Vlnr: Martien de Vries, Tessel van Mil, Linsey Blom, Colinda Barhorst, Piet Smits en Dick Witte.
Vlnr: Martien de Vries, Tessel van Mil, Linsey Blom, Colinda Barhorst, Piet Smits en Dick Witte. Foto: Jeroen van Hattum

Verf, gasbrander en een slijpschijf

"Waar zijn we in hemelsnaam aan begonnen", roept bouwvakker Berend Duursma (Piet Smits) als het volledig uit de klauwen begint te lopen in de beautysalon waar hij samen met zijn neef Albert (Dick Witte) de scepter zwaait.

De kreet was niet voor niets: het liep tijdens de uitvoering van de klucht 'Tante Bella's Beautysalon' door toneelvereniging Nieuw Leven ook daadwerkelijk lekker uit de klauwen op het podium van 't Skiltje in Oudeschild. Het verhaal draaide rond de beautysalon van ene tante Bella die onverwacht overleed. Haar neven Berend en Albert (twee bouwvakkers) waren in de veronderstelling dat zij de nieuwe eigenaren waren, waarna ze besloten de beautysalon op te knappen en snel door te verkopen. Al gauw stond echter de eerste klant in de zaak, waarna neef Berend bedacht dat ze zelf maar eens als schoonheidsspecialisten aan de slag moesten gaan.

Dat schiep verwachtingen en die verwachtingen werden waargemaakt door Nieuw Leven. Het stuk moest heel even op gang komen, maar ging los op het moment dat neef Berend tegen de eerste klant riep 'dat het personeel eraan kwam', waarna neef Albert moest ontdekken dat hij het personeel was... Debutante Linsey Blom was de eerste klant. Zij maakte haar opwachting als een statige dame op stand die graag een 'hot stone behandeling' wilde hebben. Neef Albert stond even later stenen uit de voortuin van de beautysalon te spitten en hij kwam voorbij met de gasbrander om de stenen warm te maken. Daarmee was de toon wel gezet. Hij kwam later tot groot plezier van het publiek ook nog voorbij met modder uit de voortuin voor een modderbad, een pot verf als crème en een slijpschijf voor een pedicure-behandeling.

Tina Smit speelde een andere klant die door de bouwvakkers meteen als 'groot renovatieproject' werd omschreven. Zij had de rol van een messcherpe dame die geen blad voor haar mond nam en daar had ze geen enkele moeite mee. Derde klant was een statige dame die werd vertolkt door debutant Suzet Westrik. Net als Blom wist zij een dame van allure neer te zetten. Klant nummer vier was voor Emmy Zijerveld die een dame speelde die gráág privé-behandelingen van neef Berend wilde hebben. Neef Berend zelf was daar iets minder van gecharmeerd...

Piet kwam als neef Berend over als een grote regelaar die voor elk probleem in de beautysalon wel een oplossing én een nieuw probleem bedacht. Dick zette een personage neer dat al het werk verzette om de problemen van zijn neef telkens maar weer in de kiem te smoren. Tot zijn verrassing waren de dames echter zeer tevreden over zijn prestaties, terwijl neef Berend niet verder kwam dan het 'roosteren' van één van de klanten onder de zonnebank.

Hulp leek geboden door een stagiair (Tessel van Mil), maar die moest ook nog alles leren. Neef Berend probeerde zich hier nog groot voor te doen ('zeg jij maar eens hoe het moet'), maar dat hield niet lang stand. Tussendoor zaten nog ene Wiepie (debutant Colinda Barhorst) en mijnheer Nikkelvest (Martien de Vries) die beiden op zoek waren naar tante Bella. Wiepie bleek een nicht van haar te zijn, waardoor neef Berend bepaalde zij niet mocht horen van de dood van haar tante. Anders zou ze ook een erfgename worden. Het leidde ertoe dat Dick Witte met pruik en een paar opgepropte borsten in een jurk werd gehesen om zich als 'tante Bella' voor te doen. Gelach alom in de zaal.

Uiteindelijk kwam toch alles uit en bleek mijnheer Nikkelvest - een keurige en geaffecteerd sprekende heer - een notaris te zijn die de erfenis kwam verdelen. Eind van het liedje was dat neef Albert zich de eigenaar van de salon mocht noemen en dat neef Berend met lege handen stond. Dat duurde echter niet: er was nog een klant die nog graag een paar privé-behandelingen wilde hebben... De zaal zat twee avonden vol en dat was terecht. Het was gewoon een leuk stuk met leuk spel. De regie was in handen van Karin Somers, Ria Buisman zorgde voor de grime, Jennifer Buijsman was souffleuse en Henk Barhorst zorgde voor het licht en geluid.

Jeroen van Hattum