Afbeelding
Foto:

De kant langs

Poldertje Ceres

Soms raakt nieuws je persoonlijk. Mij overkwam dat vorige week met het bericht over Ceres. Niet het voormalige strandje, maar het binnendijkse poldertje. Ceres, godin van de vruchtbaarheid en de landbouw, naar wie het poldertje is vernoemd, is doorgeschoten in haar ijver. Het uitheemse plantje watercrassula grijpt daar zo snel om zich heen, dat men naar een rigoureus bestrijdingsmiddel heeft gegrepen. Geen Round Up, maar het plantje wordt bedolven onder liefst 15.000 kubieke grond. Ceres is maar een klein poldertje, veel valt er niet uit te smeren. De plas wordt gedempt en het poldertje flink opgehoogd. "Hoog Ceres" wordt hooiland.


Wel een bijzonder toeval dat die 15.000 kuub bijna net zoveel is als in de jaren tachtig is weggespit voor de dijk rond de Eendracht, en waarbij die plas op Zeeburg is gegraven. En die nu om heel andere reden (landbouwkundig) wordt volgestort. Naar ik hoor ook met restgrond uit Waalenburg. Zijn we daar weer mooi vanaf. Wie zei er ook alweer dat grond "nooit op de goeie plek leit"?

Met Zeeburg heb ik niet zoveel, wel met Ceres. Als kind uit de Prins Hendrikpolder gingen ik er 's winters met buurtgenoten wel te schaatsen. De families Vermuë, De Visser, Van Groningen, Vlaming en anderen. Het meertje was toen nog niet dicht gegroeid met riet, een stuk groter dan nu en het lag lekker in de luwte van de dijk. Om te schaatsen konden we ook wel dichterbij terecht, op de Oude Molenkolk bij het gemaal in De Prins, maar het water was daar zó brak dat het ijs vaak boterzacht was. Op Ceres was het ijs hard en glashelder, waarschijnlijk doordat het water zoeter was.

Het poldertje Ceres ontstond bij de dijkverhoging in 1961, waarbij de bocht in de dijk over een lengte van 500 meter werd rechtgetrokken. Bij de inpoldering was dat nog uit den boze, omdat de dijk het schootsveld van fort Redoute belemmerde. In de Prins was men blij dat de inham eruit ging, omdat het als een zwak punt in de kustverdediging werd gezien. Toen het poldertje er net was, wist men niet zo goed wat men er mee moest. Ideeën waren er wel. Zo was het NIOZ, dat toen op punt stond naar Texel te verhuizen, geïnteresseerd.

Maar het bestuur van de PH-polder, toen nog een zelfstandig waterschap, had een betere klant: NV Ceres. Dat had eind jaren zestig plannen voor het ambitieuze Hotel Ceres. Geen kleintje, eentje met 180 bedden, een congreszaal, zoutwaterbad, etc. De toren zou 7,5 meter boven de dijk uitsteken. Het had maar een haartje gescheeld of het was er gekomen. Het contract was al getekend en de toenmalige gemeenteraad vond het een goed plan. Maar er was ook veel weerstand tegen. Het project strandde op verzet door Gedeputeerde Staten. De provincie vond dat zo'n hoteltoren niet thuishoorde op die plek. Hotel Ceres, dat nu trouwens aan de duinen zou hebben gelegen, kwam nooit verder dan de tekentafel.

Mijn vader vond het wel jammer dat het niet doorging. Zijn land grensde zo ongeveer aan Ceres en zijn inschatting was dat als Hotel Ceres er kwam, hij op zijn land wel een camping mocht beginnen. Net als zijn collega Cor Zutphen van camping De Luwe Boshoek in het Coogherveld, en dat had hem geen windeieren gelegd. Toeristen leverden meer op dan bollen. Maar zover kwam het dus niet, het bleef bollenland, mijn broer en ik mochten nog jaren nadien de schelpen en kluiten tussen de bollen vandaan peuteren.

Maar Ceres zonder hotel had voor ons ook een voordeel: de ijsbaan bleef behouden.

Gerard@texelsecourant.nl