De Zuidbatterij met de klok mee: Kazematten Anton, Bruno en Cäsar, soldaat bij dubbelloops kanon, het monument en oefening met luchtdoelgeschut.
De Zuidbatterij met de klok mee: Kazematten Anton, Bruno en Cäsar, soldaat bij dubbelloops kanon, het monument en oefening met luchtdoelgeschut. Foto: Collectie Gerrit Gerrits

Zuidbatterij herleeft in fraai boek Gerrits

"Als er ergens een stuk geschiedenis grondig is uitgewist, dat is dat wel op de Zuidbatterij Texel." Dat zegt Gerrit Gerrits over de middelzware kustbatterij die van 1939 tot en met 1945 bij paal 9 was gevestigd. Vrijwel het gehele terrein is ten prooi gevallen aan de golven.

Dit bijzondere stukje Texelse geschiedenis herleeft in het boek "Zuidbatterij 1939-1945", van de hand van Gerrit Gerrits. Als jochie kwam hij al in aanraking met de overblijfselen van de tijdens de Tweede Wereldoorlog gebouwde Atlantikwall. Nadien werd zijn interesse voor bunkers, waarvan er op Texel zo'n 550 hebben gestaan, alleen maar groter en begon hij met het verzamelen van de geschiedenis ervan. Zijn jarenlange onderzoek naar deze unieke batterij bundelde hij in dit boek.

Zuidbatterij is overigens een verkeerde benaming voor dit complex dat in 1939 door de Nederlandse krijgsmacht is opgericht. De officiële naam was 1e Batterij 12L40 van het Nederlandse Regiment Kustartillerie. Toen de Duitsers de batterij na de capitulatie in mei 1940 overnamen werd het de Batterie Texel-Süd (ook wel Hors) van de Duitse Kriegsmarine.

In de laatste drie maanden van 1939 stuurde de krijgsmacht batterijbemanning en kanonnen naar Texel om op de buitenste duinrand ter hoogte van Paal 9 de 1e Batterij te bouwen (en een eindje verderop in de Bollekamer de 2e Batterij Den Hoorn). Die lokaties waren gekozen om met de kanonnen het Molengat en de Schulpengat te kunnen bestrijken.

De 1e (Zuid)Batterij was uitgerust met één enkelloops en twee dubbelloops kanonnen van 12 (cm doorsnee) kaliber. Een foto toont een dubbelloops kanon dat op een dieplader door de Weverstraat wordt vervoerd. Toen Gerrits die foto ruim 50 jaar geleden in handen kreeg, was zijn nieuwsgierigheid gewekt. "Wat moest dat kanon daar? Je moet je realiseren dat de Weverstraat de enige verharde weg was op de route van Oudeschild naar Den Hoorn."

Het geschut stond bij paal 9 op zogeheten beddingen, drie zware achthoekige platen van gewapend beton. Het gevechtsgedeelte bestond verder uit een commandopost, bergplaatsen voor munitie, luchtdoelmitrailleurs, zoeklichten, communicatie- en andere apparatuur. Voor de bemanning waren er barakken, minstens vier. Officieren en manschappen waren gescheiden. Met slaap- en eetzalen, een keuken en andere voorzieningen. Ook een foto van het wachthokje, oftewel het schilderhuis (voor de schildwacht). In rood-wit-blauw, na de capitulatie schilderden de bezetters het over. In mei 1940 zaten er twee officieren, dertien onderofficieren en 96 "minderen". De activiteiten bestonden voornamelijk uit oefenen, wachtlopen en het schoonmaken van de kanonnen. De meeste kanonniers woonden op Texel. Nu en dan pakte men de fiets om thuis "een koppie te doen".

Zuidbatterij een stuk geschiedenis dat grondig is uitgewist

Niet gevuurd

De Zuidbatterij viel onder de Stelling Den Helder. Toen de Duitsers in mei 1940 binnenvielen, kreeg de batterij één aanval van Messerschmitts te verduren. Eén van deze toestellen werd geraakt door luchtdoelmitrailleurs van de batterij en is in zee gestort. In de batterij vielen geen slachtoffers. Met de kanonnen werd niet gevuurd, de Duitsers zetten bij de inval namelijk hun marine niet in.

Bij de capitulatie kwam vanuit Den Helder het commando om het geschut van de batterij te vernagelen (op te blazen). Daarop werden de stukken geladen, de lopen met zand en graszoden gevuld en de kanonnen op elkaar gericht. Munitiedepots werden gevuld met stro waarover petroleum werd gesprenkeld. Maar tot ieders verbijstering gaf het hoofdkwartier toen het bevel dat er niets mocht worden opgeblazen en dat alles in oude staat moest worden hersteld. Mogelijk was er verraad in het spel.

Na de capitulatie namen de Duitsers de Zuidbatterij over. Een belangrijke bron voor Gerrits over hoe het er gedurende de bezettingsjaren aan toe ging was Martin Beimdiek. Eerst als matroos en later als "Artillerie Gefreiter" verbleef hij van 1941 tot het eind van de oorlog op de Zuidbatterij. Onder de twee eerste commandanten, Kapitänleutnant H. Ernst (maker van kleurendia's die ook in deze krant verschenen) en Korvettenkapitän K.H. Jacob Friesen (archeoloog, hij liet opgravingen doen in de Wezentuin en concludeerde dat hij een Sachsenburg had ontekt), ging het er volgens Beimdiek gezellig aan toe. Maar toen Mielke en Steinmetz de scepter zwaaiden, heerste er een nazisfeertje en werden de touwtjes aangetrokken.

Gedurende de oorlog werd de batterij verder uitgebouwd en verzwaard. Er kwamen twee radarposten en laat in de oorlog zes "ständige" bunkers, betonnen kolossen die het na-oorlogse beeld van de Zuidbatterij sterk bepaalden. Rond het complex prikkeldraadversperringen en mijnenvelden. De oorlog verliep er tot de opstand op 6 april vrij rustig, met de kanonnen werden alleen losse flodders verschoten. Door luchtaanvallen sneuvelden wel drie soldaten, waarvoor een monument werd opgericht. De Duitsers hebben dit na hun capitulatie zelf gesloopt. Beimdiek kreeg het IJzeren Kruis nadat hij op een geallieerde bommenwerper had geschoten.

Op 6 april werd één dubbelloopskanon uit de bunker gehaald en herplaatst op een betonnen bedding, zodat het 360 graden kon draaien. 's Middags nam het deel aan de beschietingen op Den Burg en Oudeschild.

Strandpaviljoen

Na de oorlog kregen deze beddingen een andere functie. Een foto van eind jaren vijftig van mevrouw Kroonenberg, echtgenote van de voormalige Nederlandse batterijcommandant, op het terras van paal 9. Precies zo'n betonnen plaat. Gerrit Coevert had er een strandpaviljoen gevestigd en gebruikte de nabijgelegen kazemat als fietsenstalling voor badgasten.

Rijkswaterstaat begon vrij snel na de oorlog met de sloop van de bunkers. Eerst die van hout, later volgde de rest. Na 1980 was de Zuidbatterij "op". Vrijwel het hele terrein was een prooi van de golven geworden. Bij heel laag water steekt er soms nog een bunker uit het water.

Gerrits: "Het schrijven van deze geschiedenis was voor mij een plezier. Verschillende van mijn persoonlijke hobby's, zoals verdedigingswerken, uniformen en archeologie, komen hier bij elkaar en geven het verhaal over de batterij hopelijk wat meer kleur."

Dat is zeker gelukt. Een toegankelijk geschreven boek van 96 pagina's, informatief, veel anekdotes en feitenmateriaal en fraai geïllustreerd. Uitgegeven door bunkerkenner Paul Dijkstra, te koop voor €25,- via www.atlasvandeoorlog.nl en bij de Texelse boekhandels.

Gerard Timmerman