Archeologie-kenner Govert van Noort met botresten en werktuigen van stenen en bot die hij vond in De Waal.
Archeologie-kenner Govert van Noort met botresten en werktuigen van stenen en bot die hij vond in De Waal. Foto: Gerard Timmerman

Onderzoek brengt Steentijd tot leven

Het was Wim van Leersum die Van Noort in 1989 op het spoor zette van deze rijke vindplaats. Tijdens werkzaamheden voor het Waterleidingbedrijf stuitte hij op een aantal botten en stenen. "Is dit wat?" Van Noort herkende in twee stenen tranchetbijlen (driehoekige handbijlen) en enkele botten vertoonden bewerkingssporen. Toen er nadien weer werd gegraven, kreeg Van Noort een seintje. Zo ontdekte hij steeds meer materiaal en kreeg een duidelijk beeld van de vindplaats, het materiaal en de mensen die er hadden geleefd. Het bleek te gaan om een slachtplaats van een jagersgemeenschap. Uit de botresten maakte Van Noort op dat er op meerdere diersoorten werd gejaagd: oeros, edelhert, wild zwijn, ree en paard.

Ongestoorde veenlaag

Uit de geologie blijkt dat de slachtplaats aan de oever van een meertje lag dat in de loop van de tijd is verland. Naast slachtafval, bot- en stenen werktuigen, zijn ook plantenresten (stengels van biezen en grassen, wortels en takken) en zaden (zeggen, els, wolfspoot, etc.) aangetroffen. Er zijn ook restanten van kevers gevonden. Dat de botten en planten bewaard zijn gebleven, komt doordat ze al die tijd in zuurstofloze omstandigheden in een ongestoorde kleilaag lagen. Eén van de uit bot gemaakte werktuigen werd gevonden op de overgang van een veenlaag met de eronder liggende kleilaag (gyttja) van het meertje.

Noordzee bestond nog niet

Uit de vuurstenen werktuigen, de bewerkingstechnieken van het slachten van de dieren en uit de botwerktuigen blijkt dat deze vindplaats aan de oostkant van De Waal een grote overeenkomst heeft met vindplaatsen in Engeland, Scandinavië en Duitsland, zoals Star Carr, Hohen Viecheln, Duvensee, Friesack, etc. Volgens Van Noort verklaarbaar. "De Noordzee bestond toen nog niet, Engeland was verbonden met het vasteland. In deze periode steeg het zeewater overigens snel en zocht men hogere plekken op, zoals op Texel."

De werktuigen die werden gevonden waren vooral in gebruik voor het slachten. Zoals om het bot en de huiden schoon te schrapen. Uit de botresten is veel af te leiden. "Er werd opvallend veel gejaagd op jonge beesten, ze hielden toen al van mals vlees." Sporen op en in de botten, zoals fragmenten van stenen werktuigen, zijn een aanwijzing over de slachtmethode. "Die vertoonde overeenkomst met andere vindplaatsen uit die tijd." Hij ging ook te rade bij een slager. "In de basis is de slachttechniek nog hetzelfde. De botten werden weliswaar weggegooid, maar niet voordat ze van al het eet- en bruikbare waren ontdaan. "Botten werden halverwege gebroken en kiezen uit kaken geslagen, waarschijnlijk om het merg er uit te halen. Opvallend is dat alle botten op vrijwel dezelfde wijze zijn kapotgeslagen. Een vast ritueel", wijst hij op een afbeelding.

Fluitjes

Van Noort keerde sinds de eerste vondst van Van Leersum in 1989 bij nieuwe werkzaamheden regelmatig terug op de vindplek. Over een lengte van circa zestig meter, het profiel van het meertje dat er ooit heeft gelegen, haalde hij een grote verzameling voorwerpen naar boven. "Veel stenen werktuigen. Doordat ze onbruikbaar werden, bijvoorbeeld stomp, werden ze weggegooid." Naast slachtwerktuigen ook pijlpunten waarmee op de dieren werd gejaagd. Zijn laatste vondst is van 2017. "Een kaak en deze prachtige bijl", wijst hij in het boek. "En deze schaver kwam er ook uit." Ook vond hij fluitjes, gemaakt van bot. "In China gebruiken ze die nog om ganzen mee te lokken. Van reebotten maakten ze bijvoorbeeld harpoenen."

Gewei edelhert

Uit dezelfde periode is ook een rijk bewerkt gewei van een edelhert, opgevist in de Noordzee en uit de collectie van Adrie Vonk. Hij wijst op de fraaie gravering: "Liefst 450 tekens." Evenals een fragment van een menselijk dijbeen uit die tijd. "Ik denk dat de meeste overblijfselen uit die tijd op de bodem van de Noordzee liggen. Maar daar kun je helaas niet meer graven."

In de basis is de slachttechniek nog steeds hetzelfde

De beschreven vondsten zijn duizenden jaren oud, maar in verhouding tot andere werktuigen die Van Noort vond nog relatief jong. "Bij de vuurtoren vond ik een stenen werktuig van 200.000 jaar oud en op de Hogeberg een vindplaats van 110.000 tot 100.000 jaar oud. Andere spullen dateren van 70.000, 40.000 en 30.000 jaar geleden.

De titel van het tijdschrift "Een Mesoplithische slachtplaats van de Maglemose-cultuur gedurende het Boreaal (9000-8000 B.P.) in het dorp De Waal op Texel" (een tijdschrift van de vereniging Actieve Praktijkarcheologie Nederland waarvan Van Noort lid is) is een hele mond vol, maar valt in het niet bij tijd die Van Noort er aan heeft besteed. "Ik heb er jaren aan gewerkt, niet constant overigens hoor."

Diepgaande studie

Een rijk geïllustreerd boekwerk van bijna honderd pagina's waarin alle gevonden spullen en andere wetenswaardigheden tot in detail zijn gedocumenteerd en beschreven. Het resultaat van diepgaande studie. Van de werktuigen, botten, plant- en dierresten en bodemprofiel. Maar ook van documentatie over vondsten uit vergelijkbare vindplaatsen, die Van Noort vergeleek met de spullen uit De Waal. Nodig om de ouderdom van de spullen zo exact mogelijk vast te stellen. De makkelijkste manier om de ouderdom vast te stellen, de zogeheten C14-methode waarbij het percentage koolstof wordt gemeten, kon in dit geval niet worden toegepast. Van Noort baseerde zich onder meer op studie door een Deense onderzoekster, die de gegevens van Van Noort op haar beurt zal gebruiken voor een breder onderzoek over deze periode.

Voor wie geïnteresseerd is, heeft Van Noort een tijdschrift beschikbaar. Nu dit document is voltooid, is het voor hem nog niet gedaan. "Ik ben bezig met een boek over alles wat ik heb gevonden. Dit document komt daar ook in voor. Het boek is bijna af."

Kinderboek

De informatie over de oudheid die Van Noort bovenspitte, zijn voor anderen een bron van inspiratie. In zijn boekenkast het kinderboek "Verjaagd door het water", al in 2000 geschreven door Tonny Vos-Dahmen von Buchholz (inmiddels overleden).

Gerard Timmerman