De haven van Oudeschild.
De haven van Oudeschild. Foto: Ton Zegers

College moet opnieuw beslissen over ligplaats TX25 Dirk Albert Blom

De gemeente heeft bij het besluit tot weigeren van een vaste ligplaatsvergunning voor de TX25 van Dirk Albert Blom in strijd met de zorgvuldigheid gehandeld. Het college van b en w dient opnieuw over de aanvraag te beslissen.

Dat heeft de afdeling Rechtspraak van de Raad van State (RvS) bepaald nadat Blom hoger beroep had aangetekend.

De kwestie sleept al sinds de gemeente in 2016 het nieuwe vergunningstelsel voor rondvaartschepen in de haven van Oudeschild invoerde. Veel rondvaarders kregen een vaste ligplaats en mochten een bord of kiosk plaatsen. Maar Blom viel buiten de boot. Hij vist op garnalen, maar vaart ook met toeristen. Hij mag wel aan de kade liggen, maar niet op een vaste plek. En zou daardoor voor een in- en uitvaart een veelvoud aan liggeld betalen, vergeleken met collega's met een vaste plek. De gemeente weigerde hem de vergunning onder meer omdat er volgens b en w onduidelijkheid was over de bedrijfsactiviteiten van Blom en om ondoelmatig gebruik van de haven en onveilige situaties te voorkomen. Blom tekende bezwaar aan. De Commissie Bezwaarschriften constateerde dat de verordening rammelt en dat de gemeente Blom de ligplaatsvergunning ten onrechte had geweigerd.

Maar b en w legden dit advies van de commissie naast zich neer en gaven Blom vooralsnog geen ligplaats. Met als argument dat er weliswaar wel het een en ander was aan te merken op de nieuwe verordening, maar dat het alsnog afgeven van een vergunning aan Blom tot "ontwrichting van de systematiek over de indeling en het gebruik van de kades" zou leiden.

Blom pikte het niet en stapte naar de rechter. De voorzieningenrechter in Alkmaar bepaalde in de tussenuitspraak dat de gemeente de plank had misgeslagen bij het besluit om Blom een ligplaatsvergunning voor het te weigeren en diende Blom per direct een vergunning te verlenen. Maar de rechtbank stelde de gemeente ook in de gelegenheid de tekortkomingen nader te motiveren. In de einduitspraak oordeelde de rechter alsnog dat het college voldoende deugdelijk had gemotiveerd waarom de aanvraag van Blom kon worden afgewezen.

Daarop stapte Blom naar de RvS. Dit hoogste rechtsorgaan heeft nu geoordeeld dat de rechtbank het collegebesluit om Blom de ligplaatsvergunning te weigeren ten onrechte in stand had gelaten. Het college moet dus er dus opnieuw over besluiten. Mocht dit besluit voor Blom opnieuw reden zijn tot bezwaar, dan kan hij zich daarvoor rechtstreeks tot de RvS wenden.