Benno Bakker neemt ons in De Wandeling  mee in De Geul
Benno Bakker neemt ons in De Wandeling mee in De Geul Foto: Job Schepers

"Hier kom je tot rust en laat je alles los"

Ik heb met Benno afgesproken onder aan de bunker nabij paal 9. Hij legt uit waarom hij voor De Geul heeft gekozen en niet voor De Bollenkamer. "Als je bovenop het duin bij de bunker staat, kun je alles in één keer overzien. Ik loop wel eens met mensen - maximaal twee - als ik mijn werk hier doe en dan kun je makkelijk laten zien hoe het gebied zich uitstrekt. Benno komt zeker twee keer per week in het gebied om te kijken hoe het gaat met de zes Exmoors (paarden) en de zestien Schotse hooglanders (inclusief jongvee). Als duinboer houdt hij samen met Piet Monster het wel en wee van het vee in het gebied in de gaten.

We hebben om half acht afgesproken en De Geul komt langzaam tot leven. Als we het duin afdalen is het schemerig en stil. In de verte hoor je werkzaamheden in Den Hoorn en ook het geluid van een helikopter boven zee is te ontwaren. Toch overheerst de rust en nadat de helikopter is verdwenen, hoor je vooral de zee... en de stilte.

"Als ik hier met mensen loop, zeg ik ook altijd dat de telefoons weg moeten, behalve om een keer een foto te maken. Je kunt niet optimaal van dit gebied genieten als je met je telefoon bezig bent." Via verschillende kleine paadjes trekken we - duin op, duin af - door het gebied. Het wordt steeds lichter en het schouwspel is adembenemend, het is heiig. "Je had hier zo 'The lord of the Rings' op kunnen nemen", merk ik op. Benno knikt instemmend. "Ik heb het geluk dat ik hier al 25 jaar mag komen. Dat is het ultieme geluk. Zie je al die paadjes? Dat zijn geen aangelegde wandelpaden. Dit stuk is afgesloten gebied. Die paadjes zijn allemaal door de koeien gemaakt. Handig voor Piet en mij als we door het gebied heen moeten. Ik hoop dat ik dit nog jaren mag doen."

Je had hier zo 'The lord of the Rings' op kunnen nemen

Of Benno dit gebied nog jaren kan beheren, is afhankelijk van meerdere zaken. "Staatsbosbeheer gaat over het beheer. Eind dit jaar wordt dat weer geëvalueerd. Er is vlak voordat ik begon een nulmeting geweest. Onder meer aan de hand daarvan wordt gekeken of het gebied zich zo ontwikkelt als toen gedacht. Als duinboer word je daar goed bij betrokken. Lopen er teveel dieren of juist te weinig? Wil je ze voor de begrazing juist op een specifiek deel hebben voor een bepaalde tijd of wil je ze in het hele gebied. Een jaar of dertig terug hebben ze De Geul, maar ook de Bollekamer, een handje geholpen. De duinen lagen er natuurlijk al, maar in de binnenduinrand is wel de nodige grond verplaatst. Bedoeling was dat de boel zou vernatten, zeker in de dieper gelegen stukken. Maar met de droogte van de laatste jaren, is daar geen sprake van. Ik hoop niet dat het nog een aantal jaren zo droog blijft. Zie je die waterpartij? Dat is nu een plas, normaal stroomt daar de hele winter een sloot met zeker twintig tot dertig centimeter water."

We lopen verder en genieten van de toenemende geluiden van vooral vogels. "Er zijn al enorm veel meeuwen. Ze zijn te vroeg, ik had ze pas over een week of twee verwacht. Maar het is ook geen winter geweest en ik verwacht ook niet meer dat die komt. Dat zie je ook aan de ganzen. Ze zijn niet weggeweest. Het is te warm gebleven." Als we rondkijken zien we een koppel nijlganzen, wat grauwe ganzen en meeuwen, veel meeuwen. Aan de bodem is te zien, dat het er niet alleen nu veel zijn. Overal ligt meeuwenpoep. "Zie je dat gruis? Dat komt van de schelpen die ze opeten. Dat wat ze uitpoepen is weer goed voor de ondergrond. Ook als het gebied afgesloten is, tijdens het broedseizoen, moet ik er doorheen voor de dieren. Dan moet je goed uitkijken dat je de meeuwenkolonie niet verstoort. Al moet ik zeggen dat ze wel op je af komen duiken wanneer je te dichtbij komt. Met het nog steeds toenemende toerisme is het goed dat er gebieden worden afgesloten met het broedseizoen. Een meeuwennest is niet veel meer dan een kuiltje in de grond. Mensen die dat niet weten, vertrappen zo een nest."

Ikzelf ben vooral op zoek naar de wilde Exmoors. "Die hebben jou al lang gehoord. Kijk daar." Als ik de richting opkijk die Benno aanwijst, zie ik op een meter of tweehonderd afstand de paarden. Ze hebben ons inderdaad al opgemerkt. We lopen in de richting van de paarden, wild zijn ze alles behalve. Ze blijven kalm staan wanneer we dichterbij komen en zien er weldoorvoed uit. "Er is ook genoeg te eten. Samen met de koeien hebben ze beschikking over een gebied van driehonderd hectare. Hier geen Oostvaardersplassenperikelen, het beheer gaat hier goed. Anders zou ik het ook niet willen doen. De dieren hebben hier zat te eten. In 2011 viel er veel sneeuw en maakten we ons even zorgen. Daarna niet meer. Als er al sneeuw lag, was het na drie dagen weer weg. En bij een beetje sneeuw weten de dieren echt nog wel eten te vinden."

We laten de paarden achter ons, maar de dieren lopen - op gepaste afstand - met ons mee. Soms denk ik even dat ze vertrokken zijn als ik ineens weer een paar nieuwsgierige paardenhoofden boven een duin uit zie steken. Van de runderen nog geen enkel spoor. "Soms moet je echt zoeken. Een andere keer vind je ze zo."

Benno werd geboren in De Koog en woont inmiddels alweer een tijd naast Ecomare. Hij zag veel van de wereld en woonde enkele jaren aan de overkant. "Ik ben blij dat ik aan de overkant mijn horizon heb verbreed, maar ben heel gelukkig dat ik hier weer woon. Texel blijft gewoon mijn thuis, mede door de band met de zee. Sinds 2011 ben ik regelmatig naar de overkant. Vaak als ik dan weer thuis kom, zeg ik tegen Bella (zijn vrouw Irisabella) dat ik nog even ga wandelen. Hier in dit gebied. Je hebt dan hele dag achter het stuur gezeten en in de hectiek van het verkeer. Of ik hier nu loop in de winter of de zomer en met regen of met zon. Ik ben hier nog nooit met tegenzin naar toe gegaan. Hier laat je alles los."

Hij heeft helemaal gelijk. We zijn zelfs de tijd vergeten en moeten ons bijna gaan haasten. Er wacht weer ander werk. Vlak voor we weer terug zijn bij de auto, staan de Schotse hooglanders ons in alle rust aan te kijken. Ze maken zich geenszins druk om onze aanwezigheid. De Geul is een stukje ongerept Texel en een baken van rust. Een plaats waar de tijd even stil staat.

Job Schepers