Afbeelding
Foto: Ed Witte

Containers

Waarom schrijf je eigenlijk over die containers van dat schip? Er zijn hier op Texel toch geen containers aangespoeld? Ik heb het de afgelopen week een paar keer te horen gekregen. Allemaal waar: Texel is tot nu toe goed weggekomen bij het incident met de MSC Zoë waar vorige week 291 containers overboord sloegen.

Maar zou dat een reden moeten zijn om dan maar niets tot weinig over het incident te schrijven? De stranden van de vier andere Waddeneilanden lagen van voor naar achteren vol met aangespoelde rotzooi. Daar werd het woord 'ramp' in de mond genomen en ik las dat er meer dan een miljoen kilo aan rotzooi van de Zoë is opgeruimd. Toch niet iets om aan voorbij te gaan. Dat er televisieschermen, jassen, tassen en meubels aanspoelden was uiteraard geweldig. Daar gaat het juttershart sneller van kloppen. Maar de 'jutters-euforie' op de andere eilanden was toch snel voorbij toen bleek dat er bij wijze van spreken een complete meubelboulevard op het strand lag.

Gebiedsoverstijgend is dat er ook heel veel plastic (in diverse vormen en maten) en piepschuim is aangespoeld en dat die rommel zich een weg baant richting flora en fauna. Diverse onderzoekers kijken wat de impact daarvan op het waddengebied is. Het kan meevallen, al klinken de eerste geluiden nog zeker niet geruststellend. Voorbij drijvend plastic en piepschuim stopt helaas ook niet acuut bij het Eierlandsche Gat of de Rede van Texel. Kortom, het leek me toch wel zinnig om te volgen wat er om de hoek bij de Waddenburen gaande is. Dat leerde dat er gelukkig ook goed nieuws is: er is de afgelopen dagen niet veel meer aangespoeld en er zijn al een hoop containers gelokaliseerd.

Als je op het strand naar die continu voorbij varende 'drijvende pakhuizen' kijkt, kun je nog altijd stellen dat er redeljk veel goed moet gaan in de containervaart. Van de meeste schepen merk je immers niet zoveel. Maar tegelijkertijd word je deze dagen geconfronteerd met de kwetsbaarheid van het waddengebied als het dan toch een keer misgaat...

Jeroen van Hattum