Lodewijk Dros kwam bij toeval een wandelverslag van Pieter Kikkert uit 1791 tegen, verdiepte zich in de geschiedenis en schreef er een boek over.
Lodewijk Dros kwam bij toeval een wandelverslag van Pieter Kikkert uit 1791 tegen, verdiepte zich in de geschiedenis en schreef er een boek over. Foto: Gerard Timmerman

Pieter Kikkert, de eerste wandeltoerist

"Met den vroegen dageraad toog ik weg, en slenterde zeer genoeglijk op mijn gemak, eerst het Eiland door en voorts langs de geheel eenzame landtong of Zand dijk heen, maar, daar ik, ook toen reeds, zoo gaarn hier en daar eens stilstond, mij het woeste, zoo geheel eenzame toneel verlustigde, nederzat, het oog sloeg op de groote en kleinere vaartuigen die op de kalme zuiderzee dobberden…"

Zinsnede uit de beschrijving van de wandeling die Pieter Kikkert in 1791 maakte over Texel. Een voettocht van 50 kilometer van Den Burg langs de Zanddijk naar zijn familie in het Eierlandse Huis, waar hij een "verversching" genoot. Om daarna terug te wandelen en via de Hogeberg naar de Kattenpolder (nu de Prins Hendrikpolder). Kikkert genoot intens van de woeste natuur, wat werd verhevigd door een romantische dichtbundel die hij bij zich had. Hij werd zozeer "door verrukking weggesleept" dat hij bijna het leven liet door het wassende water.

"Met zijn goede pen en zijn schildersoog wist Pieter Kikkert een verrassend modern beeld te geven van de wereld waarin hij leefde. Hij beschrijft hoe Texels ruige natuur huiveringwekkend mooi is. Dat is herkenbaar: het sluit naadloos aan bij ons huidige natuurgevoel. Maar het is wel een beleving die wij danken aan de Romantiek. Pieter Kikkert staat aan het prille begin daarvan."

Dros dook in de geschiedenis van de persoon Kikkert, diens familie en stamboom, het eiland Texel in die periode (Eierland en Het Noorden nog niet ingepolderd, de Kattenpolder was na de dijkbreuk ondergelopen), een nabeschouwing, een recept (Eÿerlandtsche Struyf) uit die tijd en een wandeling (Texels Pieterpad).

Bedreven in tekenen en etsen

De wieg van Pieter Kikkert stond in 1775 in Leiden. Zijn vader Hendrik en moeder Catharina waren in Den Burg op Texel getrouwd. Daar kregen ze een kind. Vier jaar voor Pieter ter wereld kwam was het gezinnetje naar Leiden verhuisd, geboortestad van Catharina. Pieter bezocht de Franse school en ontwikkelde zich breed: hij kende Frans en Engels, Duits, Italiaans, Latijn en Grieks en was zeer bedreven in tekenen en etsen. De jonge Leidenaar was leergierig, met een "zucht naar wetenschap en kunst", een vurige drift zelfs die maakte dat hij alles wilde omvatten. Wiskundige wetenschappen, fraaije letterkunde, bouwkunst, tekenen, graveren, poezij, taalen en muzijk alles tegelijk".

Kikkert genoot intens van de woeste natuur

Satirisch genootschap

Hij was een multitalent. Pieter blonk uit in wiskunde en gaf al op zijn negentiende een lezing over het schildersvak, voor een "aanzienlyke schare van deftige Burgeren". Drie jaar later, in 1798, gaf hij een leerboek over de tekenkunde uit, waarmee hij beroemd werd. Hierin staan etsen van volkstypes, kleurrijke Leidenaren. De etsen hangen in het Rijksmuseum en in Boijmans (Rotterdam). Hij was ook lid van het geheime satirische genootschap Democriet, dat zijn humoristische gekte op waarde wist te schatten.

Wandeling

Een bezoek aan zijn bloedverwanten in Eierland was de aanleiding voor zijn wandeling over Texel. Vanuit Den Burg over het zandpad langs de duinstrook. Eierland nog niet ingepolderd, het Buitenveld een onafzienbare kwelder. Schraal land, alleen op de hogere delen groeide kweldergras. Het zou tot 1835 duren eer de 3000 hectare grote polder werd ingedijkt. Als de vloed komt en het pad onderloopt, klimt hij op een hoog duin en wacht tot het water is gezakt en het pad weer droog is. Hij verveelde zich niet, maar genoot van het uitzicht en verdiepte zich in de dichtbundel van de "Ouden Schotse Bard Ossian".

Beulinggort

Tijdens zijn wandeling over Texel heeft Pieter twee lokale gerechten mogen smaken. De eerste was een lekkernij waar Texelaars zich zo aan konden overgeven dat ze "in het veld op den rug moesten gaan leggen, met den mond open, om adem te scheppen": beulinggort, een in varkensdarmen gekookte mix van stroop, gort, reuzen en kruidnagel. Na de slacht in november ging er ook varkensbloed in, maar dat ontbrak in de zomer.

Struif

De andere traktatie mocht midden in het broedseizoen niet ontbreken: struif. Het gerecht was typerend voor Eierland. Daarvoor werden de eieren (alleen de "goudgele" dooiers) geklutst, vermengd met wat suiker, "gestoote beschuit", kaas, paardenbonen, gekookte gerst of andere restjes en vruchten uit de tuin en daarna stevig gebakken.

Geen bomen op Texel

Het landschap van Texel waarover Kikkert wandelde was kaal, beschutting ontbrak. In zijn beschrijving ontbreekt de boom. "Texelaars houden niet van bomen", omschreef een tijdgenoot.

Hij loopt door naar de "buitendijkse Kattenpolder". De dijk was doorgebroken en de zee had er vrij spel. Via een "slingerend Voetpad" naar het midden van de polder komt hij bij een ruïne van een boerenhuis. Hij tekent, leest en merkt te laat dat "de geheele lager liggende Polder reeds blank stond door het zee water", dat met "bruischend geweld" door de doorbraak in de ringdijk drong. Met meer geluk dan wijsheid weet hij zich het vege lijf te redden.

Dros: "Terugkijkend was Pieter Kikkert de eerste wandeltoerist van Texel. Hij legde als romanticus de kiem voor wat ruim twee eeuwen later zou uitgroeien tot massatoerisme. Van zijn wandeling en verrukkingen over het "Eiland des Nevels" loopt een doorgaande lijn naar de tallozen die nu de natuur opzoeken om tot zichzelf te komen."

Gerard Timmerman

Afbeelding