Onderzoek naar

Onderwijscentrum

Het college laat een korte stedenbouwkundige analyse opstellen om te kijken of er tussen de OSG en de tennisbanen van Deuce voldoende ruimte is het Onderwijscentrum als zelfstandig, losstaand gebouw neer te zetten.

Ook wordt een kostenraming opgesteld om te zien welke kosten met een losstaand gebouw zijn gemoeid. Dat heeft het college deze week aan de politieke partijen laten weten naar aanleiding van het besluit van de gemeenteraad om alsnog de mogelijkheden voor een losstaand Onderwijscentrum te gaan bekijken.

Volgens het college ontvangt de raad eind oktober een memo met meer informatie, zodat er tijdens de raadsvergadering van 13 november een besluit over het Onderwijscentrum kan worden genomen. Bedoeling was dat dat tijdens de afgelopen raad al zou gebeuren (over een verhoging van het krediet met €485.000,- naar €6,6 miljoen), maar dat gebeurde niet, omdat Texels Belang, VVD en CDA eerst de mogelijkheid van een losstaand gebouw nader bekeken wilden hebben.

Het college wijst de raad er nadrukkelijk op dat de stuurgroep die het Onderwijscentrum voorbereidt, ouders en de teams van de vijf basisscholen in Den Burg graag zekerheid willen hebben over de doorgang van het Onderwijscentrum. Met andere woorden: besluitvorming op 13 november is zeer gewenst.

De stuurgroep, die bestaat uit de schoolbesturen van de Jozefschool, de Kompasschool, de Thijsseschool, De Fontein, de Vrije School en de OSG, heeft in een brief aan het college met klem aangedrongen op politiek draagvlak om de uitbreiding van het krediet voor het Onderwijscentrum te waarborgen. Er was aanvankelijk een krediet van €6,1 miljoen, maar dat bleek te weinig, waarna college en stuurgroep uitkwamen op €6,6 miljoen.

Dat bedrag is voor een Onderwijscentrum dat deels in het OSG-gebouw (1700 vierkante meter) en voor de rest in een nieuw gebouw in het verlengde van de OSG gerealiseerd zou moeten worden. Voor een losstaand gebouw werd eerder al een bedrag van €8,5 miljoen genoemd.

VVD-raadslid Jur Schuiringa deed dinsdagavond in de raadscommissie een verzoek aan het college om te kijken hoeveel reserves de basisscholen de afgelopen jaren hebben opgebouwd, omdat er in de aanloop naar het nieuwe Onderwijscentrum al een paar jaar weinig meer aan onderhoud is gedaan van de bestaande schoolgebouwen in Den Burg. Schuiringa ving op dat punt bot bij het college. Wethouder Sander van Knippenberg (onderwijs) gaf aan dat dat geld ook niet zomaar in nieuwbouw kan worden gestoken, maar voor onderhoud bedoeld is.