Jan van Gils: “Als gevolg van de opwarming begint in het Arctisch broedgebied het voorjaar elk jaar een dag eerder.
Jan van Gils: “Als gevolg van de opwarming begint in het Arctisch broedgebied het voorjaar elk jaar een dag eerder." Foto: NIOZ

Kanoet voelt gevolgen opwarming

Wetenschappers van het NIOZ doen de komende vijf jaar uitgebreid onderzoek naar de ecologische gevolgen van de snelle opwarming van Arctische gebieden op trekvogels als de kanoet. Het dier staat onder druk als gevolg van veranderingen.

Het onderzoek wordt geleid door wetenschapper Jan van Gils uit Den Burg die recent een Vici-beurs van €1,5 miljoen van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) kreeg toegewezen. Het wordt een onderzoek dat op meerdere plekken op de wereld gaat plaatsvinden. Het onderzoek richt zich op trekvogels als de kanoet, die in de zomer in de buurt van de Noordpool broedt en overwintert in Banc d'Arguin in Mauretanië (Afrika). Tijdens hun trektochten strijken kanoeten onder meer neer in het Waddengebied om krachten op te doen voor hun lange reizen.

De populatie kanoeten broedt op het Russische schiereiland Taimyr, een gebied zo groot als Frankrijk, onbewoond en het meest noordelijkste deel van het Aziatisch continent. Daar zijn in de zomer een tijdje volop insecten beschikbaar en die vormen het voedsel voor de pasgeboren kuikens van de kanoet. Volgens Van Gils zorgt de snelle opwarming van het Arctisch gebied voor een steeds vroeger voorjaar waarin de insecten aantallen steeds vroeger pieken. "Over de afgelopen 30 jaar is het voorjaar gemiddeld met een dag per jaar vervroegd. De kanoet kan zijn reisschema hier niet zo snel op aanpassen, arriveert dus telkens te laat in het arctisch gebied, waardoor zijn kuikens na de insectenpiek opgroeien en slecht groeien."

Het is volgens Van Gils vooralsnog een hypothese die de komende vijf jaar nader wordt onderzocht. Vanuit het NIOZ zien ze inmiddels al wel veranderingen die de kanoet over het algemeen niet ten goede komen. Volgens Van Gils wordt het dier kleiner van omvang, neemt het aantal kuikens af en verandert de verdeling tussen mannetjes en vrouwtjes.

Door kleinere snavel kan kanoet minder snel bij schelpdier

Het NIOZ-onderzoek moet de komende jaren uitwijzen in hoeverre die ontwikkelingen daadwerkelijk samenhangen met snelle opwarming van Arctische gebieden en wat er vervolgens voor de kanoet gedaan kan worden. De aantallen gaan hard achteruit. "Als gevolg van deze problemen zou de populatie zelfs kunnen uitsterven." Het NIOZ houdt de kanoet al meer dan dertig jaar in de gaten waardoor het onderzoeksinstituut al een beeld heeft hoe de vogel zich over langere tijd ontwikkelt.

De kanoet heeft door het kleiner worden ook een kleinere snavel gekregen en dat heeft effect als hij bij laag water op zoek is naar voedsel in de bodem. "Met de kortere snavel kan hij minder makkelijk bij schelpdieren in de bodem komen, waardoor ander voedsel moet worden gezocht. We hebben al gezien dat kanoeten zeegras aan het eten zijn, wat tot een hoger sterftecijfer heeft geleid." Een ander vermoeden is dat mannetjes door de veranderingen eerder sterven, waardoor de oorspronkelijke verdeling van half-om-half verdwijnt. "Minder mannetjes betekent dat er minder vrouwtjes bevrucht worden en dat heeft ook weer negatieve gevolgen voor de populatie."

Nieuw aan het onderzoek van het NIOZ is het gebruik van miniscuul kleine zendertjes die op de rug van kanoeten worden aangebracht, zodat de vogels volledig gevolgd kunnen worden tussen Taimyr en Banc d'Arguin. Dan gaat het om zenders van twee gram per stuk die op zonne-energie werken. Een gemiddelde kanoet weegt 130 gram. "Tot een paar jaar geleden waren de zenders te groot om aan een kanoet mee te geven, nu kan het gelukkig wel."

Van Gils werkt de komende vijf jaar met een groep van vijf á zes andere wetenschappers en wetenschappers-in-opleiding aan het onderzoek. Het moet leiden tot conclusies en mogelijk plannen om te voorkomen dat de kanoet op termijn uitsterft. "Ik omschrijf de kanoet wel eens als de kanarie in onze wereldwijde kolenmijn. Door over de hele wereld te trekken, kan de kanoet ons een signaal geven hoe het elders in de wereld vergaat." Van Gils is ruim een jaar bezig geweest om de Vici-beurs van €1,5 miljoen in de wacht te slepen. Dat ging gepaard met diverse voorronden, waarbij telkens de helft van de gegadigden afviel. Uiteindelijk bleven 32 wetenschappers in tal van studierichtingen over die de toonaangevende beurs kregen. De Vici-beurs is een van de grootste persoonsgebonden wetenschappelijke premies van Nederland en is gericht op gevorderde onderzoekers.