Het waterpeil in de Moksloot staat decimeters lager dan normaal in deze tijd.
Het waterpeil in de Moksloot staat decimeters lager dan normaal in deze tijd. Foto: Gerard Timmerman

2018: Na natte winter met strenge vorst krukdroge en hete zomer

Als het over het weer gaat is 2018 een jaar van uitersten. Een kleddernatte winter, met in het staartje strenge vorst. Gevolgd door een extreem warm en kurkdroog voorjaar en zomer. Een neerslagtekort dat nog lang niet is ingelopen. Met grote gevolgen voor natuur en landbouw.

Aan het eind van de herfst was de achterstand aan regen circa 400 mm. De grondwaterstand zit nog ver beneden het niveau dat normaal is. Waar het waterschap andere jaren het slootwater op het lage winterpeil houdt, wordt het water nu waar mogelijk hoog opgestuwd om zoet water te sparen.

De opbrengsten in de veehouderij, akkerbouw en bollenteelt bleven ver onder het gemiddelde. Bij de pootaardappels wordt dat deels gecompenseerd door hogere prijzen, maar bij de suikerbieten zijn zowel de opbrengst als de prijs (wereldmarkt) lager. In de bloembollen was de droogte een grote afnemer. Hitte en droogte deden het gras verschroeien, maar onder invloed van regen en hoge grondtemperatuur fleurde het gras in nazomer en herfst weer snel op en kon meerdere keren worden geoogst.

Ook droogteschade in de natuur. In de duinen viel de grootste klap bij de struikheide, die op veel plekken is afgestorven. Dit had een nadelig effect op de heidezijdebij, die voor voeding niet op andere planten terecht kan. Andere bijensoorten, die wel naar andere planten kunnen uitwijken, hadden er minder last van. In hoeverre de schade blijvend is, zal nog moeten blijken. Doordat er in de winter en het vroeg voorjaar veel regen is gevallen, begon het jaar met een flinke reserve. Nu dat (nog) niet het geval is, is het afwachten hoe de natuur het komend seizoen zal doorkomen.

Zoals de driedoornige stekelbaars. Deze zwemt in het vroege voorjaar vanuit de Mokbaai via de vistrap het Mokslootgebied in. Maar dan moet er wel voldoende water naar buiten stromen. Anders kunnen ze niet naar binnen zwemmen. Maar voorlopig is er helemaal geen afstroom. Als er geen driedoornige stekelbaars en andere vis het gebied in kan, dan werkt dat weer door op de vogels die zich daarmee voeden.

Ook buitengaats extreem. Na een strenge vorstperiode waren er aan het begin van de zomer berichten over een geboortegolf van jonge kokkels, strandgapers en nonnetjes in de Waddenzee. Maar toen moest de hittegolf nog komen. In de loop van de zomer grote aantallen dode en afstervende kokkels. Winnaar was de Japanse oester, de hitte heeft deze soort waarschijnlijk opnieuw een boost gegeven, meldt schelpdierdeskundige Katja Philippart.