Hannie Boon-Duinker, dochter van Gijs Duinker, die met broer Johan de Texelse Courant uitgaf. Het gezin werd zwaar getroffen door de Russenoorlog.
Hannie Boon-Duinker, dochter van Gijs Duinker, die met broer Johan de Texelse Courant uitgaf. Het gezin werd zwaar getroffen door de Russenoorlog. Foto: Familie Boon-Duinker

Tot opstand merkten we weinig van de oorlog

Hannie Boon-Duinker (87), dochter van Gijs Duinker, die de Texelse Courant uitgaf, was dertien toen de Russenoorlog uitbrak. Tijdens het bombardement kreeg hun huis een voltreffer. Haar vader werd getroffen door een granaatscherf en overleed later in het ziekenhuis. Haar oom werd geëxecuteerd op de Mok.

"De Duinkers namen in 1926 de boekhandel, krant en de drukkerij over", vertelt zij. "We woonden in de Parkstraat tegenover de drukkerij en naast de boekhandel. De zaak werd een firma. Oom Jo was verantwoordelijk voor de boekhandel, mijn vader voor de drukkerij en de Texelse Courant. Zij waren harde werkers, maar geen keiharde zakenlui. Integer, ze deden hun werk met hart en ziel.

Filmtoestel

Mijn vader schreef de krant en was als het zo uitkwam ook zetter en drukker. Hij ging met zijn filmtoestel op pad dat hij in 1932 had aangeschaft. Hij filmde op vliegveld Vlijt bijvoorbeeld hoe het eerste vliegtuig landde, de bloembollenvelden, meierblis, lammerenmarkt en andere voor de krant belangrijke onderwerpen. Daarnaast organiseerde hij voor lezers filmvoorstellingen in de bioscoop, richtte het consultatiebureau op en was voorzitter van SV Texel.

Esperanto

Zijn broer Johan maakte foto`s voor ansichtkaarten, die hij in de boekhandel verkocht. Op de achterkant schreef hij: 'Esperanto parolata': hier wordt Esperanto gesproken. Mijn vader en oom waren verwoed Esperantisten, de wereldtaal die toen sterk in opkomst was. Via de krant organiseerden ze bijeenkomsten voor Esperantisten. Hun vriend, Siem de Waal, ging op de fiets door Europa en bezocht overal Esperantisten. Hij stuurde verhalen op, die dan weer in de Texelse Courant kwamen. Texelaars lazen die en kregen interesse. Zo kwam het dat er op het eiland veel Esperantisten waren. Mijn grootvader Duinker leerde zelfs op zijn 65ste Esperanto via een cursus op de radio. Mijn oom Jo zamelde geld in voor het Esperanto monument, waarvan hij de oprichter was.

Schoonvader

Tijdens de oorlog werd het monument op last van de Duitsers afgebroken. Grondlegger Lejzer Zamenhof was namelijk een jood. De onderdelen zoals de ster en de afbeelding van Zamenhof, werden stiekem bewaard in de kelder van mijn oom. Na de oorlog werd het monument weer teruggeplaatst. Mijn schoonvader, Willem-Jan Boon, die aannemer en esperantist was, heeft het nog gemetseld. Zo was ik dus van beide familiekanten bij het Esperanto betrokken. Hij was een man met veel humor en schreef gedichten. Als hij ergens een huis had gebouwd, dan schreef hij met zijn voegspijker zijn naam W.J. Boon met datum of een gedicht zoals in de schapenboet van Wezenspyk. Ook in het huis van Harry de Graaf is een herinnering aan hem aangebracht.

Beschermd opgevoed

Tot de Russenoorlog uitbrak merkten we weinig van de verschrikkingen. We hoorden wel bommenwerpers richting Duitsland over het eiland komen waar op geschoten werd. Ik was er bang voor, maar mijn opa Van Wijk zei: "Ach, dat kan helemaal geen kwaad, want het zijn maar losse flodders." Hij was vroeger schipper geweest bij de marine, dus hij kon het weten… Als kind van 13 jaar werd ik hierdoor gerustgesteld. Zover ik mij herinner was er op Texel geen voedselschaarste en werd er geen honger geleden. Dat er in de oorlogsjaren zoveel mensen op en rond Texel zijn gesneuveld was mij toen niet bekend. Ik ben heel beschermd opgevoed.

Mijn moeder kon goed naaien. Ze ruilde kinderkleding voor boter e.d. bij de boer en we gingen `s morgens naar boerderij De Ruyterplaats om melk te halen. Mijn opa en oma Van Wijk die geëvacueerd waren uit Den Helder kwamen dagelijks bij ons. Opa werkte af en toe bij de slager en kreeg wel eens wat vlees mee naar huis. We namen een Amsterdammertje in huis, een meisje van mijn leeftijd. Elly van Maurik heette ze. Haar broertje verbleef bij de buren. Het was heel gezellig.

Mijn vader en oom waren beiden verwoed Esperantisten, de wereldtaal die opkwam.

Oom Jo zat in het verzet. In de drukkerij was een radio verstopt waardoor hij dagelijks naar de berichten uit Engeland kon luisteren. Er werden pamfletten gedrukt voor het verzet en voor onderduikers. Het was allemaal heel spannend, want er kwamen regelmatig Duitsers en NSB`ers in de drukkerij die toezicht hielden op de krant. Mijn vader kreeg een keer een oproep. Hij moest naar Den Haag. Hij had in de krant een artikel afgedrukt met daarbij de Duitse vlag, maar die kwam niet helemaal goed over. Mijn moeder dacht dat hij nooit meer terug zou komen, maar mijn vader vertelde dat het een ongelukje was geweest. Hij kwam er mee weg en mocht weer naar huis.

Illegaal pamfletten drukken

De Duitsers zijn er nooit achter gekomen dat er illegaal werd gedrukt. Zelfs op de ochtend van 6 april, toen de opstand was begonnen, zijn er nog pamfletten gedrukt en op bomen geplakt. Een oproep aan jonge mannen van 18 jaar en ouder om naar Texla te komen. Later kwam er wel controle door de Duitsers. Alles liep door elkaar. Die specifieke nacht van 6 april hoorden we dat er werd geschoten en `s middags kwam het bombardement.

We zaten met z`n allen in de kamer. Ons huis kreeg een voltreffer. Mijn vader kreeg een scherf in zijn hoofd. We waren allemaal gewond geraakt. Mijn moeder kreeg een scherf door haar hand. Ze hield er een enigszins kromme hand aan over en mijn oma een groot litteken op haar voorhoofd. Ik werd alleen door kleine scherfjes geraakt en kwam er nog het beste vanaf.

Elly, het meisje uit Amsterdam, raakte gewond aan haar enkel. Ze was naar Texel gekomen om van voedsel te worden voorzien, maar werd hier oorlogsslachtoffer. We hebben nog steeds contact en ze heeft nog problemen met haar been, maar ze heeft het overleefd. Een ander Amsterdams meisje bij ons in de straat is overleden als gevolg van de Russenoorlog.

De familie Moerbeek van de kledingzaak in de Parkstraat werd zwaar getroffen. Vader, moeder, hun dochtertje van 13, een buurmeisje met wie ik vriendin was en haar broer. Allemaal omgekomen.

Slachtoffers

De jongste broer was ongedeerd. Achttien mensen in onze directe omgeving werden slachtoffer. We zijn opgenomen in het noodziekenhuis, waar nu de apotheek is. Mijn vader was er het ergste aan toe. Hij hield een aantekeningenboekje bij dat mijn moeder nog bewaard heeft. Hij schreef er elke dag in. "Een nachtelijke razzia" en "Bij NSB`ers zijn huiszoekingen gedaan", staat er in op 14 en 15 mei. "Op 16 mei is mijn vader overleden. Hij heeft nooit geweten dat zijn broer Johan al op 6 april op de Mok was gefusilleerd. Dat werd pas later bekend.

Voor de Georgische opstandelingen heb ik geen goed woord over. Als zij niet waren begonnen, hadden mijn vader en oom nog geleefd. Ik begrijp niet dat er Texelaars geweest zijn die naderhand naar Georgië gingen om hen daar weer op te zoeken.

Drukkerij

Ons huis was na het bombardement niet meer bewoonbaar. We zijn heel goed opgevangen door de familie A. Eelman, vrienden van mijn ouders. De drukkerij was ook getroffen door een granaat, maar die is niet ontploft. Dat is een geluk geweest, anders hadden alle machines vervangen moeten worden en was ook het archief van de krant verloren gegaan.

De krant heeft na de oorlog drie weken stil gelegen, maar mocht toen weer uitkomen. Mijn moeder en mijn tante Emma Duinker-Keijser hebben de zaak toen voortgezet. Ze hadden goed personeel. In 1950 heeft Jan van Wijk het bedrijf overgenomen.

Ik ben tot mijn 22ste op Texel gebleven. Daarna zijn Wim Boon en ik verhuisd naar Alkmaar. Op de dag dat we getrouwd zijn hebben we samen gezongen dat we van Texel gingen:


'Mijn Texel vredig stukje grond,

het liefste mij op het wereldrond.

Waar ik ook mag zwerven aan vreemde kust.

Mijn hart verlangt naar jouw vrede en rust.'


Dit gedicht is geschreven door Huib Fenijn. Hij schreef als Huib de Rijmelaar gedichten in de krant.

Het is mooi dat het Esperanto monument er nog is en dat er enkele jaren geleden een gedenkplaat is onthuld met een hek eromheen. De wethouder hield een toespraak in het Esperanto en het volkslied werd gezongen. Deze melodie kwam mij bekend voor. Het werd namelijk ook gezongen toen in 1950 het tweede monument was neergezet en ik het volkslied heb begeleid op de piano in de Oranjeboom."

Almere

Inmiddels woont Hannie alweer een hele poos in Almere, vlakbij haar dochter Majorie, schoonzoon Pieter en haar kleinkinderen. Texel heeft altijd een warm plekje in haar hart. De Texelse Courant leest zij nog steeds met veel plezier.

Gerard Timmerman

Hannie als meisje, met haar moeder Maatje Wilhelmina Duinker-van Wijk. en vader Gijs Duinker.