Duikers Joost Verkerke en Miranda Schagen met de opgedoken bel van de Nordlyset temidden van krantenartikelen uit 1877 en 1878.
Duikers Joost Verkerke en Miranda Schagen met de opgedoken bel van de Nordlyset temidden van krantenartikelen uit 1877 en 1878. Foto: Northseadivers

Fatale reddingsactie van Nordlyset in 1877

Een schip dat door de branding van de Noorderhaaks verzwolgen dreigt te worden, opvarenden die in allerijl in een overbevolkte roeireddingboot springen, de reddingboot die omslaat en negen mensen die verdrinken in de golven.

Het is in het kort het verhaal van het Deense stoomschip Nordlyset dat 141 jaar geleden op 18 december 1877 's nachts tijdens een zware storm bij de Noorderhaaks verging. Het 74 meter lange schip werd op 6 oktober teruggevonden bij de Razende Bol (in rijkswateren) door duikers van de Northseadivers uit Den Helder. Zij haalden die dag de bel van het schip met daarop de naam Nordlyset uit het wrak boven water.

In artikelen in de Heldersche en Nieuwedieper Courant uit 1877 en 1878 - terug te vinden op de site van het Regionaal Archief in Alkmaar - wordt uitgebreid verslag gedaan van de ramp en de nasleep. Voor Den Helder was het een ramp met impact, omdat schipper Dirk Stein en roeier Dirk Bethlehem van de roeireddingboot van de toenmalige Koninklijke Noord- en Zuid-Hollandsche Redding-Maatschappij in Den Helder om het leven kwamen bij de redding.

Te lezen is hoe de redders met 'bovenmenselijke inspanningen en het grootste gevaar trotserend' in het donker in de storm naar de gestrande Nordlyset roeien om de bemanning in veiligheid te brengen. De nood aan boord van het Deense schip is hoog, de Nordlyset kan elk moment vergaan, waardoor de 24 opvarenden in allerijl aan boord van de reddingboot springen. Die raakt overbeladen en slaat om in de golven. Zeven opvarenden van de Nordlyset en de twee Helderse redders verdrinken. Twee andere redders raken zwaargewond. De riemen van de reddingboot gaan verloren en het is voor de overlevenden wachten, totdat de volgende ochtend een sleepboot in de buurt kan komen en hen in veiligheid brengt.

Binnen een paar dagen is er een commissie gevormd met bestuurders en andere invloedrijke mensen in Den Helder om zich te ontfermen over het levensonderhoud van de weduwen van de twee omgekomen redders en de achtergebleven kinderen. Pijnlijk is de rouwadvertentie van de weduwe van schipper Stein. Daarin wordt een beloning van tien gulden uitgeloofd voor degene die het lijk van haar man vindt en terugbrengt. Zijn lichaam drijft dan nog ergens in zee. Het was voor Stein de eerste reddingsactie als schipper op de roeireddingboot.

Ook in die dagen gaat niet alles van een leien dakje. De landmacht is niet uitgenodigd zitting te nemen in de commissie wat tot een brief van een kolonel-bevelhebber in de krant van 23 december 1877 leidt. Ook de landmacht is volgens de kolonel betrokken bij het leed. De nabestaanden worden goed verzorgd. De andere redders krijgen - nadat ze hun leven hebben gewaagd - 35 gulden van de reddingmaatschappij en 15 gulden van de Deense regering. Op 25 mei 1878 krijgen de redders tijdens een speciale avond een getuigschrift voor het te hulp schieten van de Nordlyset. Er wordt één medaille uitgereikt en die gaat naar de weduwe van schipper Stein. Door 'heersende bepalingen' lukt het de reddingmaatschappij in die tijd niet om postuum twee medailles uit te reiken. Een deel van de lading van de Nordlyset wordt eind 1877 openbaar verkocht. Het schip verdwijnt anoniem naar de zeebodem, totdat het 141 jaar later zijn naam weer terugkrijgt.