Halfbroers Wolfgang Schneider en Ed Stiekema in de bunker Texla. Tussen hen de foto van hun vader die daar in de oorlog radio-telegrafist was.
Halfbroers Wolfgang Schneider en Ed Stiekema in de bunker Texla. Tussen hen de foto van hun vader die daar in de oorlog radio-telegrafist was. Foto: Gerard Timmerman

Halfbroers in bunker die vader hielp bouwen

Een bijzondere ontmoeting op een historische plek. Ed Stiekema en zijn halfbroer Wolfgang Schneider in de bunker Texla. Beiden zoon van de Ewald Schneider, een Duitse soldaat die in de Tweede Wereldoorlog twee jaar op Texel was geweest en als radiotelegrafist in de bunker had gewerkt.

Ed werd geboren op 6 mei 1945. Zijn moeder Lucia Stiekema, twintig toen ze Ed kreeg, had haar zoon als kind verteld dat zijn vader een Duitse soldaat was, maar veel meer wilde ze er niet over kwijt. "Ze wilde me naar hem vernoemen, maar toen ze aangifte deed bij de burgerlijke stand, accepteerden ze daar de naam Ewald niet. Toen maakte ze er Ewout van."

Ewald Schneider kwam uit Leverkussen. Hij wilde naar Amerika emigreren, maar de oorlog gooide roet in het eten. Wolfgang vertelt hoe zijn vader naar Noorwegen werd gestuurd. "Hij werd daar opgeleid tot scherpschutter. Maar hij kreeg daar een ski-ongeluk en belandde niet aan het front." Ed: "Hij wilde geen mensen doodschieten en werd radiotelegrafist." Zo belandde hij in 1942 op Texel. De datering is redelijk goed af te leiden uit foto's waarop hij met Brits-Indiërs staat. Hij moet hebben geholpen bij de bouw van de bunker Texla, waar hij later als radiotelegrafist werkte. Ed: "Hij woonde in het voorlaatste huis aan de Kogerstraat. Toen Aadje en ik net waren getrouwd, hebben we een paar jaar in het zomerhuisje er achter gewoond."

In 1944 werd hij overgeplaatst naar Wijk aan Zee. "Vermoedelijk heeft hij op Texel ruzie gehad, misschien wel met de officieren in de Ortskommandantur." Die zat in Hotel Texel, later De Lindeboom, het bedrijf dat Stiekema een halve eeuw later zou runnen. Zo ontkwam hij aan de Russenoorlog, waarbij ook veel Duitse soldaten het leven lieten.

"Mijn moeder had op Texel in de keuken van de Wehrmacht gewerkt. Toen de Duitsers in Wijk aan Zee een keukenhulp zochten, is ze hem achterna gegaan." Ed vermoedt dat hij in die periode moet zijn verwekt. Het samenzijn duurde niet lang. "In 1944 is mijn vader naar het front in België overgeplaatst."

Sindsdien verdween hij uit beeld. Ed herinnert zich vaag een reis met zijn moeder naar Leverkussen in 1958. "Ik denk dat ze mij aan hem wilde laten zien." Maar ter plekke bleek zijn vader net naar Amerika te zijn geëmigreerd. Bijzonder moment deed zich voor tijdens de jaarwisseling van 1995. "Mijn moeder en ik wensten elkaar gelukkig nieuwjaar. Toen zei ze plotseling: "Ik heb zomaar het gevoel dat je vader is overleden. Ze nam contact op met de Duitse ambassade in de Verenigde Staten. Daar ging ruim een half jaar overheen. Ze hadden goed en slecht nieuws. Mijn vader was getraceerd, maar hij was op 24 april 1995 overleden."

In 2004 ging Ed zelf op zoek. In het telefoonboek stuitte hij op een dorp bij Milwauki met liefst 32 adressen met de naam Schneider. Hij schreef ze allemaal een brief. Eén van de ontvangers kwam hem te hulp. "Ze heeft drie dagen gepost bij een supermarkt en mensen aangeklampt of ze mijn vader kenden. Het leverde niets op. Een dag later vertelde ze het verhaal aan haar moeder. Die vertelde dat toen ze klein was, er een Ewald Schmidt naast hen woonde. Hij had een zoon die Wolfgang heette."

Ed: "Ik heb tot mijn 61ste nooit geweten dat ik een halfbroer had." Voor Wolfgang, slechts zeven maanden jonger dan Ed, gold hetzelfde. Pas toen Ed een foto opstuurde, verdween de twijfel. "Een DNA-test was niet meer nodig. Hij had dezelfde afwijking als ik: korte pootjes en een veel te hoog bovenlijf."