Afbeelding
Foto:

De kant langs

Tot hiertoe

"Natuurmonumenten, pas goed op De Bol!" De woorden van Wilma Eelman bij de presentatie van haar boek "De Bol op Texel – Van Wad tot Vogelboulevard" stemden tot nadenken. Immers: bij een natuurbeheerorganisatie zou het vanzelfsprekend moeten zijn dat die goed op de natuur past. Zoals een moeder goed voor haar kind zorgt.

Bijzonder was dan wel weer dat Wilma één van de eerste exemplaren van haar boek overhandigde aan Eckard Boot, vierde generatie Boot bij Natuurmonumenten en boegbeeld van deze organisatie op Texel. Ik vroeg Wilma na afloop hoe het nu precies zat, maar ze hield zich op de vlakte. Maar haar ogen zeiden dat ze meer vertrouwen in Eckard heeft dan in de organisatie waarvoor hij werkt.

Wilma gaf ook een boek aan Kees Vlaming, decennia veehouder op De Bol. Kees vertelde hoe het er vroeger "ritselde" van het wild. Als jochie kreeg Kees van zijn vader eens een juten zak mee met daarin twee dode konijnen die hij tijdens de grasoogst had geraakt. Het was oorlog en jagen was uit den boze. Op de Oosterweg kwam Kees marcherende Duitse soldaten tegen. Zo jong als hij was legde Kees de zak op de tuunwal langs de weg, ging er op zitten en wachtte in spanning tot de Duitsers voorbij waren gestampt. Een dag of wat lager at de familie Vlaming konijn.

De Bol dankt zijn naam aan de stuifduinen die er vroeger hebben gelegen en pakweg een eeuw geleden bij de ontginning zijn verdwenen. Nu de graafmachines de landbouwsporen hebben gewist, is het woord weer aan de natuur. Er is veel grond verzet, maar de duintjes zijn niet teruggekeerd. De wegen van gebiedsinrichters zijn ondoorgrondelijk.

Wel duinen elders aan de oostkant van het eiland: bij Ceres. Ik zag de kersverse Commissaris van de Koning Arthur van Dijk vol bewondering kijken naar het nieuw land dat op de Waddenzee is veroverd. 200 hectare nieuw Texels grondgebied. Hij werd bijna onder de voet gereden door fietsers over het nieuwe betonpad. Ook zij genoten van het wijdse uitzicht vanaf die enorme bult grond die daar in korte tijd is opgeworpen.

De zanddijk ligt ongeveer op dezelfde plek waar ruim een paar eeuwen geleden honderden "putjongens" in de weer waren met het droogleggen van de Kattenpolder, officieel polder Hoorn en Burg de voorloper van de Prins Hendrikpolder. Die dijk liep ongeveer van het puntje van de NIOZ-haven tot bij Oedelem. De inpoldering liep uit op een fiasco. De dijk bezweek keer op keer, er brak oproep uit onder arbeiders en toen de polder vier keer was ondergelopen gaven ze het maar op.

Meer dan een halve eeuw stroomde het zeewater daarna door het gat in de dijk twee keer per dag in en uit. Pieter Kikkert, de eerste wandelaar op Texel en wiens voettocht over het eiland in 1791 door Lodewijk Dros aan de vergetelheid is ontrukt, ging bijna ten onder toen hij zich met laag water in het "verdronken land" van de Kattenpolder had gewaagd, maar was vergeten dat het ook weer vloed zou worden.

Uiteindelijk slaagde de mens er in ook dit land op de zee te veroveren, inmiddels is de Prins Hendrikpolder alweer bijna 175 jaar dicht. Nu voorzien van een gigantische dijk, met duinen, helm en een baai aan de oostkant van Texel. Dat beeld is nog wennen, maar straks weten we niet beter. Met fietspad met adembenemd uitzicht, een wandelroute, straks een uitkijkpost en een stukje openbaar strand. Daar houdt het voor de mens op en begint de natuur. Om met Wolkers te spreken: "Tot hiertoe en niet verder."

Gerard@texelsecourant.nl