Vlnr: Kees Zijm, Richard van Triet, Gretha Bruin, Marco Vlaming en Alexandra Bogerman.
Vlnr: Kees Zijm, Richard van Triet, Gretha Bruin, Marco Vlaming en Alexandra Bogerman. Foto: Jeroen van Hattum

Egyptische taferelen in De Waal

Een verhaal waarbij je op een gegeven moment de draad een beetje kwijt bent, maar niettemin een voorstelling om met plezier naar te kijken.

Zo laat het toneelstuk 'De Vloek van Toetang & Zijn Amon' dat de Vereniging van Oud-Leerlingen zaterdagavond opvoerde in dorpshuis De Wielewaal in De Waal zich het beste omschrijven. Het verhaal was niet de sterkste in zijn soort, maar gelukkig hebben de Oud-Leerlingen goede spelers in huis, waardoor het een leuke avond werd. De zaal was vol en er werd geregeld gelachen.

Het verhaal draaide rond een groep mensen in een Egyptisch hotel die elk op hun eigen manier te maken kregen met de roof van een stel kunstschatten uit een museum. Een glansrol was weggelegd voor Richard van Triet die een nogal zij-ig figuur speelde die samen met een andere man in het hotel zat. De veronderstelling dat het een setje was, kwam in het verhaal meermalen voorbij, totdat het allemaal anders bleek te liggen.

Van Triet zette met zijn manier van praten en allerlei verwijfde maniertjes van doen een prachtige karikatuur neer zoals het mag in een klucht. Niet over de top, maar wel - waar nodig - ongegeneerd over het randje, waardoor je als toeschouwer al begon te lachen bij enkel het zien opdagen van Van Triet. Een andere sterke rol was in handen van Alexandra Bogerman die een welgestelde dame speelde die haar poes in het hotel was kwijtgeraakt. Ook rolvast en zonder remmingen op het podium, waardoor je als toeschouwer eveneens met plezier zat te kijken. René Pruim was debutant bij de Oud-Leerlingen al had hij eerder al bij de toneelclub van Zuid-Eierland op het podium gestaan. Hij vormde samen met Van Triet een duo, viel op met zijn luide stem en zat eveneens goed in zijn rol

In Kees Zijm en Deborah Singer hadden de Oud-Leerlingen twee dragende krachten. Zijm kwam vertrouwd over als een heerlijk mopperende hotelgast en Singer speelde zijn vrouw als een wat volkse dame. Leuk was een scène waarin de personages van Singer en Bogerman even elkaars opponenten waren. De speelsters wisten elkaars krachten aan te roeren wat op het podium voelbaar als een stevige 'clash' tot uiting kwam. Marco Vlaming speelde een meer dan deftige antiquair wat in zijn hele doen en laten naar voren kwam. Bastiaan Willem Witte speelde de hoteleigenaar en sprak een soort buitenlands Nederlands. Dat kan verkeerd uitpakken, maar hij deed het op een juiste en consequente manier waardoor het niet storend overkwam, maar onderdeel van het geheel was.

Ingrid Smidt leefde zich uit als een hotelmedewerkster die het allemaal niet zo nauw nam met de hygiëne, Gretha Bruin was een wat strenge reisleidster en Marianne Kooger speelde een hotelgast die eerst aan de deftige antiquair kon worden gelinkt en later toch aan de hoteleigenaar. Eind van het liedje in het verhaal was dat de hoteleigenaar meer wist van de roof en dat onder alle aanwezigen twee undercover-agenten zaten die de daders van de roof op het spoor waren. Het was een verhaal waarbij de Oud-Leerlingen zichzelf wellicht een plezier hadden gedaan als een paar verhaallijnen een stukje waren ingekort. Dat zou de snelheid zonder meer ten goede zijn gekomen. Nu moest ook een paar keer de souffleur hoorbaar ingrijpen om spelers aan hun teksten te herinneren en dat was eigenlijk niet in stijl met de Oud-Leerlingen.

Het was echter een leuke voorstelling die ook verrassend begon door de zaal zogenaamd een vertrekhal van Schiphol te laten voorstellen. De spelers kwamen van achter op en liepen met koffers en al (voor de reis naar Egypte) dwars tussen het publiek door. In dit eerste bedrijf was nog een kleine rol weggelegd voor Rien van der Wilde als douanier en dat deed hij goed.

De regie was in handen van Corrie Poot, Silvia de Ridder was souffleuse, Juul Swarthoff deed de grime en kleding, Sanne Siersma de hairstyling en Rien van de Wilde het licht en geluid. Speciale vermelding verdient het decor. Dat was helemaal in Egyptische sferen gemaakt en zag er prachtig verzorgd uit.

Jeroen van Hattum