Een voorbeeld van
Een voorbeeld van "natuur inclusieve landbouw": Op Padang wordt niet meer geploegd. Cor, Bart en Matthijs de Lugt bij de woeler. Foto: Gerard Timmerman

"Veel vroeger geleerd, is nu verleden tijd"

"De knop moet om, veel van wat we vroeger geleerd hebben is nu verleden tijd." Een realistische constatering van akkerbouwer Cor de Lugt van "Padang". Ploegen, generaties lang een terugkerende grondbewerking, behoort daar tot het verleden.

"De boer hij ploegde voort..." Het spreekwoord kan, net als de ploeg, aan de wilgen, tenminste in de akkerbouw (een graszode moet nog wel ondergeploegd). "Met ploegen werk je tegen de natuur in, terwijl het veel beter is om met de natuur mee te werken", vertellen Cor (63), Matthijs (29) en Bart (27) de Lugt. De twee neven en bedrijfsopvolgers van de Cor en Dirk, zijn de vierde generatie op Padang. Op het bedrijf van honderden hectare telen ze pootaardappels, suikerbieten, gerst en maïs.

Ploegen hoorde er generaties lang bij. Cor: "Wij zijn opgegroeid met ploegen. Maar Jan Koolhof zei vroeger al: 'Jullie halen die rotgrond die onderin zit naar boven.' Ik weet nog dat onze medewerker Koos Zegers, die hier verderop woonde een tuin had. Net als zijn vader. Zijn vader spitte de tuin ouderwets, Koos schoffelde en harkte de grond wat. "Je moet zo weinig mogelijk aan je grond doen", zei Koos. Hij had gelijk, zijn oogst was beter dan die van zijn vader. Dat heeft me aan het denken gezet."

Maar bij gebrek aan een goed alternatief, investeerde De Lugt een jaar of tien geleden toch in een nieuwe ploeg. "Een vijfschaar." De ommekeer kwam toen Dirk, inmiddels voorzitter van de raad van beheer van suikerbietencoöperatie Cosun, tijdens een werkbezoek in Limburg zag hoe de boeren daar een alternatieve grondbewerking toepasten. "Door het risico op erosie mochten ze daar niet meer ploegen. De resultaten waren van dien aard dat wij het ook zijn gaan proberen."

Bij de nieuwe methode wordt de grond niet meer gekeerd, maar gewoeld en aangedrukt. "Doordat je jaren op dezelfde diepte van een centimeter of dertig ploegt, ontstaat in de grond waarop de ploeg 'loopt' een ploegzool. Die laag is zo hard als een bikkel, wortels en water wilden er niet doorheen. We probeerden die ploegzool te doorbreken met een woeler achter de ploeg, maar dat werkte niet. Met diepspitten doorbreken we die laag wél, de opbrengst suikerbieten steeg van 40 naar 70 ton. Maar dat effect was tijdelijk."

Bij het diepwoelen wordt de ondergrond losgemaakt met gebogen messen, waarna de bodem wordt aangedrukt om de grond te laten aansluiten. De grond is weer rul, maar blijft op z'n plekt. Cor: "We begonnen met een proef op een aantal percelen. Dat beviel zo goed, dat we al onze grond zo bewerken." Bart: "De bovenlaag, waar de humus en de voedingsstoffen zitten, blijft intact. Dieper in de grond geen storende lagen meer." Matthijs: "De wortels gaan dieper naar beneden, het water zakt sneller weg. De drains lopen sneller. En er is vanuit de ondergrond meer capillaire opstijging. Tijdens nattigheid ben je eerder van je water af, tijdens droogte is er meer vocht beschikbaar." Cor: "Voorheen hingen er geen meeuwen achter de ploeg, want er zaten geen wormen in de grond. Nu barst het van de wormen en de meeuwen. De opbrengsten zijn gestegen, deze droge zomer is het onze redding geweest." Bart: "Hoe beter de bodem, hoe gezonder en sterker het gewas. Onze spunta (poters) zijn grover en langer geworden." Prettige bijkomstigheid is, is dat in één werkgang vier meter wordt bewerkt. Matthijs: "Het gaat een stuk sneller dan ploegen, dat scheelt tijd." Het vergt wel veel trekkracht en gewicht. Voor de diepwoeler staat een trekker van twaalf ton en liefst 320 pk.