De Texelstroom trotseert de storm in 2017 (foto: Wolbert Poelmann).
De Texelstroom trotseert de storm in 2017 (foto: Wolbert Poelmann). Foto: Wolbert Poelmann

Van en naar Texel als alles misgaat

"Wat als de bruggen het niet meer doen of beide boten uitvallen?" Een vraag die iemand stelde tijdens de algemene ledenvergadering van TOP eind vorig jaar. Voor alles ligt een draaiboek klaar, zo blijkt in een gesprek met TESO-directeur Cees de Waal.

"We hebben draaiboeken voor scenario's die sinds 1907 niet zijn voorgekomen. Je kunt de continuïteit van de veerverbinding nooit honderd procent garanderen, maar we doen ons uiterste best om dit zo goed mogelijk te organiseren. Op basis van ons trackrecord van de afgelopen vijftien jaar blijkt dat we gemiddeld genomen jaarlijks 99,8 procent van de geplande vaarten uitvoeren. Als er al een afvaart uitvalt, is dit meestal door hoog of laag water. Daarnaast vervallen jaarlijks gemiddeld negen afvaarten door een technische storing aan één van de schepen", stelt De Waal. Als men bedenkt dat er op drukke dagen en in het hoogseizoen ieder half uur een boot gaat, is een aantal van negen inderdaad erg laag.

Mankement aan de bruggen

Een veelbesproken onderwerp zijn de bruggen. Als deze niet werken, kan de boot niet aanmeren. Over de afgelopen 15 jaar bezien kwamen jaarlijks gemiddeld vijf afvaarten te vervallen als gevolg van een storing aan de bruggen. "Dit relatief lage aantal is mede te danken aan de noodprocedures die we als TESO hanteren. Als er een storing is, kunnen we de bruggen handmatig omhoog en omlaag slingeren. Dit vergt wel meer tijd - zo'n tien minuten, het is een zware klus voor mijn collega's. Onlangs was er rookontwikkeling in een compressorruimte die onderdeel uitmaakt van de brug op Texel. Maar ook zonder deze compressor konden we de brug laten zakken. De boot vertrok vanaf Texel met minder dan 10 minuten vertraging", legt De Waal uit.

Mocht de brug echt niet te gebruiken zijn, dan treden andere noodprocedures in werking. Zo heeft Texel de beschikking over een noodbrug, waarmee het benedendek geladen en gelost kan worden. Hier kunnen ook grotere vrachtwagens op, al geeft De Waal aan dat dit lastiger en dus trager gaat dan bij de normale brug. In Den Helder heeft men de beschikking over een noodbrug die gedeeld wordt met de andere Waddeneilanden. "Die is van Rijkswaterstaat en ligt momenteel in Lauwersoog, maar is binnen maximaal 48 uur in Den Helder. We zijn druk bezig met het verwerven van een eigen permanente noodbrug en we hopen die nog in 2019 te realiseren. De gemeenteraad van Texel heeft al ingestemd met cofinanciering en de burgemeester sprak al dat de brug al besteld kon worden. Zo ver is het echter nog niet, er moet nog een aantal zaken worden geregeld. Maar we zijn op de goede weg."

2023

In september werd bekend dat Rijkswaterstaat in of omstreeks 2023 groot onderhoud gaat plegen aan de bruggen (programma vervanging en renovatie). Op dit moment wordt verwacht dat in die periode alleen benedendeks geladen kan worden, omdat er dan waarschijnlijk gebruik gemaakt wordt van de noodbruggen. Dit jaar wordt met alle betrokken partijen gekeken hoe deze ingrijpende operatie het best vorm gegeven kan worden. "Het is echt nodig dat dit onderhoud wordt gepleegd om er zeker van te zijn dat we daarna weer voor een aantal decennia over betrouwbare walinstallaties kunnen beschikken. Het gaat helaas overlast geven, die zal niet gering zijn, daar kan ik kort over zijn. We gaan met Rijkswaterstaat zorgvuldig onderzoeken hoe de reiziger hier zo weinig mogelijk last van ondervindt.

De schepen

"Moet je die Schulpengat nu al wel weg doen? Straks houdt de Texelstroom er weer mee op?" Een onderbuikgevoel dat veelvuldig voorbij kwam toen de Schulpengat definitief werd afgevoerd naar Gent. De Waal: "Dat is begrijpelijk, ook een kwestie van beeldvorming. Uit de cijfers blijkt dat iedere eerste twee jaar dat er een nieuw schip is, er wat meer uitval is. Dat is niet alleen zo geweest met de Texelstroom, dit was ook zo met de Dokter Wagemaker. Een technisch mankement kan altijd optreden, maar zoals gezegd zijn dat tot op heden gemiddeld niet meer dan negen afvaarten op jaarbasis." In de afgelopen vijftig jaar deed er zich geen situatie voor waarin een extra aangehouden boot van pas zou zijn gekomen. "Dit betekent bijvoorbeeld, indien we voor de zekerheid de Molengat zouden hebben aangehouden in de periode van 2008 tot 2016, we dit schip in al die jaren nooit zouden hebben hoeven inzetten. Het beschikbaar houden van de Molengat in de periode zou bij benadering €3,- miljoen hebben gekost."

Het probleem bij uitval van één van de schepen is sowieso relatief, daar er dan met één boot gewoon doorgevaren wordt. Relatief spannende periodes zijn de weken dat - zoals nu de Texelstroom - aan de onderhoudskade ligt voor onderhoud. Dit is voor ieder schip drie weken het geval, meestal in de rustige periode november tot en met januari. "Voor zover het mogelijk is, zorgen we ervoor dat de werkzaamheden zo gepland zijn dat - als de nood aan de man is - het betreffende schip binnen vier uur operationeel kan zijn. Onze schepen zijn overigens zo ingericht dat één storing aan boord niet direct leidt tot het uit de dienst raken van een veerboot. Het schip vaart dan in principe door, terwijl de storing tijdens de vaart of gedurende de nacht verholpen kan worden.

Het behouden van de Molengat in 2008 zou zo'n drie miljoen euro hebben gekost

Eens in de vijf jaar gaat iedere veerboot voor een dokbeurt in Amsterdam of Rotterdam. Daar ligt het schip dan drie weken voor groot onderhoud. In dit geval is er geen tweede schip aanwezig om in te springen als het mis gaat. Maar zelfs dan zijn er nog opties volgens De Waal. "We kunnen de dokbeurt versneld beëindigen, zodat het schip dan onder gunstige weersomstandigheden binnen 24 tot 36 uur weer 'thuis' is. Desnoods kunnen we voor de tussengelegen periode een beroep doen op de andere Waddenveerdiensten - met name die in Harlingen - om een schip aan ons ter beschikking te stellen, waarmee we via de noodaanlanding de veerdienst kunnen blijven voortzetten."

Er moet dus een hoop gebeuren, wil Texel lang zonder verbinding naar het vasteland zitten. Zelfs als al deze noodprocedures niet voldoende blijken, is er nog steeds hoop. "Er zijn dan mogelijkheden met de Koninklijke Marine, al is het ook een beetje afhankelijk van hoeveel en welke schepen zij op dat moment in de haven hebben liggen. Voor personenvervoer zie ik ook mogelijkheden met de haven van Oudeschild. Voor de aanvoer van goederen is er bovendien nog de NIOZ-haven als het echt crisis is. Hier kunnen binnenvaartschepen aanmeren om Texel te bevoorraden mocht het echt nodig zijn. Het zal dan natuurlijk allemaal wel een stuk trager gaan. Maar Texel raakt niet afgesloten van de buitenwereld. Als er spoedeisende medische gevallen zijn, kennen we gelukkig al de hulp door de lucht. In dit absolute doemscenario, dat nog nooit is voortgekomen en hopelijk nooit zal voorkomen, kan vervoer van voertuigen dan niet worden gegarandeerd."

Weer drukker geworden

In gesprek met de TESO-directeur komen ook de vervoerscijfers ter sprake. In december steeg het aantal personenauto-equivalenten (PAE's) van Den Helder naar Texel met 4,5 procent ten opzichte van het jaar er voor (van 49.777 naar 52.040). "De groei lijkt deels te kunnen worden verklaard door de diverse bouwprojecten, maar doet zich echter voor in alle vervoerscategorieën (zowel in de categorie personenauto's als in de categorie vrachtwagens). De groei zet onverminderd voort. Ter vergelijking: in het boekjaar 2015/2016 zijn in diezelfde periode in totaal 627.719 PAE overgezet naar Texel, ten opzichte van toen is er dus sprake van een stijging van maar liefst 12 procent. Indien je augustus 2015 (91.322) vergelijkt met augustus 2018 is de stijging ruim 9 procent."

De toenemende vervoerscijfers zorgen volgens De Waal voor een uitdaging. "Wij bepalen niet of er meer mensen naar Texel moeten komen of niet. Wij staan daar als vervoersdienst neutraal in. Maar wij moeten wel weten wat Texel wil met het oog op de toekomst. We moeten tijdig kunnen anticiperen, want kunnen niet zomaar even een grotere boot aanschaffen. Het is een discussie die wij nauwlettend in de gaten houden. Texel is een autovriendelijk eiland en dat is in beginsel vooral positief. Wij merken dat veel mensen de auto meenemen, maar dat velen die - eenmaal op het eiland - laten staan en een fiets huren. Dit valt ook op te maken aan de drukte op de fietspaden. Als Texel zijnde moet je wel kijken naar de capaciteit van je fietspaden. De beoordeling daarvan scoort niet erg goed, zo blijkt uit de Texel Monitor van VVV Texel."

Een grotere boot is niet een oplossing voor alles. De auto's moeten ook op en van boord en met name in Den Helder zorgt dit nog wel eens voor problemen. "Dat de hoeveelheid auto's meer lostijd zou kosten met de Texelstroom wisten wij van tevoren. Er is meer ruimte gecreëerd op het TESO-terrein in Den Helder en afgelopen zomer is er een proef gedaan met het - tijdens de pieken - gebruik maken van de busbaan bij het laten leeglopen van de boot. Dit is goed bevallen en ook de provincie is positief. Deze pilot krijgt dus mogelijk een vervolg, al ligt die beslissing uiteindelijk bij de provincie. Daarnaast wordt er gekeken naar een 'groene golf' en andere verbeteringen voor de doorstroming op de N250. Dit zou de lostijd kunnen verkorten en de auto's sneller Den Helder uit kunnen leiden."

De opstoppingen in Den Helder zijn ook punt van aandacht bij de verschillende partijen - onder wie Rijkswaterstaat, provincie, TESO en de gemeentes Texel en Den Helder. "Maar niet alle partijen willen precies dezelfde oplossing. Dat maakt het soms lastig, maar de gesprekken vinden in goede harmonie plaats." Vorig jaar zetten vijftien partijen hun handtekening onder een manifest om een tunnelbak op de kruising Havenweg/ Binnenhaven te realiseren om verkeersstromen in Den Helder te scheiden. "Een verhuizing naar de noordoostoever is geen optie, vanwege onder andere de zeer hoge kosten van de aan te leggen infrastructurele ontsluiting, restricties vanwege de plofzone, de planologische noodzaak om aan te tonen dat er binnendijks geen alternatieve mogelijkheden zijn en de beperkingen in het PKB Waddenzee."

Het kan altijd beter

Wanneer je reacties over de TESO volgt, kun je stellen dat het bedrijf de nodige goodwill heeft opgebouwd. "Maar dat komt niet aanwaaien. We werken hard om als organisatie van de reizigers, voor de reizigers een kwalitatief hoogwaardig, betaalbaar vervoersproduct te leveren. Per jaar ontvangen we meer dan 20.000 feedbackformulieren. We zoeken daar de rode draad in de waarderingscijfers en suggesties. Aan de hand daarvan proberen we ons doorlopend, gericht te verbeteren." Op de kritiek dat er niet altijd even snel gecommuniceerd wordt, reageert De Waal: "Als er stremmingen worden verwacht, geven we dat tijdig aan. Maar op het moment zelf, is niet altijd precies te zeggen wanneer de boot weer kan varen. De ene keer daalt het hoge water sneller dan de andere keer. Je moet eerst zeker weten dat en wanneer er weer gevaren kan worden. Zodra we zeker zijn, communiceren we."

Ook de veerhaven op 't Horntje komt ter sprake. "Daar is de afgelopen jaren al veel gebeurd. De fietsenstalling is verplaatst, zodat de duinen nu mooier over gaan in het plein. Er is een promenade langs de zee, zodat men daar nu ook kan wandelen en plaats kan nemen op een bankje. De loods van de fietsenverhuur is van de buitenkant bekleed met hout, zodat het allemaal wat vriendelijker oogt. Maar het kan altijd beter, dat vind ik ook. Harry de Graaf zei eens 'De veerhaven is je voor- en achterdeur. Het is de eerste en laatste indruk die mensen krijgen van Texel. Er kan nog steeds een hoop verbeterd worden."

Job schepers