling iets onbekends heen en weer rennen: een hondje. Maar niet eentje dat ik kende en een baasje was in geen velden of wegen te bekennen. Ook buurman Wim en Willem Jan kenden het hondje niet, net als Joop Hillen. Totdat buurvrouw Anna de kleine terriër zag. "Ik ken dat hondje wel, het loopt vaker los." Anna nam het over en leverde het thuis af.

Terug in de keuken rook ik de aardappels, totaal vergeten en aangebrand. Net op dat moment kwam Anne Marie thuis, rook de lucht, hoorde mijn verhaal aan en bekeek me wat sceptisch: "Zo'n goeie smoes heb ik nog niet gehoord."

Gerard@texelsecourant.nl